Dyslexie staat los van hoe slim je bent; ook hele slimme mensen kunnen er last van hebben. Zelfs een van de meest bekende genieën, Albert Einstein, had er last van. De lees- en/of spellingsproblemen worden niet veroorzaakt door een algemeen leerprobleem of door gebrekkig onderwijs.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie. Ook kinderen met normale of hoge intelligentie kunnen dyslexie hebben. Wel is het zo, dat de schoolprestaties ver achterblijven bij het gemiddelde niveau. Dit ondanks alle extra moeite die deze kinderen doen.
Vaak vrezen ouders dat een dyslexiediagnose aangeeft dat hun kind minder intelligent is dan leeftijdsgenoten. Toch is dyslexie niet exclusief voor een bepaald intelligentieniveau; het kan individuen treffen met een gemiddeld, bovengemiddeld en hoogbegaafd intellect.
Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
Dyslexie en intelligentie zijn niet gecorreleerd - Gemm Learning.
100 is het gemiddelde dat overeenkomt met mavo/vmbo-denkniveau. Vanaf een score van 130 spreekt men van hoogbegaafdheid. Met een IQ score tussen de 120 en 130, wordt vaak gesproken over 'meerbegaafd'. Een score van 145 of meer valt in de categorie 'uitzonderlijk begaafd'.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Dat ook (of misschien wel: júíst) dyslecten succesvol kunnen worden, is te zien aan de vele beroemdheden die kampen met dyslexie. Denk aan Albert Einstein, Apple-oprichter Steve Jobs, maar ook Virgin-oprichter Richard Branson.
Je hebt bij dyslexie en dyscalculie zó veel moeite met lezen, schrijven of rekenen dat lezen of rekenen moeilijker gaat dan voor andere mensen. De problemen zijn zo erg dat bijles of andere begeleiding met lezen of rekenen vaak niet helpt. Dit zorgt ervoor dat veel dagelijkse dingen je meer tijd en energie kosten.
Dyslectische sterke punten zijn onder meer:
Oplettend . Grote mate van empathie. Uitstekende denkers die het grote geheel overzien. Goed in het leggen van verbanden.
Onderzoek van het National Institute of Health toont aan dat 50 procent van intelligentie voortkomt uit genetica, terwijl de andere 50 procent voortkomt uit andere factoren, waaronder de omgeving van het kind . Voor de 50 procent die ouders kunnen controleren, spelen ze een belangrijke rol in het ondersteunen van de cognitieve ontwikkeling van hun kind.
Neurodivergent is geen synoniem voor autisme. Er zijn immers talloze manieren om neurodivergent te zijn. Autisme is er slechts een voorbeeld van zoals ook ADHD, dyslexie, dyscalculie, obsessief compulsieve stoornis, epilepsie of het syndroom van Down.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
De meeste dyslectische kinderen hebben sterke visuele en ruimtelijk redeneervaardigheden. Hierdoor begrijpen ze wiskundige concepten die via manipulatieve of visuele strategieën worden aangeleerd, doorgaans beter . Problemen met het begrijpen van concepten als tijd en volgorde kunnen echter nog steeds een barrière vormen.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
1 van Nederlands bekendste YouTube-sterren is Jordi van den Bussche, beter bekend als Kwebbelkop. Het feit dat hij dyslectisch is, heeft hem er nooit van weerhouden dingen uit te proberen.
Dyslexie heeft geen enkele correlatie met iemands intelligentie . Sterker nog, mensen met dyslexie hebben vaak een bovengemiddeld IQ. We gaan ervan uit dat als iemand slim is, hij/zij ook goed kan lezen.
Bij dyslexie gaat het vaak om beelddenken of conceptueel denken: denken via plaatjes, beelden of filmpjes in je hoofd die soms razendsnel leiden tot een idee, een conclusie, een ontwerp. Oplossingen vóór je zien, terwijl anderen nog over het probleem praten.
In feite kunnen mensen met dyslexie, ondanks hun leesvermogen, een scala aan intellectuele capaciteiten hebben . De meesten hebben een gemiddeld tot bovengemiddeld IQ, en net als de algemene bevolking hebben sommigen superieure tot zeer superieure scores. Dus onze kinderen lijken niet alleen slim. Ze *zijn* slim.
Mensen denken vaak dat iemand met een hoge intelligentie ook hoogbegaafd is, maar dat hoeft niet. Een hoogbegaafd kind is weliswaar slim, maar heeft ook een creatief brein, een grote fantasie en doorzettingsvermogen.
Vorige week heeft Rory Bidwell, een jongen van 12 uit het Verenigd Koninkrijk, wereldwijd het nieuws gehaald met een IQ-score van 162. Daarmee scoort hij hoger dan Albert Einstein, die naar verluidt een IQ had van 160.