De acht onderduikers doorstonden de beruchte selectie voor de gaskamers. Vervolgens werden de mannen van de vrouwen gescheiden. Otto Frank, Hermann van Pels, Peter van Pels en Fritz Pfeffer werden naar het nabijgelegen kamp Auschwitz I weggevoerd.
Otto, Hermann, Peter en Fritz gaan lopend naar het kamp Auschwitz I, drie kilometer verderop. Zij moeten zwaar werk doen.
Het was voor haar een erezaak om alle baby's in liefdevolle handen te verwelkomen. Wonderwel kwamen alle in het concentratiekamp geboren kinderen levend en gezond ter wereld. Een groot deel van de kinderen wordt alsnog verdronken of sterft aan ondervoeding en onderkoeling.
Het dagboek van Anne Frank geeft een nogal vertekend beeld van de andere onderduikers. Met name Hermann en Auguste van Pels en Fritz Pfeffer zijn hiervan het slachtoffer. De onderlinge verhoudingen omvatten meer dan de relaties in het Achterhuis.
Peter en Anne worden verliefd. Ze knuffelen en zoenen op Peters kamer en op zolder. Maar na een tijdje realiseert Anne zich dat Peter toch niet de vriend kan worden waar zij op gehoopt had.
Er bestaat wat onduidelijkheid over de precieze overlijdensdatum van Peter. Een lijst die de Amerikanen bij de bevrijding van het kamp opstelden houdt het op 5 mei 1945. Volgens een andere lijst opgemaakt na de bevrijding van Mauthausen is Peter van Pels overleden op 10 mei 1945.
Helaas zijn meneer en mevrouw Van Daan beiden omgekomen in het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau . De enige die de concentratiekampen overleefde, was Otto Frank.
Vandaag is het zeventig jaar geleden dat de 8 bewoners van het Achterhuis gedeporteerd werden naar het moordcentrum Auschwitz-Birkenau in Polen . Ze werden ontdekt en gearresteerd in Amsterdam op 4 augustus 1944.
Dagboek & arrestatie
Drie dagen later, op 4 augustus, viel de Sicherheitsdienst het huis binnen. Alle onderduikers werden gearresteerd en afgevoerd. Eerst werden ze naar kamp Westerbork in Drenthe gebracht, van waaruit ze getransporteerd worden naar Auschwitz. De moeder van Anne overleed in Auschwitz-Birkenau.
In de eerste helft van 1943 stopte de kampleiding met het doden van zwangere vrouwen en die op het punt stonden te bevallen, maar de baby's werden nog steeds gedood. Vermoedelijk vanaf 1943 stopte men met het doden van baby's van niet-Joodse herkomst.
Na 20 à 30 minuten was iedereen overleden, hoewel de meesten vrijwel direct door het gas bevangen raakten en het bewustzijn verloren. Hierop schoren gevangenen met gasmaskers de lijken en ontdeden hen van kostbaarheden en gouden kronen. Vervolgens werden de slachtoffers in het naburige crematorium gecremeerd.
De meeste executies in het kamp vonden plaats met een vuurpeloton, anderen werden naar kampen overgebracht waar al wel op grote schaal vergassingen plaatsvonden, zoals Treblinka. Toch groeide het aantal mensen dat in Auschwitz werd vergast gestaag.
Deportatie. Symbolische grafsteen voor Anne en Margot Frank in Bergen-Belsen, 2003. In werkelijkheid liggen hun lichamen in een van de massagraven aldaar.
Margot en Anne Frank kregen vlektyfus en stierven in februari 1945. Over hun laatste dagen is niets bekend. (Citaat van) Rachel van Amerongen: 'Op een dag waren ze er gewoon niet meer.'
Willem van Maaren was de verrader.
Otto Frank en de helpers klagen hem in 1947 aan bij de politieke recherche omdat ze hem verdenken van verraad. Onderzoek levert echter geen bewijs op voor zijn schuld. Van Maaren bestrijdt de beschuldigingen en wijst een schikking van de hand.
Op 4 augustus 1944 wordt Anne Frank samen met de andere onderduikers ontdekt en gearresteerd. Een politieteam met Duitse en Nederlandse agenten bezoekt het pand en ontdekt de schuilplaats. Hier lees je wat we weten van deze dag, waarop gebeurt wat zo lang werd gevreesd.
Anne sterft van uitputting in Bergen-Belsen
Ze wordt met Margot naar concentratiekamp Bergen-Belsen gedeporteerd. Haar ouders blijven achter in Auschwitz. Ook in Bergen-Belsen zijn de omstandigheden erbarmelijk: er is bijna geen eten, het is koud, nat en er heersen besmettelijke ziektes. Ze krijgen allebei vlektyfus.
Kort na de opsluiting wordt Anne Frank verliefd op de 16-jarige Peter van Pels. Ze betwijfelt echter of het echte liefde is of dat het voortkomt uit het feit dat beide jongeren niemand anders hebben. Anne heeft ook een innige vriendschap met één van de typistes van het kantoor.
Het Achterhuis is een woning aan de Prinsengracht 263 in Amsterdam waar de Joodse familie Frank zat ondergedoken tijdens de Tweede Wereldoorlog en Anne Frank haar beroemde dagboek Het Achterhuis schreef. Het pand Prinsengracht 263 bestaat uit een voorhuis en een achterhuis waar de onderduik plaatsvond.
Antwoord: De dagboekaantekeningen van Anne Frank onthullen haar verlangen naar een vertrouweling . Hoewel ze familie en kennissen had, verlangde ze naar een diepe en oprechte vriendschap.
Van de acht onderduikers in het Achterhuis was Otto Frank, de vader van Anne Frank, de enige die de Holocaust overleefde .
Gies had kunnen worden gearresteerd omdat ze was betrapt op het helpen onderduiken van Joden. Dat gebeurde echter niet, omdat Karl Josef Silberbauer uit Wenen, haar geboortestad, kwam. Ze herkende zijn accent en vertelde hem dat ze dezelfde woonplaats hadden.
Men vermoedt dat hij in 1942 een cursus meubelstoffeerder volgde. Toen het aantal oproepen voor dwangarbeid in nazi-Duitsland toenam , vond de familie Van Pels het tijd om onder te duiken in het Achterhuis.
Mouschi was de geliefde kat van Anne Frank, een Joods meisje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdook. Helaas is Mouschi's lot onbekend , aangezien hij niet in Anne's dagboek werd genoemd na de arrestatie van de familie Frank.