Tijdens WOII duikt het gezin van Anne Frank ruim twee jaar onder in het Achterhuis met het gezin Van Pels en Fritz Pfeffer.
Meestal zijn dat Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl. In het begin is Beps vader Johan Voskuijl er ook vaak bij. Ook Jan Gies (de echtgenoot van Miep) eet regelmatig mee, hoewel hij elders in de stad werkt. Miep Gies blijft meestal in het kantoor om alles in de gaten te houden.
Kort na de opsluiting wordt Anne Frank verliefd op de 16-jarige Peter van Pels. Ze betwijfelt echter of het echte liefde is of dat het voortkomt uit het feit dat beide jongeren niemand anders hebben. Anne heeft ook een innige vriendschap met één van de typistes van het kantoor.
De vrouwelijke helpers van de onderduikers, Bep Voskuijl en Miep Gies, worden niet opgepakt. Als de Duitsers de onderduikers hebben meegenomen, lopen Bep en Miep naar de kamer van Otto. Daar vinden ze het dagboek van Anne. Miep bewaart het later wereldberoemde dagboek tot ze het na de oorlog aan Otto kan geven.
Miep Gies is een van de helpers van de onderduikers in het Achterhuis. Na de arrestatie bewaart zij de geschriften van Anne in een la van haar bureau. In 2010 sterft ze, een eeuw oud.
Willem van Maaren was de verrader.
Otto Frank en de helpers klagen hem in 1947 aan bij de politieke recherche omdat ze hem verdenken van verraad. Onderzoek levert echter geen bewijs op voor zijn schuld. Van Maaren bestrijdt de beschuldigingen en wijst een schikking van de hand. De kantonrechter verwerpt de aanklacht.
Fritz Pfeffer voegt zich in november 1942 als achtste onderduiker bij de families Frank en Van Pels in het Achterhuis. Als eenling belandt hij tussen twee gezinnen, met de puberende Anne als kamergenoot.
Anne sterft van uitputting in Bergen-Belsen
Ook in Bergen-Belsen zijn de omstandigheden erbarmelijk: er is bijna geen eten, het is koud, nat en er heersen besmettelijke ziektes. Ze krijgen allebei vlektyfus. In februari 1945 overlijdt eerst Margot en kort daarna Anne aan de gevolgen van die ziekte.
Deportatie. Symbolische grafsteen voor Anne en Margot Frank in Bergen-Belsen, 2003. In werkelijkheid liggen hun lichamen in een van de massagraven aldaar.
Hannah Goslar was een van de beste vriendinnen van Anne Frank. Ze gingen samen naar de kleuterschool, de lagere school en later naar het Joods Lyceum. Hannah wist niet dat de familie Frank in het Achterhuis ondergedoken zat. Ze wist op dat moment niet beter dan dat Anne en haar familie naar Zwitserland gevlucht waren.
Toen Anne Frank (1929-1945) in februari 1934 in Amsterdam kwam wonen, was ze bijna vijf jaar. Dat betekent vanuit taalkundig gezichtspunt dat ze, net als alle kinderen van die leeftijd, haar moedertaal perfect beheerste. Die moedertaal was het Duits.
Het Rode Kruis concludeerde dat het overlijden viel tussen 1 en 31 maart 1945. De Nederlandse autoriteiten stelden vervolgens de officiële sterfdatum op 31 maart, voor zowel Anne als Margot.
Hij haalt een passage aan uit het dagboek zoals het in Het Achterhuis verscheen en die Anne schreef op 24 december 1943: “Die arme Pim, hij kan mij niet wijsmaken dat hij haar is vergeten.” Pim was de schuilnaam die Anne gebruikte om haar vader aan te duiden.
Onderduiken in het achterhuis aan de Prinsengracht
In juli 1942 duikt de familie Frank onder. De familie Van Pels volgt een week later. De twee families kennen elkaar al: Hermann van Pels werkte voor het bedrijf van Otto Frank. Na vier maanden komt Fritz Pfeffer er als achtste onderduiker bij.
Na de arrestatie van de acht onderduikers, hebben helpsters Miep Gies en Bep Voskuijl de geschriften van Anne in het Achterhuis gevonden. Miep bewaart Annes dagboeken en papieren na de arrestatie in een la van haar bureau.
Hoewel er op de Lüneburger Heide, op het uitgestrekte terrein van de Gedenkstätte Bergen-Belsen, een symbolische grafsteen staat voor Anne Frank en haar zus Margot, is er voor hen geen echt graf.
Anne Frank was een Duits-Nederlandse dagboekschrijfster van Joodse afkomst, bekend om haar werk, 'Het dagboek van een jong meisje', dat haar leven beschrijft, terwijl ze ondergedoken was voor de nazi's tijdens de Holocaust.
[...]en [ik] zoek aldoor naar een middel om te worden, zoals ik zo erg graag zou willen zijn en zoals ik zou kunnen zijn, als...er geen andere mensen in de wereld zouden wonen', schrijft ze op 1 augustus 1944 – haar laatste geschreven woorden.
Voordat Anne Frank moest onderduiken woonde zij samen met haar ouders en zus van 1933 tot 1942 aan het Merwedeplein in Amsterdam-Zuid. Ze beleefden hier een gelukkige tijd totdat Nederland werd bezet door nazi-Duitsland.
Twee helpers van de onderduikers zijn niet gearresteerd en op kantoor in het voorhuis achtergebleven: Miep Gies en Bep Voskuijl. Zij gaan kort na de arrestatie de schuilplaats in en vinden Annes dagboeken.
BEKIJK - Hannah Goslar vertelt over haar laatste gesprek met Anne Frank: Hannah overleefde samen met haar zus Gabi de verschrikkingen van de concentratiekampen. In 1947 emigreerde ze naar Israël. Ze werd verpleegster, trouwde en kreeg 3 kinderen, 11 kleinkinderen en 31 achterkleinkinderen.
Anne Frank is na haar dood in de hele wereld bekend geworden omdat ze tijdens de oorlog een dagboek heeft geschreven.,Na de oorlog is het uitgebracht en in meer dan 70 talen is vertaald. Anne Frank is daarmee het symbool geworden van de zes miljoen joodse slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Anne is 11 jaar oud als de Tweede Wereldoorlog in Nederland uitbreekt. Ze woont dan met haar drie jaar oudere zus Margot, haar moeder Edith en haar vader Otto in Amsterdam-Zuid. En mevrouw Pik Goslar oftewel Hanneli, zoals Anne haar noemde, was haar beste vriendin.
'Die was fout in de oorlog'! Het is een uitspraak die lange tijd gebruikt werd voor mensen die in de Tweede Wereldoorlog samen werkten met de Duitsers en betrokken waren bij de NSB. Anton Mussert volgde in Nederland het voorbeeld van de nazi's.
Edith Frank sterft op 6 januari 1945, drie weken voor de bevrijding van Auschwitz-Birkenau.