De nuldraad heeft een blauwe draadkleur. Houdt er rekening mee dat het wel voor kan komen dat er stroom op staat. Je kan deze dus niet zomaar aanraken. De nuldraad en de fasedraad zorgen samen voor het transport van stroom naar en van de elektrische apparaten. Samen zorgen deze draden ervoor dat de stroomkring rond is.
De nuldraad (blauw) is de draad waar geen spanning op staat en zorgt er voor dat bij het gebruik van elektrische apparaten een gesloten stroomkring ontstaat. Je kunt deze veilig aanraken.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
De kleurcodering van de draden voor netspanning zijn: blauw = nul, bruin = fase, geel/groen = aarde. Daarnaast is er nog zwart, dat is een geschakelde fase-draad (kan dus wel of geen fase bevatten).
De nuldraad is in principe spanningsloos waardoor tussen fasedraad en nuldraad een spanningsverschil heerst, in woningen meestal 230 V.
Als je fase en nul tegen elkaar houdt gaat er een zeer grote stroom lopen. Dit heet kortsluiting en gaat gepaard met behoorlijke wat hitte en kan een knal geven en daadwerkelijk voorwerpen of personen ernstig letsel toebrengen.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom. Hier staat geen spanning op.
normaal gesproken heeft een aardlek weinig zin zonder aarde draad. een aardlekschakelaar meet het vershil tussen heen gevoerde en terug gevoerde stroom als dat te hoog wordt klapt hij om. als de nul als aarde gebruikt wordt heeft de aardlekschakelaar geen nut want het vershil is nul.
De aardedraad van de lamp kan je vaak aansluiten op de plafondkap van de lamp hier zit vaak een los schroefje waar de aardedraad op aangesloten kan worden. Bij de meeste nieuwe lampen kan de aardedraad direct naast de rest van de draden op het kroonsteentje.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca.400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten.
De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
De nuldraad heeft een blauwe draadkleur.
Er staat bijna nooit spanning op deze draad. Houdt er rekening mee dat het wel voor kan komen dat er stroom op staat. Je kan deze dus niet zomaar aanraken. De nuldraad en de fasedraad zorgen samen voor het transport van stroom naar en van de elektrische apparaten.
De spanning tussen de fasen is 220 à 230 volt. De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt. Om het stroomverbruik te kunnen meten op een dergelijk net, wordt vaak de Aronschakeling (2 wattmetermethode) gebruikt.
Witte en grijze draden worden normaal gesproken gebruikt als neutrale geleiders. De nationale elektrische code van 2011 vereiste een nulleider in elke schakelkast om nieuwe apparaten zoals bewegingssensoren, aanwezigheidssensoren, domotica-schakelaars en dimmers te kunnen plaatsen.
In tegenstelling tot de nuldraad is de fasedraad zeer gevaarlijk. Wanneer je bijvoorbeeld een spijker in één van de twee gaatjes van een stopcontact steekt, heb je 50% kans dat je een schok krijgt. Je hebt dus 50% kans dat je de fasedraad raakt met de spijker. De fasedraad mag daarom dan ook niet worden aangeraakt.
Het aarden van je verlichting maakt armaturen veiliger.
Zou je dat armatuur aanraken, terwijl er geen aardedraad aanwezig is, dan zal de elektriciteit via jouw lichaam de snelste weg naar de aarde zoeken. Je krijgt een elektrische schok!
Of u nu LED-verlichting moet aarden of niet, hangt dus enkel af op welke spanning uw LED-lamp dient aangesloten te worden: Een LED-lamp die werkt met een armatuur op 230 V dient wel aangeloten aan de aardingsgeleider. Een LED-lamp die werkt met een armatuur op 12 V dient niet aangeloten aan de aardingsgeleider."
Dit is normaliter een geel/groene draad. Mocht dit zo zijn, dan kun je vanuit de centraaldoos naar de wandcontactdoos een extra draad (geel/groen) trekken. De wandcontactdozen zonder aarde kun je dan vervangen door een exemplaar met aarde.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom)Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
De aarding van een woning kan in ieder huis anders zijn. Dit is afhankelijk van het bouwjaar van het huis en hoe de aarding initieel of na verbouwing is aangelegd. Er zijn vier manieren van aarding van de elektrische installatie. Dit kan via metalen aardelektrode, waterleiding, netwerkbedrijf of collectief aardnet.
De fasedraad leidt doorgaans de stroom naar de schakelaar of naar de contactdoos en wordt aangeduid met de letter 'L'. De nuldraad (of nulleider) voert doorgaans de stroom van de verbruiker terug naar het elektriciteitsnet. Deze draad heeft een blauwe mantel en wordt aangeduid met de letter 'N'.
Dubbelpolige schakelaar aansluiten
De bruine (of zwarte) fasedraad sluit je aan op ingang 'L1'. De blauwe nuldraad plaats je in de opening waar 'L2' bij staat. Er zijn nu nog twee opening over in het midden van de schakelaar. Deze zijn bedoeld voor de draden die naar de lamp of het elektrische apparaat lopen.
Een bruin stroomdraad noemt men over het algemeen fasedraad. Dit type stroomdraad is verantwoordelijk voor de toevoer van stroom. Houd er daarom rekening mee dat er op deze kabel altijd spanning staat, wanneer deze is aangesloten op de meterkast. In de basis levert een bruin stroomdraad een spanning van 230 Volt.