Odin is de god van kennis, wijsheid, strijd, oorlog, het hiernamaals, magie, geneeskunst en het runenschrift. De beschrijving van Odin stamt vooral uit de Gylfaginning, een vertelling van de IJslander Snorri Sturluson uit de 13e eeuw, waarin het christelijke perspectief overheerst.
Gevallen Vikingen gingen naar Walhalla
In de Vikingtijd werden de elementen gecombineerd tot wat nu het Asengeloof heet – de Asen waren medegoden van Odin. Volgens dit geloof waren er in het heelal negen rijken, en naar twee ervan gingen de zielen van dode Vikingen.
In de Noorse en Germaanse mythologie is Thor de dondergod. Wij noemen hem ook wel Donar en onze donderdag is naar hem genoemd! Hij was de zoon van Odin (de oppergod) en Fjörgyn. Als kind was het al een lastig kereltje, dus Odin schakelde twee bliksemgeesten in bij de opvoeding.
Thor gold namelijk ook als de sterkste vechter onder de goden, die Asgaard beschermde tegen de aanvallende reuzen. Deze god was vrij populair onder de Germanen en Vikingen.
Thor bracht vele avonturen uit om de grote slang Jörmungand te vangen en te doden. Uiteindelijk leerde hij echter dat hij de slang tijdens Rangarök zou doden, maar hij zal ook in het gif van de slang verdrinken.
Ares was de god van de oorlog en het geweld. Hij was een zoon van Zeus en Hera. Bijna altijd was hij op stap met Eris, zijn zus en godin van de tweedracht.
De Griekse Zeus werd geassocieerd met wind, regen en bliksem, net als de Thracische Sabazios. Ook de Luwische Tarhund, de Hettitische god Teshub, en de Noord-Europese god Thor zijn typische stormgoden.
Zeus is de Griekse oppergod, heerser over hemel en aarde.
Hij was de God van het licht en de donder en bliksem en hij toonde die macht met zijn karakteristieke attributen: de bliksemschicht, de scepter, de adelaar en de Aegis; het vel van de geit Amalthea, een ondoordringbaar schild.
Daarmee verwijst hij naar de Noorse god Odin. De eeuwenoude religie maakt eerder een spirituele comeback in IJsland. Het land met ongeveer 330.000 inwoners, telt nu zo'n 2400 aanbidders van Noorse goden.
De Vikingen geloofden in meerden goden: Odin, Thor, Loki en Freya stonden centraal. Deze goden werden vereerd in de tempels, met standbeelden en offers van dierenbloed. Volgens de Vikingen behoorde het Walhalla toe aan de oppergod Odin. Om een plekje in het Walhalla te verkrijgen, moest je sterven in de strijd.
Wodan (Fries: *Weda, Angelsaksisch en Oudsaksisch: Woden, Oudnederlands: Wuodan, Duits: Wotan, Noors Odin) is de oppergod van de Germaanse goden in de Germaanse mythologie. Wodan wordt vereenzelvigd met de Scandinavische Odin, de stamvader van het geslacht van de Asen.
Sleipnir is een achtbenige hengst uit de Noordse mythologie, immens sterk en het snelste paard dat er bestaat. Hij is het paard van Odin en droeg hem volgens de overlevering door de hemel en naar de onderwereld. Sleipnir is het kind van Loki en Svadilfari.
Loki (ook Looki, Loke, Lopt of Loptr) is de god van chaos en leugens uit de Noordse mythologie.
Hij kan een krachtige energiestraal afvuren, magische krachtvelden oproepen, tijdelijk zijn eigen kracht vergroten, andere levende wezens en zelfs levenloze voorwerpen superkrachten geven, vliegen met grote snelheid, interdimensionale teleportatie, etc. Loki lijkt ook in zekere mate psionische krachten te hebben.
Eros was de Griekse god van de vleselijke liefde. In het Latijn heet hij Amor (liefde) of Cupido (begeerte). Eros was het hulpje (volgens sommigen de zoon) van Aphrodite, de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. Hij was degene die mensen verliefd maakte door een pijl in hun hart te schieten.
De onderwereld was in de regel alleen toegankelijk voor doden. Slechts enkele helden, zoals Odysseus, Aeneas, Herakles en Orpheus kwamen er levend weer uit. De god van de onderwereld (of dodenrijk) was Hades. De Psychopompos geleidde de zielen naar de overkant.
Apollo – in de Griekse mythologie eigenlijk Apollon geheten – is de god van de zon, muziek, geneeskunde, poëzie en schone kunsten. De god werd geboren uit Zeus en Leto (godin van de duistere nachten). Hij behoort tot de Olympische goden die de berg Olympus als hun woonplaats hebben.
Tijdens de afwezigheid van haar man, vertrok Helena op een dag met Paris, de zoon van de laatste Trojaanse koning: Priamus. Toen deze Paris de godin Aphrodite eerder tijdens de bekende twist om de appel als mooiste godin had verkozen, had zij hem als dank de mooiste vrouw ter wereld beloofd.
Mars is een Romeinse god. Hij is de god van de oorlog en de vruchtbaarheid. De oude Romeinen dienden hem. Ze geloofden dat Mars de zoon was van Jupiter, de Romeinse oppergod.
Hun volksverhalen of saga's waren rijk aan wezens, zoals elfen, trollen en dwergen. Het was een polytheïstische godsdienst, met tientallen verschillende goden. De goden van de Vikingen waren eveneens strijders. Zo hadden ze Thor, de god van de donder.
Odin = [god] - Odin (Oudnoords: Óðinn, Zweeds en Deens: Oden) wordt gezien als de oppergod in de Noordse mythologie.
Vikingen en andere Noordse volken die in de mythologie van Walhalla geloofden, meenden dat een dappere strijder – iemand die zijn leven gaf in de oorlog – het Walhalla zou mogen binnengaan. De weg er naar toe was pijnlijk en onaangenaam: alleen via de dood en bloedige voorvallen kon iemand het paradijs bereiken.