Hydrofoob betekent letterlijk “bang voor water”. Een hydrofobe stof is dus bang voor water, oftewel watervrezend. Hydrofobe stoffen lossen niet of nauwelijks op in water. Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën, deze zijn per definitie hydrofoob.
Hydrofobe stoffen lossen ook goed met elkaar op, omdat apolaire stoffen goed met apolaire stoffen oplossen. Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën.
Stoffen zijn hydrofiel wanneer ze door middel van het vormen van waterstofbruggen, goed in water oplossen. Het woord hydrofiel is van het Grieks afgeleid: hydro = water en fiel = vriend. Waterstofbruggen ontstaan dus bij O-H en N-H groepen.
Deze stoffen noem je ook wel 'polair'. Heeft een stof geen atomen die een sterkere lading hebben dan anderen noem je deze stof 'apolair'. Deze stoffen zijn over het algemeen lipofiel. Vraag vooraf: Suiker is een hydrofiele stof (hudor=water; filos=vriend), en daarmee is het ook lipofoob (lipo=vet; fobos=angst/vrees).
Het gevormde biologische zwavel heeft bijzondere eigenschappen; het is namelijk hydrofiel van aard terwijl chemisch gevormd zwavel een hydrofoob karakter heeft.
Water is een polaire verbinding die aangetrokken wordt tot andere polaire verbindingen. Tussen water en apolaire verbindingen bestaat een dergelijke moleculaire aantrekkingskracht niet: deze verbindingen noemt men hydrofoob. Stoffen die deze interacties wel vertonen noemt men hydrofiel.
En omdat het glas 'hydrofiel' is, vormt het water geen druppeltjes, maar een film over de oppervlakte en spoelt zodoende het vuil van het glas af. Vergeleken met gewoon glas droogt het water zeer snel op.
Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën, deze zijn per definitie hydrofoob. De oorzaak dat hydrofobe stoffen niet met hydrofiele stoffen mengen, heeft te maken met de polariteit van een molecuul. Hydrofobe stoffen zijn apolair, daardoor kunnen ze niet goed mengen met water, want dat is polair.
Zeep is zowel hydrofiel als hydrofoob. Het mengt dus zowel met water als met vetten.
Is moussline hetzelfde als hydrofiel? Jazeker! Hydrofiel is ook wel bekend als mousseline en tetra.
Hydrophilic Oil is een zachte reinigingsolie voor reiniging van de gevoelige, droge en verslapte huid. Een sterk vochtarme huid dient met een hydrofiele olie te worden gereinigd om verdere uitdroging te voorkomen.
Hydrofiel katoen eigenschappen
De 100% katoenen, gecrêpte stof is dan ook heel erg populair voor baby- en kinderkleding, omdat de katoen heel zacht is, goed ademt en zeer soepel valt. En het woord hydrofiel zegt het al, de stof droogt ook nog eens zeer snel en neemt het vocht goed op.
Wasbenzine is een hydrofobe stof dit komt omdat er grote hydrofobe groepen in de moleculen zitten, de stof bestaat uit alleen maar C-H bindingen.
Grondstoffen zijn stoffen die in een productieproces gebruikt worden. Natuurlijke grondstoffen zijn bijvoorbeeld vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en de opbrengst van landbouwgewassen.
Dat is precies wat je gaat doen. Op (onbehandeld) hout wordt een laag impregneermiddel aangebracht, waardoor het hout een waterkerende vlakte krijgt. We gaan hout weerbestendig maken. Dat wordt ook wel een hydrofoob oppervlak genoemd.
Een emulsie bestaat uit twee vloeistoffen die niet in elkaar kunnen oplossen. De kleur is dus troebel of gekleurd. Een bekend voorbeeld is olie en water.
Door het absorberend vermogen zijn hydrofiele doeken ook ideaal als handdoek, spuugdoekje, als onderlegger op het matras, op het aankleedkussen of in de kinderwagen. Omdat de stof ademend en een beetje elastisch is, is een hydrofiele doek ook ideaal als wikkeldoek om je baby in te bakeren.
In een mengsel van water en olie zorgt zeep dat kleine druppeltjes olie blijven zweven in het water, doordat de apolaire staart van het molecuul in het vetdruppeltje binnendringt en de polaire kop in contact blijft met het water. Zo'n oliedruppeltje dat omgeven door zeep zweeft in water wordt een micel genoemd.
[natuurkunde scheikunde en sterrenkunde] Letterlijk waterminnend, de eigenschap van een stof om sterk water te binden of te absorberen onder de vorming van bijvoorbeeld een gel. De term hydrofiel wordt ook gebruikt om de eigenschap van bepaalde oppervlakken aan te duiden waarop water gemakkelijk uitvloeit.
Met een losse emulgator kun je ook zelf een hydrofiele olie maken. Ons advies is om voor een badolie een verhouding van 10% te gebruiken, bijvoorbeeld 9 ml plantolie (zoals jojoba), 1 ml emulgator en maximaal 10 druppels etherische olie.
Lipofiel betekent 'vetminnend' en is een eigenschap van sommige chemische stoffen. Lipofiele stoffen lossen goed op in oliën, vetten en apolaire oplosmiddellen zoals hexaan en tolueen. Lipofiele stoffen hebben over het algemeen een neutrale elektrische ladingsverdeling over het molecuul.
Water (H2O) is een zeer polaire verbinding, omdat de waterstofatomen niet recht tegenover elkaar aan het zuurstofatoom zitten. De verbinding vormt een hoek, wat resulteert in een groot dipoolmoment.
Dit is hydrofoob zand: zand met een sterk waterafstotende coating, oftewel zand dat niet nat kan worden. Eindeloos speelplezier verzekerd! En het grote voordeel: je stopt het zo weer terug in het potje. This is hydrophobic sand: sand with a strong water-repellent coating.
Stoffen zijn hydrofoob als ze geen waterstofbruggen kunnen vormen met water en daardoor niet goed oplossen in water. Ze bevatten namelijk geen OH en NH groepen. Hydrofobe stoffen zijn apolair.Dit betekent dat er geen partiële ladingen aanwezig zijn.
Een keramische coating – ook wel bekend als ceramic coating – biedt de beste slijtvaste bescherming voor de laklaag van een auto. Het hoofdbestanddeel in een keramische coating is siliciumcarbide (SiC). Het SiC molecuul bestaat uit silicium en carbon en is harder dan siliciumdioxide (SiO2, gebruikt in glascoatings).