Op de bonnefooi De uitdrukking staat voor ons 'op goed geluk' en is uit het Frans afgeleid van 'de bonne foi' (te goeder trouw).
Volgens het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) is op de bonnefooi mogelijk een vernederlandsing van de Franse uitdrukking de bonne foi ('te goeder trouw'), waarin foi 'geloof, vertrouwen' betekent.
Ook ontstaan moderne spreekwoorden op basis van bewust bedachte persoonlijke wijsheden en uitingen over de beproevingen van het leven, zoals bepaalde lijfspreuken, motto's en stelregels. Bovendien komt het voor dat bestaande spreekwoorden expres worden aangepast, waardoor de betekenis anders wordt.
Vestje in van likmevestje is een verbastering van het Franse woord fesse, dat 'bil' betekent. Met lik me vestje werd dus oorspronkelijk iets bedoeld als 'lik m'n reet'.
Wie op een warme dag besluit een berg op te fietsen, een marathon te lopen of zich op een andere manier inspant, gaat 'zweten als een otter', zo luidt het gezegde. Alleen zweten otters helemaal niet zoveel. Dat lijkt maar zo, omdat hun vettige huid veel water vasthoudt als ze uit het water komen.
Wanneer wij enorm transpireren, zeggen wij vaak dat we zweten als een otter. Een otter zweet echter helemaal niet dus waarom deze uitdrukking? Simpel: de otter, een waterdier, heeft een vettige vacht en wanneer hij uit het water komt houdt zijn vacht water vast waardoor het lijkt alsof hij hevig zweet.
Herkomst van een fluitje van een cent
De uitdrukking is afkomstig uit de tijd dat één cent nog best wat waard was en je voor dat bedrag een klein fluitje kon kopen, zo verklaart Onze Taal. Op zo'n goedkoop fluitje was het gemakkelijk fluiten geblazen.
Deze uitdrukking gaat terug op het feit dat het vroeger gunstig was als je paard vier witte voeten had. Dan hoefde je namelijk geen tol te betalen, aldus het Groot Uitdrukkingenwoordenboek.
De pijp uit gaan betekent 'doodgaan'.Met pijp wordt hier waarschijnlijk oorspronkelijk een konijnenhol bedoeld. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat een konijn dat 'de pijp uit gaat' terwijl er jagers in de buurt zijn, er nooit meer terugkeert omdat het wordt afgeschoten, en dus sterft.
Op de valreep betekent betekent 'op het laatste moment', 'nét voordat het te laat is'. De valreep was oorspronkelijk een afhangend touw met knopen. Je kon ermee het schip op en af klimmen. Vaak hingen er twee valrepen naast elkaar, die door middel van verbindingsstukken een touwladder vormden.
Het betekent: 'dit is zwaar teleurstellend', 'dit is helemaal niets'. De herkomst van deze uitdrukking is helaas onduidelijk. De toevoeging met de pet op is een versterking, die mogelijk oorspronkelijk iets uitdrukte als 'overduidelijk', 'totaal, in alle opzichten'.
'Slapen als een roos' is een gezegde, dat lang geleden is ontstaan. Het verwijst naar de rode blosjes die verschijnen op de wangetjes van kinderen, zodra zij in een diepe slaap zijn. Deze rode blosjes deed men denken aan rozen - en vandaar dus het gezegde: slapen als een roos.
In het taalgebruik nemen uitdrukkingen en spreekwoorden een belangrijke plaats in. Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
Zo glad als een aal (paling); hij is geslepen, uitgekookt.
De Griekse schrijver Xenophon vertelt dat de Perzische jeugd niet transpirerend gezien wilde worden, dit lichaamsvocht zou bij voortdurende lichaamsinspanning, zware arbeid en een ingetogen leven (zo dacht men) immers zijn verdampt of ingedroogd. Uit deze redenering komt de uitdrukking "het luie zweet" voort.
d.w.z. dronken, gepoetst, vet, in de neut (no.1633) zijn; eig. glimmen, een glimmend gezicht hebben tengevolge van drankmisbruik.
In het straatwoordenboek staat stukgaan omschreven als 'erg lachen om iets'. Dat is hoogstwaarschijnlijk de versie van mijn studenten. Een versie waarbij het opletten geblazen is, omdat hij net zo werkt als de welbekende 'ha ha'.
Roken als een ketter betekent 'heel veel roken', 'roken als een schoorsteen' en vloeken als een ketter betekent 'heel veel vloeken', 'grof in de mond zijn'. Het woord ketter is afgeleid van de Katharen, de benaming van een Franse elfde- en twaalfde-eeuwse religieuze gemeenschap.
Het woord slag verwijst hier eigenlijk naar het slaan met een lange zweep bij de dressuur van paarden. Oorspronkelijk was de Franse (zweep)slag de aanduiding voor een bepaalde zwierige slag, maar later kreeg met de Franse slag de figuurlijke betekenis 'niet degelijk, slordig, zonder goed op te letten'.
Zich blauw betalen/ergeren: veel, in sterke mate. Iemand op zijn blauwe ogen geloven: er zomaar van uitgaan dat iemand de waarheid spreekt.
d.w.z. 'elk kent en gevoelt zyn eigen leed, dat andere menigmaal niet merken, want niemand hinkt aan een anders zeer' (Tuinman I, 166) of, zooals Poirters, Mask.
Wie in de lappenmand zit (of ligt), voelt zich even niet al te goed. Hij of zij is verkouden en heeft griep, koorts of verhoging. Over het algemeen wordt deze uitdrukking vooral gebruikt wanneer de kwalen niet al te ernstig zijn en de verwachting is dat de zieke snel weer opknapt.
Boter op je hoofd hebben is waarschijnlijk ontstaan uit het spreekwoord 'Wie boter op zijn hoofd heeft, moet niet in de zon lopen. ' Daarmee is bedoeld: als je iets op je geweten hebt, kun je er maar beter voor zorgen dat je niet opvalt, want dan gaan anderen kritisch naar je kijken en komt je fout aan het licht.
d.w.z. daar begrijp ik niets van, dat gaat boven mijn begrip, of dat gaat boven mijn knar (hd.
De uitbreiding van een eitje met appeltje is vrijwel zeker te danken aan het bestaan van de uitdrukking voor een appel en een ei ('voor een heel laag bedrag'), die al in de achttiende eeuw voorkwam. De betekenissen 'voor weinig geld' en 'een makkie, een kleinigheid' liggen immers niet zo ver uit elkaar.