Bovenaan de lijst met populaire importproducten staan natuurlijk de Duitse auto's en auto-onderdelen, maar ook machines, chemische producten, metalen, voedingsmiddelen zoals groente en fruit en textielproducten van onze oosterburen doen het goed op de Nederlandse markt.
Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië zijn van oudsher de belangrijkste exportpartners van Nederland. Deze vijf EU-landen waren in 1996 nog verantwoordelijk voor 68 procent van de totale Nederlandse goederenuitvoer. In 2015 was dat aandeel gedaald naar 55 procent.
Qua omvang is de import van goederen veel groter dan de import van diensten. In 2018 werd 442 miljard aan goederen geïmporteerd en 195 miljard aan diensten. Bijna 70 procent van de totale import is daarmee import van goederen terwijl de import van diensten zo'n 30 procent van het totaal is.
Naast olie en aardgas importeren Nederlandse bedrijven ijzer, staal, steenkool, koper, kurk en houtwaren uit Rusland. De Nederlandse export bestaat vooral uit medicijnen, bloemen, kunststoffen, vervoermiddelen, computerapparatuur en medische instrumenten en apparaten.
In 2017 importeerde Nederland 23,5 miljoen vaten olie. Dat is iets minder dan de nummer drie, het Verenigd Koninkrijk (24,4 miljoen). Op de eerste plek is Canada te vinden met 93,5 miljoen, op twee China met ruim 63 miljoen vaten olie.
Tussen 2008 en 2014 groeide de invoer van ruwe aardolie met 13 procent en werd ook flink meer olie ingevoerd uit Irak en Nigeria. Voor de Nederlandse import zijn Noorwegen en Rusland vergelijkbare landen.
22,5 procent van de import is afkomstig uit Azië. Ook dit aandeel is nagenoeg gelijk aan 2010. Van de tien grootste goederenexporteurs naar Nederland zijn er zes een EU-land (Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Spanje) en liggen er vier buiten de EU (China, VS, Rusland en Noorwegen).
In 2021 importeerde Nederland voor ruim 2 miljard euro aan goederen uit Oekraïne. Het merendeel van de import bestond uit granen en graanproducten, zoals maïs, en plantaardige oliën en vetten, zoals zonnebloemolie.
De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2021 zijn sierteeltproducten (12,0 miljard euro), vlees (9,1 miljard euro), zuivel en eieren (8,7 miljard euro), groente (7,2 miljard euro) en fruit (7,0 miljard euro).
China is een van onze grootste handelspartners. Nederlandse bedrijven importeerden in 2021 voor 53,6 miljard euro aan goederen uit China. Hiermee is Nederland voor China een belangrijke toegangspoort naar andere Europese markten.
“Ongeveer dertig procent van de olie in Nederland, komt uit Rusland. We importeren ook nog olieproducten. Dus per saldo komen er ongeveer 750.000 olievaten aan olie per dag richting Nederland”, legt van Cleef uit.
Vooral uit Brazilië haalt Nederland veel meer vlees dan dat het daarnaartoe exporteert. Ook de vleesimport uit Thailand, België, Argentinië en Polen overtreft de export van vlees.
De export zorgt voor 1/3 van de welvaart en voor 2,1 miljoen banen. Ook de import is belangrijk. Veel Nederlandse bedrijven importeren producten om deze te bewerken of verwerken. Daarna worden deze producten vaak weer geëxporteerd.
Aardgasvoorraad. Per 1 januari 2021 heeft Nederland 495 ontdekte aardgasvoorkomens. Bijna de helft hiervan (221) is momenteel in productie, dit zijn er 5 meer dan vorig jaar.
Nederland de rest van Europa zijn nog te afhankelijk van gas uit Rusland. Zonder het Russische gas is er niet voldoende gas om aan de vraag naar gas te voldoen. Wel wil Europa zo snel mogelijk minder afhankelijk worden van Russisch gas. Maar dat kan niet op de korte termijn.
Zo blijkt uit cijfers van de Gasunie - verantwoordelijk voor het transport van aardgas in Nederland - dat in 2021 zo'n 33 miljard m3 gas uit Noorwegen, Rusland en overige landen ons land binnenstroomde. Een deel daarvan wordt gebruikt in Nederland, een ander deel stroomt weer door naar andere landen.
Ze legt uit dat Nederland geen hulp aan Oekraïne had hoeven bieden. "Oekraïne is geen lid van de NAVO en van de Europese Unie. Daarom hebben we feitelijk geen verplichting om het land bij te staan." Volgens Stoetman moet het Westen daarom iedere keer goed nadenken over de manier waarop ze Oekraïne willen ondersteunen.
Alle Navo-landen bij elkaar beschikken over zo'n 3,5 miljoen militairen.
Nederland hielp in eerste instantie Oekraïne aan bijvoorbeeld helmen, defensieve middelen, maar nu we ook offensieve wapens leveren (pantserhouwitsers), schuiven we meer op. Ook hoogleraar Geschiedenis en politiek van Rusland Hans van Koningsbrugge ziet dat Nederland steeds meer betrokken raakt bij het conflict.