Ondanks dat een bevalling in de meeste gevallen normaal verloopt kunnen problemen ontstaan. Veel voorkomende problemen zijn het onvoldoende vorderen van de bevalling (ontsluiting of uitdrijving), ruim bloedverlies na de bevalling en het niet spontaan geboren worden van de placenta.
Vanaf de jaren 70 ligt dit aandeel jaarlijks op minder dan 14 per 100 duizend levendgeborenen. Sinds 2007 is dit aandeel zelfs onder de 5 per 100 duizend gebleven. Dat komt neer op minder dan 10 vrouwen per jaar die sterven tijdens de zwangerschap of bevalling.
Vooral in de midden- en laatste fase is de pijn goed te voelen. In de uitdrijvingsfase (tijdens het persen) is de pijn vaak het hevigst. Meestal is de pijn het meest in de buik te voelen, maar ook in de rug en de benen kan pijn gevoeld worden. Na de geboorte van de baby neemt de pijn zeer sterk af.
Na een gecompliceerde, langdurige bevalling of na een keizersnede bestaat een iets verhoogd risico op complicaties. De meest voorkomende complicaties zijn; infecties (ontstekingen), een bloedpropje (trombose) of een nabloeding. Soms kunnen hevige stemmingswisselingen een reden zijn voor (psychische) problemen.
Bijna alle vrouwen ervaren een bevalling als pijnlijk. Toch is pijn bij de bevalling een normaal iets. De pijn tijdens de bevalling neemt meestal toe als de ontsluiting vordering laat zien. Het is in deze fase vaak te voelen in de onderbuik, de onderrug of soms richting de bovenbenen.
“Mannen ervaren pijn minder intens. Sommige vrouwen geven overigens aan dat nierstenen pijnlijker zijn dan bevallen.” Dokter Paul Christo, pijnspecialist in het Johns Hopkins Hospital noemt dit “waarschijnlijk de ergste pijn die je je kunt voorstellen.
Meestal wordt de pijn erger als de ontsluiting toeneemt. De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.
Bij sommige vrouwen gaat dit vanzelf, bij andere vrouwen is er hulp bij nodig, bijvoorbeeld door een baarmoeder massage of het toedienen van oxytocine. Het is de bedoeling dat jouw placenta volledig de baarmoeder verlaat. De verloskundige of gynaecoloog zal deze na de bevalling controleren.
Het eerste herstel van uw lichaam na de bevalling duurt zes tot acht weken. Volledig herstel duurt echter drie tot vier maanden. Veranderingen in uw lichaam en in uw omgeving vragen veel energie.
"Een vaginale geboorte is niet voor alle vrouwen geschikt. We moeten af van het automatisme van de vaginale bevalling", zegt kersvers hoogleraar gynaecologie Bas Veersema in "Nieuwe Feiten" op Radio 1. "Het lichaam van een vrouw is eigenlijk steeds minder geschikt geworden om een kind te baren".
Een lotusgeboorte, ook wel lotusbevalling genoemd: steeds vaker gehoord in het land. Maar wat is het eigenlijk? Het is de baby verbonden laten aan de placenta totdat de navelstreng vanzelf loslaat. Dit heeft bij ons 6 dagen geduurd, maar meestal laat de navelstreng wel wat eerder los – op dag 3,4 zo.
Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Je kunt zo'n wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst.
GROESBEEK / NIJMEGEN - Wereldwijd was afgelopen week aandacht voor de ziekte EB (Epidermolysis Bullosa), een ernstige, ongeneeslijke huidaandoening. Wie aan de ziekte lijdt wordt een vlinderkind genoemd, omdat de huid zo teer is.
Een regenboogbaby, dat klinkt leuker dan het is. Een regenboogbaby of regenboogkind is namelijk het kindje dat geboren wordt na een zware periode waarin de ouders een baby hebben verloren. Dit kan gebeuren door een miskraam, buitenbaarmoederlijke zwangerschap, stilgeboorte, abortus of wiegendood.
Leg twee warme handen om de buik en pak de buitenkant van de baarmoeder als het ware vast. Beweeg de buik zachtjes heen en weer. De baby wordt zo heerlijk gewiegd en zal reageren als je stopt met wiegen door naar je hand toe te zwemmen. Vaak moet je even leren om dit goed te doen, maar het is zó leuk.
Na de bevalling ben je direct zo'n vijf kilo kwijt. Naast je baby ben je ook het vruchtwater en de placenta kwijt. Tijdens de kraamweek verlies je nog eens vier kilo. De kilo's die dan overblijven, is een laagje extra vet.
Vaak is de vagina wat wijder na de bevalling, en kan het geboortekanaal wat meer open staan. Dit trekt meestal bij, maar het kan ook dat je vagina wat wijder blijft. Meestal is dit verschil niet heel groot, en ook is het heel normaal. Hierdoor kan seks wat anders aanvoelen, en kan je grotere tampons nodig hebben.
Plassen onder de douche is ook een goed alternatief. Je kunt het water ook gebruiken om na het plassen de boel schoon te spoelen en dan zachtjes te deppen met wat wc-papier of een zachte handdoek.
Vaak is de oorzaak dat de placenta niet goed genoeg werkt. De baby krijgt dan te weinig voedingsstoffen. Het buikje blijft vaak achter in de groei. Uiteindelijk kan de baby ook minder gaan bewegen.
Door te bewegen kan het gebeuren dat de navelstreng om de nek van je kindje komt te zitten. Hier heb je het dus over de navelstreng om de nek bij de bevalling, dit noemen we ook wel een omstrengeling. Dit vormt in de meeste gevallen geen probleem, maar toch is het iets waar ouders vaak erg angstig over zijn.
De organen en de baarmoeder zullen na een bevalling even de tijd nodig hebben om weer op hun plek te komen. Soms kan dit een aantal weken duren. Daardoor kan buikpijn ontstaan. Klachten over buikpijn zijn soms ook het gevolg van niet goed functionerende darmen; er kan sprake zijn van verstopping of juist van diarree.
Ademhalen tijdens de bevalling
Bij scherpe weeën en wanneer je nog niet mag persen, start je met puffen (roosademhaling). Je ademt in één keer goed in door de neus en in twee keer uit door de mond, gevolgd door één lange uitademing waarmee je je longen leegmaakt.
Dat is een beetje een raar gevoel maar doet niet echt pijn. De baarmoeder trekt samen en voelt als een harde bal onder de navel. Komt de placenta niet binnen een uur naar buiten, dan moet deze onder narcose verwijderd worden in het ziekenhuis.
Veel hangt ook af van je kindje zelf en de eventuele moeilijkheden tijdens de opname. Soms wordt gestreefd naar een gewicht van 2,5 kg alvorens een kindje naar huis mag gaan. Als de toestand van het kind het toelaat, wordt je kind soms tussentijds overgebracht naar een ziekenhuis dichter bij je woonplaats.