Weerstand wordt gemeten in Ohm (Ω). Hoe lager de weerstand, hoe beter een materiaal geleid en hoe lager de spanning zal zijn.
Uitgeschreven betekent dit spanning = stroom x weerstand, of volt = amp x ohm of V = A x Ω.
Hoe hoger de weerstand van een voorwerp; laten we zeggen een stroomdraad, des te meer energie kost het voor de elektronen om er doorheen te bewegen, en dus wordt de spanning die over de draad staat vanzelf hoger.
Hoe groter de weerstand hoe kleiner de stroom. Volgens de wet van Ohm geeft een 2x zo grote weerstand een 2x zo kleine stroom. Als je uitgaat van jouw formule P=I*I*R: I*I wordt dan 4x zo klein en R wordt 2x zo groot. P wordt dan 2x zo klein.
Ohm heeft experimenteel vastgesteld dan indien de spanning over een weerstand wordt verhoogd, de stroom door de weerstand toeneemt. Als de spanning over de weerstand afneemt, neemt de stroom ook af. Bijvoorbeeld: als de spanning over een bepaalde weerstand wordt verdubbeld, verdubbeld ook de stroom door deze weerstand.
Hoe hoger de weerstand, hoe lager de stroom. Als de weerstand abnormaal hoog is, is een van de vele mogelijke oorzaken dat de geleiders beschadigd zijn als gevolg van doorbranden of corrosie. Alle geleiders geven warmte af. Oververhitting is een probleem dat vaak optreedt als gevolg van weerstand.
Niet alle geleiders voldoen aan de wet van Ohm. De weerstand van een geleidier is afhankelijk van de tempratuur. In de meeste materialen neemt de weerstand toe, en het elektrische geleidingsvermogen af, bij een toenemende tempratuur.
Inleiding Wet van Ohm:
Spanning, stroom en weerstand zijn afhankelijk van elkaar. Neemt de spanning toe bij een gelijkblijvende weerstand, dan neemt de stroomsterkte ook toe. Wordt de weerstand groter en blijft de spanning gelijk, dan neemt de stroomsterkte af.
Het symbool is Ω. Hoe spanning, stroom en weerstand met elkaar in verband staan: Als de weerstand laag is, bewegen er veel elektronen, en dan is de stroom hoog. Als de weerstand hoger is, bewegen er minder elektronen, en dan is de stroom lager.
Hoe dikker de draad, hoe kleiner de specifieke weerstand en dus hoe groter de stroom die ze kan voeren. Een te grote stroom zal de draad dusdanig verhitten dat deze uiteindelijk smelt.
De spanningsdeler is een belangrijke toepassing van de schuifweerstand die bijvoorbeeld in schakelingen wordt gebruikt om een spanning te verlagen. Ook zonder schuifweerstand kan een spanningsdeler gemaakt worden door twee weerstanden in serie.
Je kunt elektrische spanning ook zien als een soort druk die ladingen door een schakeling heen duwt. Hoe groter de spanning, hoe groter de druk en dus hoe sneller de ladingen door een schakeling heen bewegen.
Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken.
Vanwege deze evenredigheid tussen spanning en stroom definieert men een nieuwe grootheid: de weerstand (R) van een stroomdraad, toestel of schakeling is de verhouding tussen de spanning die erover staat en de stroom die erdoor loopt. R = \frac{U}{I}.
De wet van Ohm luidt als volgt: De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden. Het quotiënt van spanning en stroomsterkte is dus een constante. Deze constante wordt de weerstand van de geleider genoemd.
Weerstand; synoniem voor immuunsysteem, afweersysteem en ook wel immuniteit. Het is de weerbaarheid van je lichaam tegen negatieve invloeden, zowel van binnenuit als van buitenaf. De mate van je weerstand bepaalt hoe bestand je bent tegen ongewenste indringers van buitenaf.
Spanning kan zonder stroom, stroom kan niet zonder spanning. Dat is logisch. Als de kraan dicht zit verplaatst het water in de leiding zich niet terwijl er wel druk op staat. Andersom kan stroming niet zonder druk.
Uw weerstand verhogen
Zorg dat u een goede balans krijgt tussen inspanning (beweging/sport) en ontspanning (rust/slaap). Daarnaast is gezonde voeding heel belangrijk. Uw lichaam heeft voldoende vitaminen en mineralen uit voeding nodig voor uw afweersysteem.
Reacties. Door de weerstand wordt materiaal warm en meestal neemt dan de weerstand toe. Met als gevolg minder stroom, minder opwarming, afkoeling, minder weerstand, meer stroom, meer warmte enz.
De weerstand kun je altijd (ook bij een lampje) berekenen met R=U/I alleen is deze R NIET constant: Bij andere stromen en spanningen is de weerstand anders. Hoe je R kunt berekenen als je U en I niet weet hangt van de vraag af.
Stroom is de hoeveelheid elektrische lading die ergens doorheen stroomt (bijvoorbeeld door een draad). Symbool van stroom is I, eenheid de Ampère (A). Spanning kan het makkelijkst begrepen worden door het te zien als de 'kracht' waarmee de stroom door de draad 'geduwd' wordt.
Een condensator is een onderdeel van een elektrisch apparaat dat lading opslaat. Deze lading kan in korte tijd heel snel afgegeven worden. Een condensator heeft altijd twee geleiders die gescheiden zijn door een niet-geleidend materiaal, het zogeheten diëlektricum.
De sterkte van de stroom door het lichaam hangt af van de spanningen en de weerstand. We weten immers uit de wet van Ohm dat I = U: R, dus hoe kleiner de weerstand en hoe groter de spanning, des te groter is de stroomsterkte. Weerstand Hoe kleiner de weerstand van ons lichaam, hoe groter het gevaar!
U = I ⋅ R waarin R (Ω, ohm) de grootte van de weerstand is. Voor het vermogen P (W, watt) dat door de weerstand wordt gedissipeerd, geldt:P = I 2 ⋅ R Bij wisselspanning is doorgaans het gemiddelde van de spanning die door de spanningsbron geleverd wordt, nul.
Met een hoger voltage heb je een sterkere accu-powertool. Ah (Ampere-uur) = Zegt iets over de grootte (capaciteit) van een accu. Hoe hoger het Ah, hoe langer de accu mee gaat. W (Wattage) = Zegt iets over het vermogen van een machine.