In de regel worden de delen van het voornaamwoordelijk bijwoord aaneengeschreven, behalve als het de bijwoorden ergens, nergens en overal betreft: ernaartoe, daarnaartoe, hiernaartoe, waarnaartoe, ergens naartoe, nergens naartoe, overal naartoe.
We schrijven ernaartoe aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.
Je hebt gezocht op het woord: naartoe. naar·toe (bijwoord) 1in de richting van het genoemde of bedoelde: waar gaan we naartoe?
En 'naar' betekent ook 'volgens' of 'zoals': 'naar mijn mening' en 'naar aanleiding van'. 'Na' is het tegenovergestelde van 'voor': 'voor de koffie'/'na de koffie'. En het betekent ook 'nabij': mijn moeder ligt mij na aan het hart.
Juist is: We gaan ervan uit dat het zal lukken. Uit hoort bij het werkwoord (het is uitgaan van iets) en wordt dus niet aan ervan vast geschreven.
eraan toegaan (= er goed/slecht aan toegaan): We weten niet hoe het eraan toe zal gaan. Het is er prettig aan toegegaan.
De juiste schrijfwijze is: ervan uitgaan, ik ga ervan uit. De regel is: schrijf voorzetsels (zoals van en uit) aan een voorafgaand of volgend woord vast als het voorzetsel niet hoort bij een ander woord.
U is een persoonlijk voornaamwoord, de beleefdheidsvorm van de tweede persoon enkelvoud. In de tweede persoon enkelvoud komt er een t achter de stam (vind). Je krijgt dan: u vindt. Ook wanneer het onderwerp u ná het werkwoord komt, schrijven we een t achter de stam: wat vindt u van de nieuwe minister?
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
We schrijven ervan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.
eraan bijwoord Uitspraak: [ɛr'an] aan (het eerder of later genoemde) Voorbeelden: `Wat een mooie jas. Welke prijs staat er op het kaartje dat eraan hangt?`, `Eraan denken dat je vanmiddag een afspraak hebt.
Antwoord. Correct is: Ik zal ervoor zorgen. Ervoor is een voornaamwoordelijk bijwoord. Het kan vervangen worden door voor + een naamwoord (bijvoorbeeld voor de planten).
We schrijven hiervan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. In andere gevallen schrijven we hier van in twee woorden. Hier kan dan vervangen worden door 'op deze plaats'.
Het hele werkwoord is uitgaan van (iets). Bijvoorbeeld: 'We gaan uit van een goede afloop' en 'Ik ga uit van haar goede bedoelingen. ' Vaak staat er niet iets als van een goede afloop of van haar goede bedoelingen, maar alleen het bijwoord er. Dan vormt er één geheel met van: ervan uitgaan.
Als het voorzetsel vanaf (of van) deel uitmaakt van een plaatsbepaling, geeft het aan van welke plaats een handeling uitgaat of vanwaar ze begint. Ook het voorzetsel vanuit heeft die betekenis. In België wordt in die betekenis ook het voorzetsel vanop gebruikt.
stellen (ww) : aannemen, assumeren, ervan uitgaan, onderstellen, opmaken, presumeren, supponeren, veronderstellen. geloven (ww) : ervan uitgaan, overtuigd zijn, zich verlaten.
We schrijven ervoor aan elkaar als het een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na ervoor kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Het betrekkelijk voornaamwoord die verwijst naar de-woorden; dat naar het-woorden, ongeacht het biologisch geslacht. Naar het-woorden die personen aanduiden (meisje, mannetje, vrouwtje, ventje, neefje, nichtje, familielid, Tweede Kamerlid enzovoort), wordt met dat verwezen.
We schrijven erin aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erin kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
De correcte spelling is ermee aan moeten.
In de vaste combinatie (iets) aan moeten (met iets) schrijven we het bijwoord aan los van het werkwoord moeten. Bij die combinatie wordt moeten min of meer zelfstandig gebruikt, maar er kan het werkwoord vangen bij worden gedacht: iets aan moeten vangen met iets.
Tekort, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis 'hoeveelheid die ontbreekt, nadelig saldo'. U kunt er een lidwoord voor zetten: een tekort, het tekort. Het tegengestelde van het tekort is het teveel. Er is ook een groot tekort aan huisartsen.
De correcte spelling is zo nodig, in twee woorden.