Het vrouwenkiesrecht is het recht van vrouwen in een democratie op actief en passief kiesrecht, d.w.z. bij verkiezingen voor wetgevende organen te stemmen en verkozen te kunnen worden.
Een kiesgerechtigde is iemand die het recht heeft om te kiezen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen actief en passief kiesrecht. Actief kiesrecht is het recht om te stemmen, passief kiesrecht het recht om gekozen te worden.
De wet-Marchant trad in werking op 28 september 1919. Vanaf deze datum heeft Nederland dus het algemeen kiesrecht (m/v). De eerste vrouw die in Nederland van haar actieve stemrecht gebruikmaakte was Maria Elisabeth (Elise) Spauwen-Schrijnemakers (Gronsveld, 10 september 1876 - aldaar, 26 november 1941).
De leeftijd voor het actief kiesrecht is op 18 jaar gesteld. De leeftijd voor het passief kiesrecht is 18 jaar voor de Staten van Curaçao en van Sint Maarten en 21 jaar voor de Staten van Aruba.
Algemeen kiesrecht of algemeen stemrecht is het systeem waarbij iedere burger kies- of stemrecht mag uitoefenen. De meeste Europese landen hebben een systeem waarbij het stemrecht slechts toegekend wordt aan personen boven een bepaalde arbitraire leeftijdsgrens.
De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door het aantal zetels dat te verdelen is. Bij een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging is dit in principe ook het aantal benodigde stemmen per te behalen zetel. = 100.000. Voor elke 100.000 behaalde stemmen krijgt een partij dan 1 zetel.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
Tijdens verkiezingen voor de gemeenteraad, Europese Unie et cetera kan er ook blanco gestemd worden. Een blanco stem wordt in Nederland wel meegerekend in het opkomstpercentage, maar heeft geen invloed op de uitslag van de verkiezingen.
De opkomstplicht voor verkiezingen is te onderscheiden van de stemplicht, waarbij men verplicht is ook daadwerkelijk een stem uit te brengen. De opkomstplicht bestaat nog in een beperkt aantal landen.
Nederland kent formeel geen kiesdrempel, al is er wel een regel dat een partij die geen reguliere zetel heeft gehaald ook geen kans op een restzetel maakt, wat dus (voor de Tweede Kamerverkiezingen) equivalent is aan een kiesdrempel van 2/3 procent van de stemmen.
Het vrouwenkiesrecht is het recht van vrouwen in een democratie op actief en passief kiesrecht, d.w.z. bij verkiezingen voor wetgevende organen te stemmen en verkozen te kunnen worden.
Met name in veel van de ontwikkelingslanden is de positie van vrouwen achtergesteld en worden elementaire rechten, zoals het recht van zeggenschap over het eigen lichaam, het recht op zelfstandigheid en het een huwelijkskeuze, niet toegekend.
Als vrouw zijnde mocht je vroeger niet naar de bank te gaan en een eigen rekening openen. Dat kon alleen als je toestemming van je man had of een andere mannelijk lid van de familie. Vanaf 14 juni 1956 mochten vrouwen zelf een eigen bankrekening openen. Vanaf die tijd werd een vrouw 'handelingsbekwaam' gezien.
Kiessystemen kunnen ingedeeld worden naar het aantal zetels dat tegelijk gekozen wordt of, omgekeerd, naar het aantal kieskringen waarin de zetels worden gekozen. een relatieve meerderheid volstaat. Dit systeem wordt gebruikt in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada, ...
Evenredige vertegenwoordiging is een kiessysteem waarbij het percentage behaalde zetels bij goede benadering evenredig is met het percentage behaalde stemmen. Een partij die 20% van de stemmen haalt, heeft in een systeem met evenredige vertegenwoordiging dus recht op (ongeveer) 20% van de zetels.
Het stemrecht in België komt toe aan alle meerderjarige Belgen. EU-burgers kunnen stemmen in Europese en gemeentelijke verkiezingen. Andere buitenlanders hebben lokaal stemrecht wanneer ze langer dan vijf jaar in het land wonen. Voor Belgen in België geldt een opkomstplicht.
Een burgemeester wordt in de praktijk voorgedragen door de meerderheid van de gemeenteraad, maar formeel is dat niet noodzakelijk. Meestal is hij ook gemeenteraadslid maar in uitzonderlijke omstandigheden kan dit ook iemand van buiten de raad zijn.
Het uiten van een mening of een keuze in een bepaalde zaak door middel van een specifieke methode, bijvoorbeeld met briefjes of door handopsteking, in een groep van meerdere stemmers.
Nadat de laatste kiezer heeft gestemd, worden als eerste de ongebruikte stembiljetten in een te verzegelen zak gedaan. Zo wordt voorkomen dat zij gemengd raken met de biljetten uit de stembus.
Een stembiljet, stemformulier of kiesbrief is (meestal) een papieren formulier waarop de kiezer zijn of haar stem registreert. Stembiljetten variëren qua vorm. Het kan een klein papiertje zijn waarop de kiezer de naam van de verkiezingskandidaat noteert, wat wel minder anonimiteit garandeert.
Iedereen in Nederland moet een beroep op de rechter kunnen doen om een onafhankelijke uitspraak te krijgen. Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.
Iedereen heeft het recht om samen met anderen een groep te vormen. Maar de groep mag de openbare orde niet in gevaar brengen. Dit artikel geeft inwoners van Nederland de vrijheid samen met anderen een groep te vormen. Bijvoorbeeld een politieke partij of een vakbond oprichten.
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.