Verlept loof is zeer gevaarlijk omdat hierin de glycoside reeds is omgezet in blauwzuur. Vergiftigingen met laurierkers - Prunus laurocerasus - en ook cotoneaster treden vooral op wanneer snoeisel binnen het bereik van de dieren komt. Na opname wordt in beide gevallen cyaan geproduceerd hetgeen de ademhalings stillegt.
Gifplanten die genoemd worden, zijn Jacobskruiskruid, Sint-Janskruid en bastaardklaver (weiden en hooilanden), paardenstaart, nachtschade, waterscheerling en smeerwortel (wegbermen, akkers en sloten), adelaarsvaren, onrijpe eikels en jong eikenblad (bosranden), diverse sierplanten/-bomen (zoals taxus, gouden regen, ...
Een taxus,en een liguster haag is af te raden,want dan heb je een haag maar geen schapen meer. De kinderen werden allergisch voor de dieren.
Door de eeuwen heen hebben schapen in het wild overleefd door te grazen, granen te eten (graanzaden, zoals maïs, maar in zeer kleine hoeveelheden), en door water te drinken.
Schapen zijn natuurlijke bosbeheerders, omdat ze graag wilgen, lijsterbes, espen en elzen eten. Deze boomsoorten worden normaal gesproken verwijderd tijdens het verzorgen en dunnen van bosopstanden.
Snoeiafval en herkauwers
Adelaarsvaren, bereklauw, eikels, gevlekte scheerling, goudenregen, hedera (klimop), jacobskruiskruid, laurierkers, nachtschade, pieris japonica, rhododendron, sint-janskruid, taxus, vingerhoedskruid en wolfsmelk zijn giftig voor de meeste schapen en kunnen dodelijke gevolgen hebben.
Schapen eten ruwvoer, dat wil zeggen gras en hooi. Pas op dat er geen Jacobskruiskruid in het hooi zit, dit is giftig. Ook lusten ze wat blaadjes en twijgjes, maar let wel op dat u ze, bijvoorbeeld met snoeiafval, geen giftige planten zoals bijvoorbeeld Taxus voert, dat kan dodelijk zijn.
Volgens Anouchka Mulder van de Dierenambulance is het dier helemaal de oude en heeft het schaap een gezonde eetlust. Het advies om dieren geen brood te voeren geldt behalve voor paarden, koeien en schapen ook voor eenden en andere vogels, want brood bevat veel zout en dat is erg schadelijk voor ze.
Het voeren van mais is niet verstandig i.v.m. het vervetten van de ooien. Hierdoor kunnen problemen rondom het aflammeren ontstaan. Na het aflammeren is het wel zeer goed mogelijk om maïs te voeren.
Wat veel mensen niet weten is dat een hortensia giftig is. Het zijn geen planten waar een hond of kat zomaar aan gaat knabbelen, vandaar dat het vaak niet bekend is dat ze giftig zijn. Ook voor mensen kan de hortensia reacties oproepen als: braken, diarree en kan het effect hebben op de bloedsomloop.
Is bamboe schadelijk voor huisdieren? Nee. Dieren zullen er vaak op kauwen, maar de bladeren zijn eigenlijk nogal voedzaam en totaal niet giftig (daarom kunt u, als u paarden, geiten, koeien of schapen heeft, bamboe gebruiken voor een voedzaam wintervoergewas).
Laurier (Laurus nobilis) staat niet in de lijst van meest giftige planten voor paarden. De laurierkers (Prunus laurocerasus), die vaak met de laurier wordt verward, is juist wel giftig. Ondanks dat de laurier waarschijnlijk niet giftig is, is het raadzaam te voorkomen dat je paard grote hoeveelheden van de plant eet.
De appels en peren zijn vanwege hun hoge energiewaarde zeker in te schakelen in een rantsoen van melkkoeien, vleesrunderen, schapen of geiten, hetzij rauw en in stukken gehakt, hetzij ingekuild.
Adelaarsvaren, bereklauw, eikels, gevlekte scheerling, goudenregen, hedera (klimop), jacobskruiskruid, laurierkers, nachtschade, pieris japonica, rhododendron, sint-janskruid, taxus, vingerhoedskruid en wolfsmelk zijn giftig voor de meeste schapen en kunnen dodelijke gevolgen hebben. See also: Welke Rum Voor Mojito?
Schapen eten veel verschillende soorten bomen en struiken. Daarbij worden de bladeren en de jonge twijgen en ook de bast en knoppen gegeten. Te veel schade aan de bast kan er echter voor zorgen dat bomen afsterven. In hoogstamboomgaarden worden vaak schapen ingezet voor begrazing en bemesting.
Dieren moeten altijd de beschikking hebben over voldoende vers drinkwater. De NVWA zegt dat een paar keer per dag water aan een dier aanbieden niet voldoende is. Dieren moeten verkoeling kunnen opzoeken op schaduwplekken of in een goed geventileerde stal. Dit staat volgens de NVWA in het Besluit Houders van Dieren.
Dan mag je tot tien schapen of geiten houden. Heb je er meer, dan is er een milieuvergunning klasse 2 nodig. In woongebied met landelijk karakter verhoogt het aantal zonder vergunning tot 25 dieren en in landbouwgebied mag je tot 150 schapen en geiten houden zonder vergunning.
Aan groeiende dieren mag men ca. 25 gram per kg lichaamsgewicht per dag geven aan totale voeropname (waarvan 75% ruwvoer), omdat ze meer nodig hebben; Zogende dieren hebben zelfs nog meer nodig, hier geldt als richtlijn: ca. 40 gram per kg lichaamsgewicht per dag aan totale voeropname (waarvan 75% ruwvoer).
Er zijn extreme langslapers zoals de vleermuis, buidelrat, luiaard en goudhamster met 15-20 uur slaap per dag. En kortslapers, zoals de olifant, de koe, het schaap en het paard, met een slaaptijd van 3-4 uur per dag.
Schapen worden niet zwaarder als ze in de regen staan. Dit komt omdat er in het wol van een schaap wolvet (lanoline) inzit. Door het wolvet gaat het water langs zijn vacht en blijft het niet zitten. Zo wordt het schaap niet nat.
Door de hoeveelheid regen in de afgelopen weken hebben schapen moeite een droge ligplaats te vinden. Volgens de Gezondheidsdienst voor Dieren verhoogt dat de gevoeligheid voor klauwproblemen. Ook is het drogestofgehalte van het gras door de neerslag erg laag.
Indien slechts 1 standweide: om de 8 weken ontwormen tussen eind april en eind oktober. Indien ooien en/of geiten met lammeren: altijd de moederdieren ontwormen voordat ze naar buiten gaan. Lammeren ontwormen bij het spenen en vervolgens na enkele dagen in een schone weide brengen.
Maar bij melkziekte is er sprake van een calciumtekort. U ziet dan dat de ooi achterblijft, traag en schrikachtig is en stijf loopt en trilt. De lammeren in de baarmoeder vragen veel calcium voor de aanleg van het skelet en de ontwikkeling van de uier. Bij melkziekte helpt het toedienen van calcium.
Adviesvoor ooien tijdens aflamseizoen
Ontworm ooien die buiten aflammeren en blijven binnen 2 weken na aflammeren. Vermijd onderdoseren. Breng elk koppel ooien met lammeren na het ontwormen zoveel mogelijk op veilig land. Ontworm guste, verwerpende, mislamde en niet zogende ooien niet.