De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Als het stormt, vanaf windkracht 9, houden vogels zich schuil. Zo houden zangvogels zich schuil tussen de struiken of in de bomen. In stedelijke gebieden schuilen zij in de luwte van huizen en gebouwen. Andere vogels, zoals watervogels, verschuilen zich tussen het riet.
Bied een schuilplaats waar de vogels hoog kunnen zitten
Naast eten moeten de vogels ook kunnen schuilen. In de tuin bieden brede hagen of muren met klimop een comfortabele schuilplaats. In de stad, kunt u een broedkastje op uw balkon hangen waar vogels in de winter beschut zitten.
Vlak voor donker verzamelen ze zich in hoge bomen, vaak midden tussen de huizen, waarna ze ineens massaal opvliegen naar de plek vaste plek waar ze dan uiteindelijk gaan slapen.
Wilde kraaien herkennen gezichten en kunnen jarenlang een wrok houden jegens iemand die hen slecht heeft behandeld. Dat blijkt uit onderzoek. Het bewijst hoe zorgvuldig kraaien mensen in de gaten houden. Volgens de wetenschappers is het mogelijk dat ook andere wilde dieren ons zorgvuldig observeren.
Vogels slapen op de momenten dat ze niet kunnen eten. Dat is lang niet altijd 's nachts. Zaadeters, zoals mezen en vinken, hebben daglicht nodig om hun voedsel te vinden, dus zij slapen wel als het donker is.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Met de staafjes in het netvlies zien vogels licht en donker. Kegeltjes zorgen ervoor dat vogels kleuren waarnemen en een scherp beeld hebben. Daarnaast zien vogels, in tegenstelling tot mensen, ook ultraviolet licht en beleven de wereld daardoor toch heel anders dan wij.
Vogel houdt zich vast met klauwtjes
Het ziet er misschien niet uit alsof ze heel stevig vastzitten, maar schijn bedriegt. Hun klauwen vouwen zich vakkundig om het oppervlak en gaan pas weer open als de vogel besluit dat het tijd is om verder te vliegen. De vogel waait dus nooit weg.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Over de pijnervaring van dieren wordt in de wetenschappelijke wereld druk gediscussieerd. Intuïtief zijn we het erover eens dat 'hogere' diersoorten zoals zoogdieren en vogels wel degelijk pijn voelen: ze likken hun wonden, vermijden pijnlijke situaties en dienen zichzelf pijnstillers toe.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Nederlandse koolmezen zijn standvogels en overwinteren dus in ons land. In strenge winters overwinteren koolmezen uit Scandinavië en Oost-Europa in grote aantallen in Nederland, maar ook nog zuidelijker.
Vreemde nesten van pimpel- en koolmezen. Mezen nestelen en slapen niet alleen in nestkasten en boomholtes, maar ook in brievenbussen, ongebruikte regenpijpen, kruiken en andere bijzondere plekken. Mezen brengen dan vaak met succes een nest jongen groot!
Elke vogel ervaart een storm op zijn eigen manier. Voor een klein zangvogeltje is vliegen met windkracht acht een pittige opgave maar voor een Noordse stormvogel is dat geen probleem. De Engelse bioloog Lyall Watson heeft een biologische windschaal gemaakt voor de invloed van de wind op dieren.
Ze vliegen gewoon door. Omdat de veren van vogels vettig zijn, deert water hen over het algemeen niet. De waterdruppels glijden direct van de veren af. Vogels vliegen daarom tijdens een regenbui gewoon door.
In uw tuin zijn het vaak de verschillende soorten mezen of mussen die overnachten in een nestkast. Maak oude nestkasten nu leeg, want vogels willen er buiten het broedseizoen geen takken of bladeren in hebben en slapen het liefst in een kale kast.
Bliksem en aarde geven stroom. Te veel stroom! Niet alleen hoog nestelende vogels kunnen getroffen worden. Als een voorjaarsstorm met bliksems een boom velt, zijn alle nesten reddeloos verloren.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
In de winter zijn ze in een warmer land dan in de zomer. Vogels die heen en weer reizen tussen een zomergebied en een wintergebied noem je trekvogels. Sommige vogels trekken een paar honderd kilometer weg, bijvoorbeeld van Nederland naar Zuid-Frankrijk. Andere vliegen wel duizenden kilometers, zoals naar Zuid- Afrika.
Waar bomen zijn, leven roodborstjes. Liefst verblijven de tuinvogels in (stekelige) struikgewassen of een goede laag kruiden, want dan kunnen ze zich goed verschuilen. Ze maken hun nest namelijk op de grond of net erboven, bijvoorbeeld in een boomstronk, een heg, tussen klimplanten of tussen de wortels van een boom.
Voor het eerst hebben onderzoekers bewezen dat vogels tijdens hun vlucht kunnen slapen. Het zijn echter maar korte dutjes. Sommige vogels maken lange trektochten en zijn dagen, weken of zelfs maanden op rij in de lucht te vinden.
Ze zijn tijdelijk extra kwetsbaar maar het kan nog goedkomen. Een vogel met maar één bruikbare poot – vergroeid, gebroken, ontbrekend – kan zich best redden, zoals we hier bij het vinkje zien. Maar het kost extra moeite om in balans te blijven of te landen.