Als een stoofpot te dun is, giet dan wat vocht af, kook dit in en voeg weer toe aan de stoofpot. Dit is beter dan het gerecht achteraf binden met bloem of maïzena (zie ook stap 2). Binden kan eventueel ook met ingrediënten die uit zichzelf binden zoals tomatenpuree of cacaopoeder (in Mexicaanse stoofpotten erg lekker).
Je kunt op dezelfde manier een saus of soep dikker maken met een papje van water en bloem. Klop hiervoor de bloem door wat koud water tot je geen klontjes meer ziet. Zie je toch klontjes zitten, hoe hard je ook klopt? Giet het papje dan door een fijne zeef voor je het aan de saus toevoegt.
Vochtig vlees spettert als het in aanraking komt met hete boter, en door het vocht koelt de boter meer af dan nodig is. Voordat het vlees in de pan gaat is het slim om het even door de bloem te halen. Het krijgt dan een mooie bruine kleur en de bloem bindt later het vocht wat aan het vlees wordt toegevoegd.
Je kunt sauzen indikken met allerlei bindmiddelen zoals maïzena maar de beste manier om een saus te laten indikken is door ze gewoon te laten inkoken. Laat ze wat langer pruttelen op het vuur zodat het vocht verdampt en de saus vanzelf dikker wordt.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Als je koud vocht toevoegt, dan sluit het vlees zich af en neemt het niet makkelijk vocht en/of smaken meer op. -Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
Nog een gouden tip om je draadjesvlees perfect mals te krijgen: wijn. Of een scheutje azijn, dat kan ook. Het zuurtje hierin helpt namelijk de eiwitten in het vlees af te breken, waardoor het super mals wordt. Werk je met een stoof, dan leg je de sukadelappen in de saus, zodra je de stoof klaar hebt.
Voeg maizena, bloem of allesbinder toe
Pas wel op hoe je de maizena of bloem aan de saus toevoegt, je wilt immers niet dat de boel gaat klonteren. Neem een beetje van de saus en mix het met de maizena tot een gladde saus. Voeg het daarna toe aan de rest van de saus. Zo gaat het niet klonteren.
Wanneer je iets moet laten inkoken doe je dat best altijd zonder deksel. Zo krijgt de vloeistof die verdampt de kans om te verdwijnen. Wanneer je een deksel zou gebruiken condenseert die damp tegen het deksel en beland zo weer in de pot. Nog een goede tip: zet het vuur zeker niet te hoog wanneer je iets laat inkoken!
Soms staat er in een recept "saus tot de helft inkoken". Dan probeer je dus zoveel vloeistof te laten verdampen totdat je de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid over hebt. De duur van het inkoken hangt af van de temperatuur.
Doe de deksel op de pan en zet het geheel in het midden van een op 100ºC conventioneel voorverwarmde oven en stoof in 3½-4 uur zacht en gaar. Keer tussentijds het vlees een paar keer en controleer of er nog genoeg vocht in de pan zit en vul eventueel aan met een beetje extra water.
Welke stand inductie stoofvlees? Welke stand is stoven? Voeg rode wijn, vleesbouillon, zout en peper toe en breng aan de kook. Zet het deksel op de pot, draai het vuur op stand 1 en laat 3-4 uur stoven.
Mocht het mengsel niet de gewenste dikte te hebben, dan kun je het eventueel nog een maizenapapje gebruiken, maar begin het liefst opnieuw. Als de ragout dik genoeg is kun je beginnen met het op smaak brengen.
Geen nood, je kunt Maizena namelijk vervangen door bloem, arrowroot en tapioca. Hierbij geldt dat je bloem het beste kunt gebruiken als je het gerecht gedurende langere tijd verwarmt.
Stoven is het langzaam garen van vlees in een vloeistof. Je braadt het eerst aan en dan laat je het rustig verder gaar worden in een gesloten pan, op een laag tot matig vuur in bouillon, wijn, cider of bier met groenten en kruiden. De temperatuur van de vloeistof maakt een groot verschil.
Stoven is een kooktechniek waarbij je het vlees kort aanbakt en vervolgens langzaam laat verder garen door het onder te zetten in vocht. De temperatuur van de bereiding komt bij voorkeur niet boven de 80 °C. Stoven wordt vooral gebruikt voor stukken vlees met veel bindweefsel (bvb. een schenkel of varkenswangen).
Stoven doe je bij een temperatuur van 80 graden. Een stoofschotel mag nooit koken! Zet de stoofschotel op kamertemperatuur in een koude oven.
Er zijn zetmeelhoudende bindmiddelen (bijvoorbeeld bloem, aardappelmeel en maïsmeel) en niet-zetmeelhoudende bindmiddelen (eieren, gelatine, boter). Zetmeelhoudende bindmiddelen zijn vaak geur-, kleur- en reukloos en hebben als eigenschap op te zwellen en vloeistof te binden zodra deze wordt verhit.
Koksroom/kookroom/culinaire room
Om te vermijden dat de room zal schiften in warme sauzen of soepen, wordt bij kookroom verdikkingsmiddel toegevoegd. Je kunt koksroom dus ook vervangen door lightroom en zelf bindmiddel zoals maïszetmeel toevoegen.
Water kookt sneller wanneer je het deksel op de pan zet. Dat komt doordat de warmte in de pan gevangen blijft, waardoor het water sneller het kookpunt bereikt.
Hoe langer je stoofvlees laat garen, hoe malser het wordt. Je moet er echter rekening mee houden dat wanneer je het te lang laat opstaan, het vlees helemaal uiteen gaat vallen. Zo heb je geen stukken vlees meer maar wordt het stoofvlees meer een dikke saus met draadjesvlees in.
Doe de bouillon, kruidnagel en laurier in de pan en breng aan de kook. Zet de pan op een klein pitje met een sudderplaatje en voeg het vlees, azijn/wijn en ketjap toe. Als het vlees niet helemaal onder het vocht staat, voeg dan nog wat kokend water toe. Laat het vlees met het deksel op de pan 3 à 4 uur zachtjes stoven.
Als je het vlees afblust, dan moet het vocht, de saus of bouillon dezelfde temperatuur hebben als het vlees in de pan. Bij koud vocht, sluit het vlees zich af, wordt het minder mals en neemt het weinig smaken meer op. Laat je vlees helemaal onder de bouillon of saus garen. Op deze manier droogt het vlees niet uit.