De Maan is de enige natuurlijke satelliet van de Aarde en is een van de vijf grootste manen van het zonnestelsel. Ze wordt soms aangeduid met haar Latijnse naam Luna. De meeste manen in het zonnestelsel zijn erg klein in verhouding tot de planeet waarom ze heen draaien.
De maan cirkelt om de aarde en de hoge waterstand volgt de beweging van de maan. Als de maan er niet zou zijn, zouden de getijden niet helemaal verdwijnen – omdat de zon ook getijden veroorzaakt – wel zijn de getijden zonder inbreng van de maan tot wel 75 procent minder sterk. De getijden worden dus zwakker.
Het betekent dat de maan al zo'n 60 miljoen jaar na het ontstaan van het zonnestelsel het levenslicht zag. Dat is interessant, omdat het suggereert dat de maan ons veel meer kan vertellen over de evolutie van ons zonnestelsel en de aarde.
Nog opvallender is echter haar relatieve omvang ten opzichte van haar moederplaneet, de aarde. Ruwweg is de diameter van de maan liefst 1/4 van de diameter van de aarde. Het baanvlak van de maan maakt een hoek van ongeveer 5° met het eclipticavlak.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Het licht doet er 8 minuten en 21 seconden over om van de zon naar de aarde te reizen (een afstand van 1,58 × 10-5lichtjaar).
Een ruwe 2,5 miljard dollar, oftewel 2,12 miljard euro.
We voelen vrijwel niets van het feit dat de Aarde roteert: we worden niet van de planeet af geslingerd, we vallen niet om en bomen groeien niet scheef. De reden hiervoor is dat het effect van de zwaartekracht door de grote massa van de Aarde veel sterker is dan dat van de centrifugaalkracht als gevolg van haar rotatie.
Het Oude Testament kent nog een ander woord voor 'volle maan': kèsè', alleen in Psalm 81:4 en Spreuken 7:20. Het Nieuwe Testament heeft selènè (9x), 'maan', waarvan de meerderheid staat in eschatologisch-apocalyptische teksten (Mat. 24:19; Mar. 13:24; Luc.
Waterstof, ammonia en methaan bijvoorbeeld, die gebruikt kunnen worden als brandstof. Er werd ook koolstofmonoxide en koolstofdioxide aangetroffen. Bovendien troffen de onderzoekers een aantal metalen aan in de pluim: natrium, zilver en kwik. De vulling van de maankraters is waarschijnlijk niet op de maan ontstaan.
De oerknal, 14 miljard jaar geleden. Het begin van het heelal en de tijd en ook wel de Big Bang genoemd. Ondanks dat sommigen er heilig van overtuigd waren en zijn dat deze oerknal heeft plaatsgevonden, is het pas sinds maart 2014 officieel vastgesteld.
Geen voor- en achterkant
Maar eigenlijk heeft de maan geen voor of achterkant. Een voetbal heeft bijvoorbeeld ook geen voor- of achterkant. Toch was er een ruimtesonde nodig om eens een kijkje te nemen aan de andere kant van de maan. En wat blijkt: die ziet er ongeveer hetzelfde uit.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
Nee, tenzij het een botsing met een andere planeet betreft. Langer antwoord: De aarde is een grote, zware planeet.
De maan zou meer hemelruimte innemen en 's nachts meer licht geven. Zonsverduisteringen zouden vaker voorkomen en langer duren, en de getijden zouden op de turbostand gaan. Het verschil tussen eb en vloed zou veel groter zijn en tsunami's zouden leiden tot veel meer en veel massalere overstromingen.
Een maanwandeling maken kan daarom niet zomaar. Je kunt er alleen rondlopen als je een speciaal pak draagt, dat je beschermt tegen de kou, hitte en de UV-straling. Op de Maan en in de ruimte is geen lucht. Om op de Maan te kunnen lopen, heb je je eigen voorraad lucht nodig.
Er zal een flinke tsunami ontstaan en de superstorm heeft veel stof en puin in de dampkring gegooid. Daarnaast stopt de traditionele dag/nacht-cyclus. Omdat de beweging van de zon langs de hemel niet stopt, is het zes maanden lang 'dag' en zes maanden lang 'nacht'.
Als de ster de omvang heeft van de zon, worden alle planeten tot op een afstand van ongeveer vijf astronomische eenheden naar de rode reus getrokken. In ons zonnestelsel zullen daardoor ook Mars en Jupiter in de opgezwollen zon verdwijnen.
De aarde draait niet in een cirkel rondom de zon, maar in een soort ovaal, ook wel een ellips genoemd. De aarde ligt een klein beetje scheef, ongeveer 23 graden. Zij draait in 23 uur, 56 minuten en 4 seconden, één keer om haar eigen as.
De middellijn bedraagt 1,4 miljoen kilometer, ruim honderd keer de middellijn van de aarde. Een ketting van honderd aardbollen zou dus strakgespannen in de zon passen. En als de zon hol was, zouden er meer dan één miljoen aardbollen in kunnen verdwijnen.
De aarde draait rond zijn as in 23 uur 56 minuten en 4 seconden. Aangezien de evenaar 40.075 km lang is, beweegt iemand die zich op de evenaar bevindt, zich met een snelheid van 40.075/(bijna) 24 uur = 1.670 km/h. Bij ons, op de 51-ste breedtegraad, halen we nog altijd een snelheid van 1.050 km/h.
De aarde bevindt zich op ongeveer 150.000.000 km van de zon. De dichtstbijzijnde ster staat op een afstand van ongeveer 4 lichtjaar, dat is een slordige 40.000.000.000.000 km. Veel nulletjes... het gaat dus over veertigduizend miljard km.
65 of 70 km zicht mogelijk. Meer is niet mogelijk vanwege de aardkromming. Boven vlak land is meestal 40 km het meest haalbare zicht. Zichten beneden 1000 m komen voor tijdens zware neerslag of in mistsituaties.
Het begint 13,8 miljard jaar geleden met een enorme explosie. Na deze oerknal bestaat het universum volledig uit heet plasma . Het heelal zet uit en koelt daardoor af. Zo'n 380 duizend jaar na de oerknal is het heelal zo ver afgekoeld dat elektronen en protonen samen waterstof atomen kunnen vormen.