Het blauwe druifje kan het beste geplant worden op een plek in de zon of in de halfschaduw. Hoewel deze bloem, net als alle planten, water nodig heeft, is het belangrijk dat de grond goed gedraineerd is. Zorg er dus voor dat u het blauwe druifje in een wat lossere grondsoort plant.
Planten van blauwe druifjes
De winterharde bloembollen kun je planten van september tot en met november. Plant de bollen op een plek in zon of halfschaduw en zorg ervoor dat de grond niet te nat is. Houd een afstand van 10 centimeter tussen de bollen aan en plant ze ongeveer 10 tot 15 centimeter diep.
Het planten en de verzorging van blauwe druifjes
De grond moet wat vochtig zijn, staan het bolgewas in een bloempot geef dan twee keer per week water. Bemesten is niet noodzakelijk. De bollen in oktober/november in de grond plaatsen, plant ze 6 tot 10 centimeter diep en zorg voor een afstand van ongeveer 8 centimeter.
Verzorging blauwe druifjes (Muscari)
Hoe koeler de voorjaarsbrengers binnen staan, des te langer ze er zullen bloeien. Regelmatig water geven helpt de bol tot bloei te komen, van teveel water gaat hij rotten. Voeding is niet nodig, die zit al in de bol, wat voorjaarsbrengers 'easy care' maakt.
Nadat ze in het voorjaar is uitgebloeid, kunnen de bolletjes gewoon in de tuin of pot blijven staan. De bollen vermenigvuldigen zich en in de loop van de tijd komen er steeds meer bloemetjes in de tuin.
Elk jaar meer blauwe druifjes
Nadat ze zijn uitgebloeid in het voorjaar, kun je de bollen laten zitten in de grond.
Meestal gebeurt dit in de herfst, tussen september en november. De bollen van blauwe druifjes zijn winterhard en houden het ook langer dan een jaar vol. U kunt dus langer dan één lente genieten van deze schattige bloemetjes. Sterker nog: de bollen vermenigvuldigen zich.
Bijna alle voorjaarsbloeiende bloembollen kunnen in de grond blijven zitten. De tulp echter niet, omdat die gevoelig is voor ziekten. De meeste zomerbloeiende bloembollen kunnen niet in de grond blijven zitten, omdat ze niet winterhard zijn.
Blauwe druifjes in de tuin
Graaf een geul van een aantal centimeter diep, ongeveer twee keer zo hoog als de bloembol. Plant de bollen op de gewenste afstand van elkaar en bedek ze met een laagje aarde. Altijd met de punt omhoog, want dit is de kant waar de bloemen uit zullen komen.
Sommige mensen schrikken als ze het blad van blauwe druifjes al in de herfst zien opduiken: veel te vroeg, wat als het straks gaat vriezen? Vrees niet: het is volkomen vorstbestendig. Het blauwe druifje werd vroeger in kwekerskringen ook wel 'arme Jacob' genoemd, omdat je er maar weinig aan verdiende.
Plant de druiven op een plek in de volle zon, bijvoorbeeld bij een schutting op het zuiden of een pergola. Zorg voor een plek met goed gedraineerde grond, want een druivenstok kan er niet goed tegen als de wortels in het water staan. Het beste resultaat bereik je op kalkrijke, kleiachtige grond of humusrijke zandgrond.
Wij mensen zullen van het eten van deze druifjes niet meteen 'onder zeil' gaan. Maar honden en katten kunnen er toch behoorlijk 'katterig' van worden. Kortom: Je kunt er beter alleen maar naar kijken, maar opeten niet!
Blauw druifje staat symbool voor nederigheid en bescheidenheid, omdat je door de knieën moet om ze te bewonderen.
De grote trossen met paarsblauwe bloemen verschijnen al in april en mei voordat er blad ontstaat, waardoor de bloemenextra opvallen. De bloemen geuren lekker zacht. Een tweede bloei in september komt voor. Chinese blauwe regen bloeit voor het eerst na drie tot vier jaar na het planten.
De blauweregen staat het liefst met de wortels in de schaduw en de bloemen in de volle zon of halfschaduw. De grond kan het beste een humusrijke bodem zijn, maar ze groeien ook in kleigrond. Het enige waar je goed op moet letten is dat de grond goed waterdoorlatend is, anders verdrinken ze.
Zaaien: Gecontroleerd zaaien: Februari of september-oktober in zaaibakje of potten onder glas. Opkweken en als de plant goed ontwikkeld is uitplanten op de plek van bestemming. Ter plekke zaai je na het rijpen van de zaadjes, namelijk in mei-juni (juli).
Als de hyacinten zijn uitgebloeid kun je het beste de steel met de verdorde bloemen afsnijden. Het loof (groene bladeren) laat je zitten. Deze kan je pas verwijderen nadat alles op natuurlijke wijze verdord is. De bladeren blijven namelijk zonlicht verzamelen en daardoor voeding opnemen.
Voorjaarsbloeiende bloembollen zoals tulpen, narcissen en hyacinten plant je in het najaar, vanaf september tot december, vóór de eerste nachtvorst. Ook vroege bloeiers zoals sneeuwklokje en irrissen plant je in het najaar.
4 Bloempjes
De meeste sieruien hebben een ronde bloeiwijze, bestaande uit vele miniscule bloempjes. Bij sommige, zoals Allium 'Globemaster', staan die bloempjes dicht op elkaar en vormen zo echt een kogelronde bol.
Verwilderingsbollen zoals lenteklokjes, krokussen, narcissen, sneeuwklokjes en sterhyacinten, lijken een beetje op meerjarige bollen. Je hoeft ze ook maar een enkele keer te planten en dan komen ze ieder jaar terug. Daarbovenop vermeerderen deze bollen zich ook, zonder dat je er iets aan hoeft te doen.
De druif houdt van de zon en van niet teveel wind. Tegen een muur of schutting op het zuiden is daarom een prima plek. Druiven houden van kalkrijke, humusrijke en kleiachtige grond en niet van natte voeten. Geef de druif ook voldoende ruimte, want hij kan flink groeien!
Lentebloemen. In de lente zie je veel bloemen boven de grond komen. Vooral de knol- en bolgewassen ken je wel, zoals de krokus, de tulp, de narcis en de hyacint. Maar ook aan de bomen worden de knoppen, die er in de herfst en winter al zaten steeds dikker.
Is de narcis uitgebloeid? Dan kan je de bloemenstelen wegknippen, maar laat de loof nog even staan! Het is belangrijk dat je de loof van de bolbloemen de tijd geeft om geel te worden. Dit staat misschien niet even mooi in de tuin, maar het is wel het beste voor de bol.