Zachte knuffels en knuffeldoekjes geven een baby het gevoel van veiligheid en geborgenheid. Is je kindje al iets groter, dan is een knuffel vooral een troostend vriendje of speelkameraadje.
Wanneer mamie of papie even niet in de buurt zijn, moet je kleintje zich geborgen blijven voelen. We moeten je niet vertellen dat een knuffel daarvoor de ideale handlanger is. Knuffels to the rescue! Knuffeldoeken helpen ook bij de creativiteit en verbeelding van je kindje.
Knuffels die zijn hoofd en gezicht (kunnen) bedekken zijn niet veilig. Dit geldt ook voor een baby knuffeldoekjes of dekentjes, zeker als ze vies zijn geworden door speeksel. Omdat de doek dan geen lucht meer doorlaat, kan je kind erdoor stikken.
Leer een baby onder de 6 maanden niet aan om met een knuffel te slapen. Onderzoek toont aan dat knuffels voor deze baby's nog geen emotionele rol vervullen. Vanaf de leeftijd van 6 maanden kan een knuffel of doekje een geborgen gevoel geven. Een kind dat wakker is kan met zijn knuffel spelen of er troost bij zoeken.
Onderzoek heeft uitgewezen dat 60% van de kinderen in Europa een knuffel heeft. Ze kunnen een rol spelen in de emotionele ontwikkeling. Dit is te verklaren door het feit dat deze knuffels steun geven aan je kind. Ze bieden troost en zekerheid en helpen bij de ontwikkeling van zijn zelfstandigheid.
Een kind moet zich geliefd, gewaardeerd en geaccepteerd voelen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Contact met anderen is van essentieel belang en lichamelijk contact is daarbij ook zeker een basisbehoefte. Het is dan ook absoluut onzin dat je een jong kind zou kunnen verwennen door het te veel te knuffelen.
Wetenschappers hebben uitgezocht hoelang een gemiddelde knuffel wereldwijd duurt. Uit de studie blijkt dat knuffelen ongeveer net zo lang duurt als andere menselijke acties zoals iemand uitzwaaien: drie seconden.
Naast de aspecten van comfort voor de baby, is de knuffel ook goed voor zijn of haar ontwikkeling. Hij kan het proces van zelfstandig worden, vergemakkelijken. Pedagoog Eiskje Clason zegt tegen NRC dat een kindje eigenschappen aan een knuffel geeft. En wel eigenschappen dat het kind zelf nog niet ontwikkeld heeft.
De functie van een speendoekje is tweeledig; het speentje raakt minder snel kwijt en het doekje wordt vaak als. Door het knuffelen komt er een herkenbare geur aan het doekje, wat je baby een rustig en vertrouwd gevoel geeft.
Vaak begint het als 'hoofdkusjes' of 'wangkusjes': je baby legt zijn hoofd of wang tegen jouw gezicht aan. Na enige tijd krijgt hij door dat de personen waar hij aan gehecht is blij worden van zijn nageaapte kusjes en knuffels. Hij gaat het daarom steeds vaker en ook spontaan doen.
Als baby's in het bed van de ouders slapen, zouden baby's oververhit, bekneld of verstikt kunnen raken onder dekens en kussens, wat de kans op overlijden zou verveelvoudigen.
Een baby slaapt het veiligst in zijn eigen bedje. Het is bewezen dat baby's die jonger dan 4 maanden zijn en bij hun ouders in bed slapen, een 3 keer zo groot risico hebben op wiegendood. Voor gezonde, zich goed ontwikkelende baby's is er na de eerste 4 maanden geen verhoogd risico meer.
Je baby slaapt het veiligst op zijn rug. Zo ligt zijn gezichtje vrij, waardoor hij goed kan ademhalen. Leg je baby dus nooit op zijn buik te slapen, ook niet om te troosten, omdat de kans dan wél bestaat dat de ademhaling van je kindje wordt belemmerd.
Stap 2 ) Bepaal het aantal knuffels wat je in huis wilt per kind. Minimaal 1, maximaal 10. De beslissing is aan jou. Een kind schijnt volgens pedagogen aan 3 knuffels meer dan genoeg te hebben.
Vroeger bestonden ze natuurlijk ook al, alleen hadden ze toen geen speciale naam. Tegenwoordig weet iedere ouder wat bedoeld wordt met “tutteldoekje”. Het zijn baby's favoriete lapjes/knuffeltjes. Het is het “doekje” dat echt overal mee naar toe moet, wat simpel weg altijd aanwezig moet zijn.
Gebruik van een speenkoord in de wieg of het bedje wordt afgeraden omdat er verstikkingsgevaar zou zijn. Het gevaar is met name aanwezig bij (te) lange speenkoorden. Kies uit voorzorg daarom ook bij voorkeur voor een relatief kort speenkoord.
Een speendoekje is ook een goede optie om de speen minder snel kwijt te raken. Een speendoekje kan ook aan de knop of ring van de fopspeen worden bevestigd. Door iets aan de speen te bevestigen raakt de fopspeen minder snel kwijt. En raakt de speen toch kwijt, dan is hij zo makkelijker terug te vinden.
Een speenkoord, ook wel fopspeenkoord of speenketting genoemd, is een superhandige accessoire voor je kindje. Het zorgt ervoor dat je kleine spruit zijn of haar fopspeen niet kan verliezen en voorkomt ook dat het tutje op de grond valt. Zo hoef je dus niet om de haverklap een nieuwe te kopen!
Naast dat iedereen lekker zelf moet weten wat-ie doet, is het ook nog eens hartstikke goed om met een knuffel te slapen als volwassenen. Uit een onderzoek van de hotelketen Travelodge blijkt dat maar liefst 35 procent van de volwassenen dit doet.
Tips voor kopen van geschikte baby knuffels
– De knuffel mag niet te groot en niet te klein zijn. Het is een goede maat als je het met beide armen dicht tegen je aan kunt houden.
Veilige knuffels
Hun knuffel ruikt 'eigen', is lekker zacht, biedt troost en je kind voelt zich er veilig bij. Pas bij plucheknuffels wel op dat de haren niet te makkelijk loslaten. Als je kind veel op zijn knuffel sabbelt, kan hij op die manier veel haren binnenkrijgen.
Wanneer we iemand knuffelen, komt in het lichaam het hormoon oxytocine vrij, niet toevallig het knuffelhormoon genoemd. Dit hormoon speelt een belangrijke rol bij hechting en vertrouwen. Het hormoon is cruciaal voor gevoelens van verbondenheid, liefde en vriendschap - niet te onderschatten als het aankomt op geluk.
Vaak zijn vrouwen de kleine lepel en mannen de grote lepel, maar het kan af en toe fijn zijn om de grote lepel zijn. Lekker een arm om hem heen gooien en met hem in één lijn liggen. Al gebeurt het vaak dat je je omdraait en hij een met jou meedraait, om jouw in zijn lepel-holletje te laten liggen.
Ook zelfvertrouwen speelt volgens haar een belangrijk rol. “Wie niet zo openstaat voor fysiek contact met anderen, is vaak gewoon onzeker. Ook mensen met sociale angststoornissen, knuffelen doorgaans niet graag, zelfs niet met vrienden. Ze worden er vaak heel erg ongemakkelijk van en weten geen blijf met zichzelf.”