Rattenslangen leven alleen (solitair). In gevangenschap worden ze regelmatig samen gehouden. Dit is tegen de natuur van de slang in, maar kan onder een aantal voorwaarden wel worden gedaan. Houdt nooit mannen en vrouwen in hetzelfde terrarium, tenzij je wilt kweken met de dieren.
Als u meer dan een slangen heeft, voer ze dan altijd apart! Het is mogelijk dat twee verschillende slangen de zelfde prooi willen pakken, of dat ze elkaar grijpen en opeten. Dieren die u buiten vind moet u nooit geven, deze kunnen verschillende bacteri�n en parasieten mee brengen.
Het was al bekend dat cobra's zo nu en dan andere slangen eten, maar uit nieuw onderzoek blijkt dat dit gedrag regelmatig voorkomt en dan vooral bij mannelijke slangen. Bovendien eten ze ook hun eigen soortgenoten op. Kaapse cobra's (Naja nivea) kunnen anderhalve meter lang worden.
De rode rattenslang is een meester in ontsnappen. Het terrarium moet dan ook goed afgesloten kunnen worden. Zet het terrarium op een rustige, trillingsvrije plek en niet in de zon. In het terrarium moeten verschillende temperatuurzones zijn zodat de slang kan kiezen hoe warm hij wil zitten.
Een volwassen dier heeft een terrarium nodig van minimaal 80 cm x 50 cm x 50 cm (lengte x breedte x hoogte). Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je slang. Voor jonge dieren moet gedurende de groei het formaat van het terrarium aangepast worden aan de grootte van het dier.
Als ze ouder zijn vervellen de slangen tussen de 6 à 7 keer per jaar. Een rattenslang die vervelt wil het liefst met rust gelaten worden, het is dan ook verstandig om geen voer te geven, want de eetlust is op dat moment minder groot.
Slangen eten muizen, ratten en andere kleine knaagdieren. De rattenslang eet voornamelijk muizen en kleine ratten. Je kunt de slang levende muizen voeren maar je kunt hem ook laten wennen aan diepvriesmuizen. Wanneer je kiest voor diepvriesmuizen, zorg er altijd voor dat de muizen goed zijn ontdooid.
De meeste slangen kunnen aardig tam worden, maar natuurlijk moet je altijd op blijven passen. In de ochtend zijn ze het meest rustig en kun je ze het beste hanteren. Veiligheid staat voorop: zorg er dus voor dat je slang niet in de buurt van scherpe voorwerpen en elektriciteitdraden staat.
Slangen zijn erg intelligent. Omdat het echter wilde dieren zijn, worden ze niet beschouwd als een soort om te trainen. De meeste slangen kunnen daarom niet worden getraind. Het is belangrijk op te merken dat in gevangenschap gefokte slangen als tam worden beschouwd.
Slangen poepen en plassen tegelijk. Dat komt uit één gat: de cloaca. Slangen hebben net als veel andere dieren een spijsverteringsstelsel met onder andere een maag, lever en darmen. Bij slangen komt de ontlasting uit de darm en de urine uit de nieren samen in een ruimte.
Slangen zijn roofdieren. Ze worden zelf ook door roofdieren aangevallen. Roofvogels, vossen en krokodillen eten slangen of eieren van slangen. Slangen laten zich niet vaak zien.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
Met behulp van spiersamentrekkingen kan de slang vervolgens uit zijn huid kruipen en zijn oude jasje binnenstebuiten uitdoen. Het klinkt als een hele opgave, maar in de meeste gevallen duurt het vervellen slechts een paar minuten (gemiddeld tussen de 3 en 10 minuten).
slangen hebben genoeg aan één maaltijd per week. Jonge dieren kunnen twee keer per week worden gevoerd. Twee keer per week voeren is ook verstandig voor visetende slangen, aangezien vis sneller verteert. De hoeveelheid is afhankelijk van de grootte van het prooidier en natuurlijk van de slang zelf.
Deze slangensoort eet ongeveer 1 a 2 muizen per week of 1 grote rat. Slangen kunnen een prooi naar binnen werken die een stuk groter is dan zijzelf. Dit komt omdat de kaken van een slang niet vastzitten zoals bij ons mensen. Ze kunnen hun bek zo ver open doen wat nodig is om hun prooi op te eten.
Van de drie soorten moet je alleen oppassen voor de adder: die is giftig en kan ook vervelend bijten. De ringslang en gladde slang zijn niet giftig en de ringslang bijt zelfs niet.
Samen met de koningspython is de rattenslang de populairste slang om als huisdier te houden. Naar schatting hebben tussen de 10.000 en 15.000 Nederlanders een rattenslang in huis.
Voor slangen zijn de winters in Nederland te koud om actief te kunnen zijn. Daarom gaan ze vanaf oktober tot het voorjaar in winterslaap, ergens onder de grond. In Nederland leven drie soorten slangen: adder, gladde slang en ringslang. Wanneer ze ontwaken uit de winterslaap wordt sterk door de temperatuur bepaald.
Als je een slang dicht achter de kop pakt, kan hij je niet bijten. Ligt de slang opgerold in zijn verblijf, dan kun je hem gemakkelijk benaderen. Een slang ligt in dreighouding wanneer hij zijn nek in een S-vorm houdt en zijn kop naar voren steekt.
Het vrouwtje legt in juni/juli tussen de 10 en 40 eieren in een broeihoop, afhankelijk van de grootte en leeftijd van het vrouwtje. Na acht tot tien weken komen de slangetjes uit het ei. Ze zijn dan ongeveer 16 centimeter lang, wegen 5 gram en lijken op grote regenwormen. Om te groeien moeten de slangen vervellen.
De meeste grotere slangen zijn daarom giftig, nadat de prooi gebeten is wacht de slang rustig af tot de prooi sterft en spoort het lijk op met de goed ontwikkelde reukzin. Wurgslangen grijpen de prooi met de bek, die voorzien is van vele, naar achter gekromde tandjes en wikkelen zich om de prooi tot deze stikt.
Zintuigen Slangen hebben wel ogen, maar zien meestal slecht. Ze horen geen geluiden, omdat ze geen oren hebben, maar ze voelen wél de trillingen aan de grond. Met hun gespleten tong kunnen slangen wel zeer goed ruiken en proeven. Daarom steekt een slang de tong steeds opnieuw uit de bek.
Slangen klimmen met harmonicabewegingen
Een recent onderzoek wijst uit dat slangen een harmonicabeweging maken als ze van tak naar tak bewegen. De oneffenheden op de boomstam vormen de ankerpunten waar klimmende slangen zich aan optrekken door hun lichaam steeds te plooien. Klimmende slangen plooien hun lijf in lussen.