Een aanval van hyperventilatie kan worden gevolgd door diarree, buikpijn, hoofdpijn, pijn in de rug of een grieperig gevoel. Acute hyperventilatie kan heel beangstigend zijn. De patiënt heeft het gevoel te stikken en kan duizelig worden, flauwvallen, misselijk worden en pijn krijgen op de borst of in de buik.
Over het algemeen treedt hyperventilatie op bij spanningen, angst of stresserende factoren. Personen die perfectionistisch zijn ingesteld zullen een verhoogd risico hebben op hyperventilatie. Daarnaast kunnen ook bepaalde omstandigheden zoals drukte, veel licht, veel mensen en een gesloten ruimte een aanval uitlokken.
Aan de hand van casulstiek en literatuurgegevens wordt aannemelijk gemaakt dat dit niet altijd het geval is: hyperventilatie kan leiden tot ischemie van de hartspier en daarmee waar- schijnlijk bijdragen aan angina pectoris, hartinfarct en acute hartdood.
Naast de acute vorm van hyperventilatie bestaat een chronische vorm. Deze is minder spectaculair en daardoor ook minder goed te herkennen. Chronische hyperventilatie wordt gekenmerkt door vage klachten die constant aanwezig zijn. Dit is logisch, omdat deze mensen bijna de hele dag 'onbewust' hyperventileren.
Daar waar tachypneu slaat op het aanhoudend te vlug en te oppervlakkig ademen tijdens de slaap, gaat acute hyperventilatie tijdens de slaap over plotse aanvallen of episodes van te vlugge, te intense en te diepe ademhaling (net zoals bij hyperventilatie overdag).
Slaapgerelateerde ademdisfuncties zijn korte episodes van geheel of gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen tijdens de slaap. De belangrijkste symptomen zijn snurken, benauwdheid, gevoel van stikken, en naar lucht happen. Daardoor wordt de slaap onderbroken en is men overdag overmatig slaperig.
Klachten van het centrale zenuwcentrum: duizeligheid, zwart worden voor de ogen, gevoel van flauwvallen, droge mond, transpireren, koud of warm worden, hoofdpijn; Maag-darmklachten: misselijkheid, buikpijn, opgeblazen gevoel, overgeven; Algemene klachten: gespannenheid, angst, paniek, vermoeidheid, slaapproblemen.
Hyperventilatie heeft vaak een psychologische oorzaak, maar kan ook ontstaan door een lichamelijke oorzaak. In veel gevallen wordt hyperventilatie veroorzaakt door: gevoelens van angst en paniek; een fobie (sociale fobie);
Er bestaan geen medicijnen tegen hyperventilatie, wél tegen de angst. Het nadeel van deze middelen is echter dat ze het probleem niet oplossen en op den duur verslavend werken.
Te weinig zuurstof in het bloed kan leiden tot klachten als benauwdheid, moeheid, verwardheid en onrust. Neem contact op met je huisarts als je deze symptomen ervaart.
Een hyperventilatie-aanval duurt bijna nooit langer dan een half uur. Je kunt er daarom ook voor kiezen om te wachten tot de spanning vanzelf zakt en de gevoelens verdwijnen.
De test bestaat uit drie minuten diep en snel in- en uit ademen, gevolgd door een herstelfase van vijf minuten. Voor aanvang van de test wordt een klachtenscorelijst ingevuld. Tijdens de test wordt met behulp van ECG electrodes op de borst en rug de hartslag gemeten.
Een aanval van hyperventilatie kan worden gevolgd door diarree, buikpijn, hoofdpijn, pijn in de rug of een grieperig gevoel. Acute hyperventilatie kan heel beangstigend zijn. De patiënt heeft het gevoel te stikken en kan duizelig worden, flauwvallen, misselijk worden en pijn krijgen op de borst of in de buik.
Je gaat automatisch sneller ademhalen en je hart gaat sneller kloppen. Daardoor adem je teveel koolzuur uit. Hierdoor ontstaan symptomen als duizeligheid, tintelingen, wazig zien, hartkloppingen en kan zelfs de ademhaling geremd worden, wat optreedt bij het flauwvallen.
Door hyperventilatie, waarmee we eigenlijk disfunctioneel ademen bedoelen, verandert de zuurgraad in het bloed, wat de tintelingen veroorzaakt. De tintelingen kunnen ook voelbaar zijn in bijvoorbeeld het puntje van de neus, de tong en rondom de lippen.
Wie veel stress heeft, kan bovendien hoger en sneller gaan ademhalen. Dat kan zorgen voor een onjuiste ademhalingstechniek: hyperventilatie. 'Daarbij kun je je heel kortademig en duizelig voelen, en hartkloppingen krijgen. Dat geeft vaak een gevoel van angst', zegt Rita Bijma.
De diagnose 'sleep choking' wordt gesteld, met vermoeden van een angststoornis. Ter behandeling krijgt patiënte clonazepam en wordt zij verwezen naar een slaappsycholoog voor begeleiding bij de slaaphygiëne en de mogelijke angststoornis.
Hierdoor kan benauwdheid ontstaan en angst voor stikken. Doordat de hoestkracht vaak ook minder is, lukt het niet het slijm goed op te hoesten en weg te slikken. Stikken als gevolg van slijm gebeurt echter heel zelden.