Organen zijn op hun beurt opgebouwd uit vier soorten weefsel: dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel. Iedere weefselsoort bestaat uit gespecialiseerde cellen.
Een orgaan is, binnen een organisme, een geheel van weefsels met een of meerdere functies ten behoeve van dat organisme. Een huidmondje is bijvoorbeeld een orgaan dat bij planten de ventilatie regelt. Vaak oefenen stelsels van enkele organen gezamenlijk een bepaalde functie uit.
We kennen de orgaanstelsels: zintuigstelsel, zenuwstelsel, hormoonstelsel, luchtwegstelsel, maag- darmstelsel, urogenitaal stelsel, voortplantingsstelsel, bewegingsapparaat, hart- en vaatstelsel, lymfestelsel.
In ieder lichaam zitten verschillende organen die allemaal een eigen functie hebben. Ze werken samen en beïnvloeden elkaar, zodat je lichaam goed kan werken en je gezond blijft. Sommige organen werken samen aan eenzelfde taak, bijvoorbeeld het verteren van voedsel. Die organen behoren dan tot hetzelfde orgaanstelsel.
In tegenstelling tot je huid is je haar geen levend orgaan (haar bestaat uit dode cellen). De haarwortel leeft wél, maar deze zit onder de huid. Bloedvaten zorgen voor het vervoeren van voedingsstoffen naar de wortel, zodat het haar kan groeien. Haar bestaat voornamelijk uit eiwit (keratine).
'Gray's Anatomy', 's werelds meest bekende anatomielesboek, werd intussen geüpdatet met de nieuwe definitie van het mesenterium. Daarmee komt het totaal aantal organen in het menselijk lichaam op 79.
Zonder onze organen kunnen we niet leven. De belangrijkste zijn het hart, lever, longen en nie- ren.
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels.En in orgaanstelsels werken organen samen. Al die dingen samen vormen een organisme. Jouw huid is een orgaan.
De huid is het grootste en zwaarste orgaan: het heeft een oppervlak van twee vierkante meter, weegt ongeveer tien kilo en is toch maar een paar millimeter dik.
De lever is het grootste orgaan van het menselijk lichaam. Het bevindt zich in de bovenbuik net onder het middenrif of diafragma.
Wist je dit al? De huid is ons grootste orgaan en ook één van de belangrijkste van het menselijk lichaam.
Niet de grote spierbonken zoals bil en bovenbeen, maar de kaakspier is, gemeten naar kracht per vierkante centimeter, het sterkst.
Het hart – of cor in het Latijn – is een orgaan van ongeveer 350 gram en heeft grofweg de afmetingen van een gebalde vuist. Het bevindt zich tussen je longen in het midden van je borstkas, net achter en aan de linkerzijde van je borstbeen.
Voorbeelden van orgaanstelsels in ons lichaam zijn: het ademhalingsstelsel, het beenderstelsel, het bloedvatenstelsel, het spierstelsel, het verteringsstelsel en het zenuwstelsel.
Hoofd -- Voorhoofd -- Oog -- Oor -- Neus -- Mond -- Tong -- Tanden -- Onderkaak -- Gezicht -- Wang -- Kin. Hals -- Keel -- Adamsappel -- Schouders. Arm -- Elleboog -- Pols -- Hand -- Vingers -- Duim. Wervelkolom -- Borst -- Ribbenkast -- Flank.
Miljoenen hersencellen vormen samen het hersenweefsel en spiercellen vormen het spierweefsel. Zo heb je dus allerlei verschillende soorten weefsels. Vetweefsel, huidweefsel, botweefsel, spierweefsel, hersenweefsel. Meerdere van die weefsels vormen samen een orgaan.
Jouw vitale organen zijn de organen in jouw lichaam die je nodig hebt om in leven te blijven; het hart, de nieren, de lever en de longen. Als één of meerdere van deze organen niet goed functioneren kan dat levensbedreigend zijn.
Voorbeelden van organen zijn de lever, longen, het hart, de nieren, de alvleesklier en de dunne darm. Voorbeelden van weefsels zijn huid, hoornvliezen, bot- en peesweefsel, hartkleppen en bloedvaten.
Organen die getransplanteerd kunnen worden zijn: hart, nieren, lever, longen, alvleesklier en dunne darm. Bij transplantatie van weefsels is niet altijd sprake van een levensreddende ingreep.
Je organen zorgen ervoor dat jouw lichaam functioneert. Dat je kunt ademen, zien en voelen bijvoorbeeld. En dat afvalstoffen je lichaam kunnen verlaten.
Nieren worden het vaakst getransplanteerd en helpen patiënten in het eindstadium van een nierziekte. Andere organen die vaak worden getransplanteerd zijn o.a. levers, longen en harten. Ook de dunne darm en de alvleesklier kunnen worden getransplanteerd en er worden voortdurend nieuwe soorten transplantaties ontwikkeld.
Eind 2020 stonden er in totaal 1.257 mensen op de wachtlijst voor een orgaan, waarvan 828 voor een nier (al dan niet in combinatie met een ander orgaan).