De arts kan je urine laten onderzoeken.Zo komt de arts erachter of je een infectie hebt of dat er kankercellen in je urine zitten. Je levert een potje met urine in. Een patholoog bekijkt je urine onder een microscoop.
Om te onderzoeken of je al dan niet kanker hebt, gebeurt meestal een biopsie of een punctie. Daarnaast helpen beeldvorming (onderzoeken zoals CT-scan, MRI, echografie ) en laboratoriumonderzoek (zoals bloed- of urineonderzoek) je arts om een diagnose te stellen en om de beste behandeling te kiezen.
Om erachter te komen of iemand daadwerkelijk blaaskanker heeft, moeten artsen een kijkonderzoek met cystoscoop doen. Slechts een klein deel van de mensen met bloed in de urine blijkt uiteindelijk blaaskanker te hebben. Zo'n kijkonderzoek is erg onprettig voor de patiënt en kost daarnaast erg veel geld.
Waarom dit onderzoek? Urineonderzoek wordt gedaan als uw huisarts of verloskundige meer wil weten over de werking van uw nieren of urinewegen. Zo kunnen urineweginfecties worden opgespoord, maar ook nog andere aandoeningen zoals geslachtsziekten (SOA) bij mannen en diabetes (suikerziekte).
In urine kan van alles worden gevonden: micro-organisamen, stofwisselingsproducten, rode bloedcellen, witte bloedcellen, cellen van slijmvlies van de urinewegen en allerlei chemische verbindingen. Wanneer u klachten heeft kan de huisarts aan Saltro vragen om in het laboratorium een aantal testen te doen.
Een urineonderzoek, dat een test op bloed in de urine omvat, wordt gebruikt om uw algemene gezondheid te controleren, inclusief de gezondheid van uw urinewegen, nieren en lever . De test kan ook worden gebruikt om te controleren op andere gezondheidsproblemen dan bloed in de urine.
Symptomen van blaaskanker
Blaaskanker wordt vaak bij toeval ontdekt. De meeste mensen met blaaskanker hebben in het begin geen klachten. Als de tumor groeit, kun je last krijgen van bloed in je urine. Opvallend is dat je hierbij geen andere klachten hebt, zoals pijn of het gevoel van een blaasontsteking.
Jaarlijks krijgen ongeveer 6.800 mannen en vrouwen in Nederland de diagnose. Symptomen zijn onder meer vaak moeten plassen, aandrang hebben om te plassen, bloed in de urine of chronische blaasontsteking. Blaaskanker groeit meestal langzaam. In het begin zijn er weinig of geen klachten.
Om te bepalen of u zaadbalkanker heeft, zijn verschillende onderzoeken nodig. Het gaat om (een combinatie) van: lichamelijk onderzoek. bloedprikken, urine, ontlasting, sperma inleveren.
Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig. Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Eiwitten horen niet in de urine thuis. Gewoonlijk zorgen de nieren er voor dat eiwitten in het bloed blijven. Maar bij nierschade kunnen deze eiwitten weglekken via de urine.
Een positieve testuitslag verhoogt hiermee de kans op het bestaan van een urineweginfectie van 55% (voorafkans) naar 62% (positief voorspellende waarde), terwijl een negatieve testuitslag de kans op het bestaan van een urineweginfectie verlaagt van 55% tot 31%.
De normaalwaarde van leukocyten in urine is 0-10 leukocyten per microliter urine. Verhoogde waarden kunnen wijzen op urineweginfecties, nier-infecties, blaasontstekingen, SOA's of andere aandoeningen.
Onderzoek om de diagnose blaaskanker te stellen
In het ziekenhuis krijg je een of meer van de volgende onderzoeken: urineonderzoek – onderzoek van de urine onder de microscoop. kijkonderzoek van de blaas – als je bloed in je urine hebt. TUR blaas – om weefsel weg te halen voor onderzoek.
Soms is het nodig om de urine verder te onderzoeken. Dit gebeurt niet op onze praktijk, maar in een laboratorium. Het kan zijn dat u dan opnieuw urine moet inleveren. In het laboratorium kunnen ze de urine onderzoeken op geslachtsziekten (SOA's), urineweginfecties, nierziekten, stofwisselingsziekten, enzovoort.
De arts kan je urine laten onderzoeken.Zo komt de arts erachter of je een infectie hebt of dat er kankercellen in je urine zitten. Je levert een potje met urine in. Een patholoog bekijkt je urine onder een microscoop.
Klachten bij blaaskanker
Bloed plassen. Vaak moeten plassen. Pijn of branderig gevoel bij het plassen. Pijn in de onderbuik.
Nierkanker zelf is niet in de urine te zien, maar soms wel in het bloed. Kom je met klachten van bijvoorbeeld bloed bij je urine of pijn in je zij bij je arts, dan kan hij of zij urineonderzoek aanvragen. Voor het urineonderzoek moet je meestal een potje met plas inleveren. Of je krijgt een bloedonderzoek.
Het controleert de kleur, helderheid (helder of troebel), geur, concentratie en zuurgraad (pH) van uw urine.Het controleert ook uw niveaus van eiwitten, suiker, bloedcellen of andere stoffen in uw urine .
Bloed in de urine is soms zo duidelijk dat de urine helderrood tot bijna zwart kleurt. Maar het kan ook zijn dat er bloed in de urine zit zonder dat je het met het blote oog kunt zien.
De bloedafname en het inleveren van urine zijn een onderdeel van het onderzoek (screening) voor het vasculaire preventieprogramma. De bepalingen in bloed en urine geven ons informatie over de aanwezigheid van risicofactoren voor hart- en vaatziekten.