Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.
Bezittingen en schulden
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
De Belastingdienst betaalt het kindgebonden budget maar aan één ouder en dat is degene die de (hoofd)aanvrager is van de kinderbijslag. Wie dat is, bepaalt u met uw ex-partner. Degene die het laagste inkomen heeft, krijgt meestal een hoger kindgebonden budget.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Kort samengevat: voor gescheiden ouders (of ouders die gezamenlijk gezag over een kind hebben) bestaat in principe geen maximumafstand om uit elkaar te gaan wonen. Het hangt af van alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de kinderbijslag uit. Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder.
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Je hebt hier tot een bepaald inkomen recht op. Het maakt niet uit of het gaat om je eigen kind, een stiefkind of een pleeg- of adoptiekind.
Kleding en omgang
Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Kinderkosten verdelen naar draagkracht
Volgens de Tremanormen verdelen we ieders bijdrage in de totale kinderkosten naar draagkracht. De verhouding tussen de draagkracht van vader en moeder bepaalt de bijdrage van ieder. Op basis van hun inkomen berekenen we voor elk der ouders hun draagkracht.
De financiële bijdrage heet alimentatie. Alimentatie is een regeling waarbij er financieel wordt bijgedragen aan degene die na de scheiding financieel ondersteund moet worden. Het betalen of ontvangen van alimentatie bestaat alleen tussen ex-echtgenoten.
Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
U mag in 2022 maximaal € 120.020 vermogen hebben als u géén toeslagpartner hebt. En € 151.767 als u wél een toeslagpartner hebt. In 2021 was dat maximaal € 118.479 zonder partner en € 149.819 met partner.
Wanneer heb ik recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting? U kunt als ouder de combinatiekorting krijgen als u werkt en uw kind jonger is dan 12 jaar. Verder hangt de korting af van uw inkomen. De Belastingdienst beoordeelt of u de inkomensafhankelijke combinatiekorting kunt krijgen.
Een alleenstaande ouder krijgt een toeslag op het kindgebonden budget. Is uw bruto inkomen lager dan € 22.356 in 2022 dan is de toeslag € 3.285 per jaar.
Heb je namelijk geen afspraken gemaakt over schoolkosten, dan vallen deze kosten onder de alimentatie. Dit betekent dat degene die de alimentatie ontvangt de schoolkosten moet betalen. De andere ouder is verder niet verplicht om hier iets in bij te dragen. Bij studerende kinderen kan dit er behoorlijk inhakken.
De ene vakantie bij de vader en de andere vakantie bij de moeder. Bijvoorbeeld de herfstvakantie bij vader, de eerste week kerstvakantie bij moeder, de tweede week kerstvakantie weer bij vader etc. Het is gebruikelijk om dan eerste en tweede kerstdag ook weer te verdelen. De zomervakantie wordt vaak in tweeën gedeeld.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Rechter beslist over verdeling
U probeert samen afspraken te maken over de verdeling en/of verrekening, eventueel met hulp van uw advocaat of een notaris (boedelbeschrijving). Komt u er niet uit, dan kunt u ook de rechtbank vragen om te beslissen over de verdeling en/of verrekening.