De Romeinen kenden voor kaas het woord Caseus.Daar zijn de meeste woorden voor kaas van afgeleid: Kaas, Käse, Cheese, Queso (Spaans) en Queijo (Portugees). De kaas die de Romeinen naar onze streken meebrachten was waarschijnlijk een ander product dan de kaas die wij zelf maakten.
Het Latijnse woord caseus 'kaas' heeft zich in de Romeinse tijd over alle West-Germaanse talen verspreid. De eerste sporen van dit leenwoord vinden we in de West-Germaanse talen van de Vroege Middeleeuwen. Zo heeft het Oudengels het woord ciese, het Oudhoogduits het woord kâsi.
In 2011 werd ontdekt dat al 7000 jaar geleden kaas werd bereid in Polen, nadat men in potten na chemische analyse melkvetten had gevonden. Het betrof potten die doorboord waren geweest met strootjes tijdens het bakken, waardoor een zeef was ontstaan.
Kaas is een zuivelproduct met een vaste structuur. Door het toevoegen van stremsel en zuursel worden de vaste stoffen in de melk (eiwitten, vetten en mineralen) gescheiden van het vocht (de wei). Voorts wordt zout en eventueel schimmels toegevoegd tijdens de bereiding van kaas.
In de moderne tijd zijn de Nederlandse boeren langzaam overgestapt van kaasproductie op de boerderij naar kaasproductie in zuivelfabrieken. Met het produceren van bijna 800 miljoen kilo kaas per jaar, is Nederland één van de grootste kaasmakers van Europa.
Hoewel Nederland een echt kaasland is, staat het niet op de eerste plek qua kaasconsumptie. De meeste kaas wordt namelijk gegeten in Denemarken. Daarna volgt Griekenland, waar vooral veel feta in gerechten wordt verwerkt. IJsland staat op de derde plaats en Frankrijk op de vierde.
Wanneer de eerste Hollandse kaas is gemaakt, is lastig te zeggen, maar archeologen hebben kaasbereidings-tools gevonden in Nederland die dateren van 800 voor Christus.
Kaas bestaat voor een groot deel uit water. Als je 100 gram kaas koopt, is 40 gram van die kaas water en blijft er dus 60 gram kaas over. Het nummer 48+ op de kaas betekent dat die 60 gram overgebleven kaas voor 48% uit vet bestaat.
Zo zit in 48+ kaas minimaal 30% vet en in 30+ kaas zit gemiddeld 16% vet. Wanneer je let op je gewicht, is 30+ kaas dus een betere keuze, dan bijvoorbeeld oude 48+ kaas. Ook voor je algehele gezondheid is 30+ kaas een betere keuze dan normale kaas omdat kaas vooral verzadigd vet bevat.
Hoe hoger het getal, hoe vetter de kaas. Het vetgehalte heeft invloed op je vetinname, maar ook op de smaak en structuur van kaas. Hoe meer vet, hoe voller de smaak. Je kunt dus stellen dat 48+ kaas een rijkere smaak heeft dan 20+ kaas.
Kaas is een wereldwijd bekend product en bijna ieder land kent zijn eigen kaassoorten en smaken. Sinds de Gouden Eeuw is Nederland in het buitenland bekend komen te staan als echt kaasland. Door de jaren zijn er steeds meer merken, soorten en typen kaas op de markt gekomen.
Hele Goudse jong belegen kaas kopen? De meest verkochte kaas in Nederland. Jong Belegen goudse kaas. 8 weken gerijpt op de planken.
Wetenschappers hebben vermoedelijk de oudste kaas ter wereld gevonden in een Egyptische graftombe. Na een rijping van ruim drie millennia jaar mag het Egyptische kaasje met recht overjarig worden genoemd.
Kaas bestaat al eeuwen. Het is vermoedelijk zo'n zesduizend jaar geleden ontdekt, waarschijnlijk door nomaden. Zij bewaarden hun melk destijds in magen van runderen en varkens. Deze melk werd voortdurend heen en weer geschud als ze onderweg waren.
Over de hele wereld is het bekend, Nederland is een kaasland. Aangezien er gemiddeld per persoon ruim 14 kilo kaas per jaar wordt gegeten, is dit ook niet zo gek! Wist je trouwens dat Nederland ook nog eens de grootste kaasexporteur ter wereld is?!
Een vegetariër eet geen producten van gedode dieren: geen vlees of vis, maar wel zuivel en eieren. Veganisten ('vegans') eten niets dat afkomstig is van een dier.Dus ook geen kaas, melk en eieren.
Een ei bevat 1,5 gram verzadigd vet en daarnaast ruim 3 gram onverzadigd vet.Een plak kaas (25 gram) bevat 5 gram vet, waarvan 3,5 gram verzadigd vet en 1,5 gram onverzadigd vet. Wat hier aan opvalt is de verhouding tussen verzadigde – en onverzadigde vetten.
Kort gezegd: hoe hoger het getal, hoe vetter de kaas. Een brie 60+ bevat 33 gram vet per 100 gram, terwijl een brie 50+ zo'n 25 gram vet bevat. Magere kazen (met 10+, 20+ en 30+) bevatten beduidend minder vet. Hoeveel gram vet er precies in een stuk kaas zit, staat aangegeven op de verpakking.
Aan volwassenen worden 300-450 gram melk(producten) en 40 gram kaas per dag geadviseerd. De aanbevolen hoeveelheid melkproducten is hoger voor tieners en 50-plussers vanwege hun hogere behoefte aan calcium.
Je ziet het vaak op de verpakking staan: 10+, 20+ 30+, 40+, 48+ of misschien wel of 50+. Maar wat houdt dit nou precies in? Het getal zegt niets over hoe lang het heeft gerijpt of hoe oud de kaas is, maar over het vetgehalte van de kaas. De aanduidingen 10+, 20+, 30+, 40+, 48+ of 50+ geven dus het vetgehalte aan.
Hüttenkäse is vetarm, met maar 3,5 gram vet per 100 gram heeft het het laagste vetpercentage van alle kazen. Hij komt echter net een plekje lager dan mozarella in de ranglijst, omdat Hüttenkäse meer zout bevat en wat minder voedingsstoffen.
Gaten in de kaas ontstaan volgens de productspecialisten van Uniekaas door het zuursel, ook wel propionzuur genoemd. Dat is een natuurlijke melkzuurbacterie die aan de kaas wordt toegevoegd voor de smaak en de houdbaarheid. Hij geeft de kaas een iets scherpe en zoetige smaak. Hoe meer zuursel, hoe smaakvoller de kaas.
Voor verschillende kazen worden verschillende zuursels gebruikt, verschillende bacteriën dus. Sommige van deze bacteriën kunnen luchtbelletjes maken. Deze luchtbelletjes vormen de gaten in de kaas. Omdat er verschillende zuursels worden gebruikt hebben sommige kazen wel gaten, en sommige niet.