Een weglatingsstreepje geeft aan wanneer een deel van het woord is weggelaten. Als er dus geen deel is weggelaten hoef je het streepje ook niet te plaatsen. Met andere woorden alleen als het oorspronkelijke woord aan elkaar werd geschreven schrijf je een streepje, waren het losse woorden, dan komt er geen streepje.
Er komt een streepje tussen twee delen van een complex woord, als aan de ene of de andere kant van de grens tussen die twee delen speciale tekens voorkomen, zoals hoofdletters, cijfers, symbolen, leestekens, aanhalingstekens of typografische markeringen.
Bestaat het woord uit twee losse woorden die een samenstelling vormen, dan schrijf je een koppelteken. Ontstaat er geen verwarring, dan schrijf je gewoon alles aan elkaar. Is het woord geen samenstelling, maar bijvoorbeeld een meervoud of een enkel woord, dan schrijf je een trema.
Het wordt gebruikt om aan te geven dat een woord wordt afgebroken. De woorden worden afgebroken aan het eind van een lettergreep. Het streepje wordt ook wel divisie genoemd.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
Met een koppelteken verbind je een woord, een letter of een getal met een andere woord. Dit doe je om het woord makkelijker te kunnen lezen.
Wat is goed: aan elkaar of aanelkaar? En hoe zit het bijvoorbeeld met bij elkaar / bijelkaar en met elkaar / metelkaar? Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel.
Gedachtestreepjes kunnen rond een korte zin (of zinsnede) staan die een lopende zin onderbreekt. Eén gedachtestreepje kan ook een inhoudelijke wending aangeven. Een gedachtestreepje is in principe langer dan een koppelteken en wordt met spaties gescheiden van woorden ervoor en erna.
Het is-niet-gelijk-aan-teken of ongelijkheidsteken is het wiskundige symbool ≠ voor de ongelijkheidsrelatie, dat aangeeft dat de twee operanden aan weerszijden van het symbool niet gelijk zijn aan elkaar.
zonder streepje betekend groter of kleiner dan. dus x>6 betekend dat x alles is hoger dan 6. dus 6,1';7;932 enz. een '>' teken met een streepje er onder betekend groter/kleiner of gelijk aan.
Een koppelteken is een streepje.
De lage liggende streep, oftewel de underscore, heeft in gewone teksten geen functie.
In de Nederlandse spelling hebben verschillende leestekens de vorm van een liggend streepje. Het korte liggende streepje (-) wordt onder andere gebruikt als koppelteken (man-vrouwverhouding), als afbreekteken (wa-ter) en als weglatingsstreepje (chocolade- en vanillepudding).
Het halflange liggend streepje of het halve kastlijntje (−) wordt onder andere gebruikt als gedachtestreepje, om een zin te onderbreken met een korte zin of een deel ervan.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
Wanneer iets of iemand vervangen wordt door iets of iemand anders, kan in de plaats van of in plaats van gebruikt worden. In plaats van klinkt in deze betekenis meestal gewoner dan in de plaats van. Wanneer bedoeld wordt 'niet het een maar het ander', is alleen in plaats van gebruikelijk.
Uitleg. Trek een rechtopstaand streepje (hier rood) langs het haakje, als je een k van het teken < kan maken (bijvoorbeeld |< ) dan is het kleiner dan, de ander > is groter dan.
Een symbool is een teken met een bepaalde betekenis. Door middel van verbanden of afspraken wordt duidelijk wat de betekenis van het symbool is. Het woord symbool stamt uit het Grieks: het woord symbolon betekent teken. Al heel vroeg begon men met het gebruik van symbolen.
De Does not equal of Is not equal to teken is een wiskundig teken dat aangeeft dat de ene kant van een bewering of vergelijking niet gelijk is aan de andere.
Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van enkele of dubbele aanhalingstekens. Tegenwoordig krijgen enkele aanhalingstekens meestal de voorkeur. Aanhalingstekens geven aan dat woorden letterlijk geciteerd worden. Ze worden ook gebruikt om de betekenis van een woord of uitdrukking te omschrijven.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
koffieautomaat = de koffieautomaat zelfst. naamw. (m.) Uitspraak: [`kɔfiɑutomat] Verbuigingen: koffieauto|maten (meerv.)
Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk.
vrije tijd | VRT Taal.
'24-uurs' kan ook gezien worden als een bijvoeglijk naamwoord. Deze spellingen zijn daarom ook goed: 24-uurs economie, 24-uurseconomie. 24-uurs staking, 24-uursstaking.