Hazelaars staan liefst in een humeuze en voedselrijke grond.Verder floreert hij het beste op een lichte standplaats. Zorg dus dat je hazelaar op een lichte en zonnige plek staat. De beste plek is wel afhankelijk van het ras, dit kan namelijk zijn in de volle zon of in halfschaduw.
Een ideale pH voor hazelaars is tussen 6 en 7. Hazelaar groeit ook op zuurdere gronden (pH 5), maar niet op erg zure hei- een veengronden. Een hazelaar is van nature een soort uit struweel en bos en kan groeien op plaatsen met veel licht, maar ook in de (half)schaduw.
Plant ze in een pot, 2 tot 3 cm diep, en dek de pot zeker af met kippengaas. Zorg dat de potgrond nooit uitdroogt. Hazelaars groeien hard, tot 40 cm per jaar. Plant de jonge bomen ten laatste na 2 jaar op hun definitieve plek in de tuin, op dezelfde hoogte als ze in de pot stonden.
De hazelaar is uitstekend geschikt voor het maken van informele hagen en voor aanplanten als houtwal. De maximale hoogte bedraagt zo'n 6 m. en de jaarlijkse groeisnelheid is ongeveer 20 tot 40 cm.
De hazelaar wortelt oppervlakkig en is vaak al vanaf de voet vertakt. De schors is glad en bruin. De jonge takken zijn borstelig behaard. Groeit lekker de breedte in, kan wel 4,5 meter breed worden met meerdere stammen.
De hazelaar modelleren? Om de struik compact te houden knip je de uiteinden van een aantal takken terug, ongeveer 15 centimeter. Heb je een grotere hazelaar? Dan kan het wel 30 tot 50 centimeter terug geknipt worden.
De hazelaar (Corylus avellana) is een in West-Europa inheemse struik uit de berkenfamilie (Betulaceae). De vrucht van de hazelaar is de hazelnoot, waarvan de kern eetbaar is.
Op de plaats waar ze de aarde raken, zullen ze wortelen en ontstaan nieuwe scheuten. U kunt de tak afsteken zodra de nieuwe scheuten zich goed ontwikkeld hebben en dan dus de nieuwe hazelaar verplaatsen.
Zoals de naam doet vermoeden is de Boomhazelaar, anders dan de vaak meer struikvormige Gewone hazelaar, boomvormend en kan hij ruim 20 meter hoog worden. Het natuurlijk verspreidingsgebied van Boomhazelaar ligt in Klein-Azië, de Kaukasus, Afghanistan en de Balkan waar de soort 400 jaar oud kan worden.
Hazelaars zijn namelijk brede struiken die bovendien wel 5 tot 6 meter hoog kunnen worden. Net als Forsythia is hazelaar een naaktbloeier. De plant bloeit namelijk als deze nog geen bladeren heeft.
Je kunt hazelnoten als haag of als windsingel of als bosje planten. De plantafstand is 5 x 3,5 meter. Als haag om de 2 meter. Een aan te bevelen ras is Corylus "Webb Prize Cob" De hazelaar geeft behoefte aan luchtige vochthoudende grond met een PH waarde van 5-7.
Hazelaars zijn niet te vermeerderen door stekken. Ze kunnen wel vermeerderd worden door middel van afleggen of marcotteren. Hierbij worden soepele jonge takken in de grond gebogen en vastgemaakt, zodat ze kunnen wortelen.
Kenmerken. Habitat: Op zware klei of licht zand doet de hazelaar het minder goed. Hij verdraagt wel schaduw maar zal er minder vruchten geven.
Hazelaar, Corylus avellana L. is een in West-Europa autochtone struik uit de Berkenfamilie (of Betulaceae). De struik is te vinden in loofbossen als ondergroei en in de bosrand en maakt ook deel uit van struikgewas en struwelen. Ook in hagen vind je de Hazelaar. De plant bloeit als er nog geen bladeren te zien zijn.
Bloeiperiode. De hazelaars zijn samen met de els de eerste planten die na de winter in bloei komen. Ze kunnen van januari tot begin april pollen aan de lucht afgeven. Hieronder is het gemiddelde van de dagelijkse hazelaarpollentellingen van het LUMC van 10 achtereenvolgende jaren weergegeven.
Algemene tips voor het verplanten van bomen en struiken
Verplanten doe je best tussen oktober en maart – april. Beschadig zo weinig mogelijk wortels. Graaf coniferen en andere wintergroene planten uit zonder dat de grond van de wortels loskomt.
Snoei. De beste snoeitijd is eind februari of juni. Hazelaars moeten slechts ter verjonging gesnoeid worden. Dat betekent dat je (nadat de struik na 7 jaar zijn volle wasdom bereikt heeft) één of twee zware gesteltakken wegsnoeit.
Een boom kun je verplanten vanaf de herfst (als het blad eraf is) tot het voorjaar (maart, uiterlijk begin april). Natuurlijk altijd bij vorstvrij weer. Met andere woorden: je kunt ze het best verplaatsen als de groei stilstaat. In de zomer kun je een boom pertinent niet verplaatsen.
De hazelaar kent 12 soorten en behoort tot de berkenfamilie, de Betulaceae, samen met de els (Alnus), de berk (Betula), de haagbeuk (Carpinus) en de hopbeuk (Ostrya). De gewone hazelaar Corylus avellana is een inheemse en algemeen voorkomende struik.
Schaalvruchten. De meeste noten vallen onder de categorie schaalvruchten. Het zijn allemaal boomvruchten met een harde schaal eromheen. Voorbeelden van schaalvruchten zijn dan ook amandelen, hazelnoten, macadamianoten, paranoten, pecannoten en pistachenoten.
Ook de blaadjes lusten ze meestal graag. Hazelaarstruiken hebben grote, ronde bladeren. De hazelnoten kun je beter niet geven. Ook de krulhazelaar (paastak) mag je aan je paard geven.
Deze boom wordt ook gekweekt om zijn hazelnoten, maar de vruchten van de wilde hazelaar smaken een stuk lekkerder. De noten kunnen zo gegeten worden, maar als je ze roostert, krijgen ze een sterkere smaak. Hazelnoten kunnen in gebak eieren vervangen en maken het gebak losser van structuur.
De hazelaar of hazelnoot is een struik met meerdere stammen. Hij bloeit met zogenaamde katjes en behoort tot de Berkenfamilie. De latijnse naam van de Hazelnoot is Corylus avellana. De hazelnoten die er vanaf komen worden veel door dieren gegeten.
Omdat de hazelaar vrij snel groeit zal hij na enkele jaren weer zijn oorspronkelijke (te grote) formaat krijgen. Er kan er dan ook voor gekozen worden om ieder jaar, of om het jaar een deel van de gesteltakken te snoeien.