Kies voor een zonnige standplaats.Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Kies voor je uitplant een warme, zonnige plaats. De stevige aardbeiplanten kunnen de hitte van de volle zon makkelijk de baas en zetten alle zonlicht om in heerlijke zoete vruchten. De planten verdragen ook matige wind.
Aardbeien planten
Zet de aardbeien niet in de volle zon en zorg dat ze uit de wind staan. Zorg daarnaast voor een goede afwatering, want aardbeien houden niet van natte voeten. Houd een plantafstand aan van dertig centimeter in de rij en zestig centimeter tussen de rij.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Aardbeiplanten houden van een zonnig plekje! Half schaduw is ook geen probleem. Voor potten of bakken is half schaduw zelfs aan te raden omdat ze dan minder snel uitdrogen. Aardbeien rijpen ook in de schaduw, alleen duurt het dan wat langer.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Aardbeien zijn meerjarige vaste planten en van de heerlijk smakende vruchten van de doordragers – het type dat GroenRijk nu aanbiedt – kun je dus extra lang genieten. Je kunt er zelfs volgend jaar nog opnieuw van oogsten en misschien ook nog het jaar daarna als je goed voor je aardbeiplanten in hangpot zorgt.
Wil je de uitlopers toch direct afknippen? Knip ze dan in juni af, zet ze op water of in potjes aarde tot ze wortels hebben gevormd, waarna je ze ook in augustus uitplant. Bemest de planten net na het aanplanten en in het voorjaar met een meststof voor aardbeien.
Andere oorzaak als de planten dit seizoen helemaal geen bloemen meer laten zien kan wellicht zijn, dat er in de winterrust periode wat fout gegaan is. Een aardbeiplant heeft die koude periode nodig en in die tijd wordt tevens de bloemzetting dan al bepaald.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
In het vroege voorjaar (maart-april) krijgen je bestaande aardbeiplanten graag wat extra voeding. De bemesting bij aardbeien is echter vrij delicaat. Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting.
Plaats een laag stro rondom de planten wanneer je aardbei in de volle grond kweekt. Zo voorkom je dat de vruchten zullen rotten. Tip: Als je aardbeien wil kweken van zaadje af, gebruik dan een grond die niet te veel voeding bevat. Zodra de zaadjes twee blaadjes hebben kun je ze verpotten.
Tijdens warme en zonnige periodes geef je ze liever elke dag een beetje water in plaats van een grote hoeveelheid ineens. Giet het water aan de kroon en zeker niet op de vruchten, anders gaan ze rotten. Aardbeien zijn gulzig dus geef ze af en toe wat speciale en kaliumrijke meststof. Haal de uitlopers regelmatig weg.
Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden. Een bijbemesting met een NPK-meststof mag men pas geven als de planten goed aan de groei zijn.
Aardbeien worden eigenlijk niet gesnoeid maar er zijn wel andere handige tip zoals verplanten en stekken. Het verplanten van aardbeienplanten kun je het beste doen in februari tot maart. Verplant ze met zoveel mogelijk grond er omheen om de wortels zo min mogelijk te verstoren. Schud de aarde dus niet af.
Wortel – aardbei, bieslook, boon, dille, erwt, knoflook, kool, prei, radijs, sla, snijbiet, tomaat en ui. En dan het stinkertje (Tagetes)… Het mag dan wel een beetje vreemd ruiken, maar het is een ideale buurplant voor aardbeien, bietjes, tomaten en aardappelen.
Aardbeien verzorgen
Geef ook voeding in de vorm van een beetje lavameel en organische bemesting of compost die goed verteerd is.
Aardbeien verzorgen
Aardbeien zijn sterke planten. Het best groeien ze in humusrijke, vruchtbare grond die niet te droog en in de winter ook zeker niet te nat is. Bemest in het voorjaar met een gemengde organische meststof, eventueel aangevuld met wat kalium. Gebruik bijvoorbeeld meststof voor groenten en fruit.
Kunnen aardbeiplantjes overwinteren? Aardbeiplantjes kunnen makkelijk de winter doorkomen, als ze beschermd worden tegen (sterke) vorst. Wanneer er sprake is van vorst zonder sneeuwval, kan de bodem bedekt worden met takjes, stro of teenwilg.
Een aardbeiplant is een vaste winterharde plant, maar is niet wintergroen. In het najaar sterft hij af om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen. Hij vormt dan naast het blad steeltjes met bloemen, deze bloemen worden uiteindelijk de aardbeien.
Eén van de beste manieren om er voor te zorgen dat vogels niet aan je aardbeien komen, is door het plaatsen van insectengaas. Het voordeel van insectengaas is dat deze gaas erg fijnmazig is, namelijk 1,35 x 1,35 millimeter. Het is hierdoor niet mogelijk dat vogels met hun poten en vleugels verstrikt raken in het net.