Je tong is nodig om te slikken en helpt met kauwen, want hij duwt je gekauwde eten naar achter, de keelholte in. Zonder je tong kan je ook geen letters uitspreken. Mensen die een korte tong hebben kunnen bijvoorbeeld moeilijk de letter R en L uitspreken.
Inleiding. Er bestaan geen speciale spraakorganen. Je longen, je neusholte, je lippen, je tong, je stembanden zijn helemaal niet exclusief bedoeld om mee te praten.
De positie van de tong tijdens het slikken is dezelfde als een goede tongpositie in rust. 1. Neem een klein hapje, kauwen, niet doorslikken, dan de tong omhoog en breed op de juiste plaats zetten, lippen spreiden, kiezen stevig op elkaar zetten en “doorbijten”.
Je kunt je tong alleen inslikken als die zozeer is losgescheurd dat hij niet meer goed vast in je mond zit. Zolang de weefsels van de tong en de spieraanhechting in de onderkaak, het tongbeen en de schedelrand intact zijn, blijft hij in de mondholte. Je tong kan wel ademhalingsproblemen veroorzaken.
In het kort
Slikproblemen komen vooral voor bij spierziekten, na een beroerte, bij de ziekte van Parkinson, bij afwijkingen van de slokdarm en na behandeling van kanker in de mond of keel. Slikproblemen kunnen vanzelf weer over gaan. Behandeling is lang niet altijd nodig.
Je tong is nodig om te slikken en helpt met kauwen, want hij duwt je gekauwde eten naar achter, de keelholte in. Zonder je tong kan je ook geen letters uitspreken.
Je gebruikt je tong bij eten, drinken, proeven en praten. Op de tong zitten smaakpapillen. Daarmee kun je dingen proeven. De smaakpapillen aan de voorkant van de tong zijn klein.
Door regelmatig met ijsklontjes te blijven koelen is zwelling zo veel mogelijk te voorkomen. Meestal is de wond na vier weken volledig genezen.
Klachten en symptomen bij ziekten van de tong
De klachten bij tongproblemen zijn verschillend. Vaak is er sprake van pijnklachten, een zwelling of een branderig gevoel. Soms verandert ook het uiterlijk van de tong bijvoorbeeld door een verkleuring (meestal wit of rood) of gladde plekken op de tong.
Hoe komt dat? Op je tong bijten kan een pijnlijke ervaring zijn, maar gelukkig geneest de wond snel. Dat komt deels doordat je mondholte vochtig is, en in een vochtige omgeving genezen wonden nu eenmaal sneller. Op je knie drogen wonden vaak op en sterven er meer cellen af dan nodig is.
Hoe ziet een gezonde tong eruit
Een gezonde tong is licht bobbelig (papillen) mooi egaal roze tot licht rood, zonder ruwe oppervlakken, groeven of andere oneffenheden en heeft geen geur.
De tong vormt een bijzonder deel van ons lichaam. Behalve als smaakzintuig wordt dit spierlichaam gebruikt voor eten, drinken, praten, slikken en zoenen. Het goed functioneren van de tong draagt bij aan de kwaliteit van leven.
De tong is gemaakt om tegen het gehemelte te rusten. Het puntje van de tong ligt daarbij tegen de 'papilla incisiva', het kleine bolletje in het midden van je gehemelte vlak achter je bovenste snijtanden.
De tong is niet de sterkste spier van het lichaam. De tong is namelijk niet één spier, maar een verzameling spieren. Verder heeft hij niet de meeste kracht, want de kaakspier kan veel meer kracht uitoefenen. Ook levert hij niet het meeste fysieke werk in je leven, want dat doet het hart.
Tong 2: 24-27 cm en 120 - 180 gram. Tong 1: 27-30 cm en 180 - 230 gram. Tong Klein Middel (KM): 30-33 cm en 230 - 300 gram.
Smaakpapillen zijn zenuwuiteinden op de tong en op het achterste (zachte) deel van het gehemelte die door stoffen in voedsel worden geprikkeld en daarmee de smaakzin vormen. De zenuwen sturen deze informatie door naar de hersenen. De hersenen vertalen dit als een smaakwaarneming, men proeft iets.
Wanneer er voedsel terecht komt op een smaakknop, wordt er een prikkel gestuurd naar je hersenen. Je hersenen zetten deze prikkel om in een smaak en zo proef je of je iets lekker of niet lekker vindt.
Je tong moet losjes tegen je boven gehemelte(bovenkaak) liggen. Ontdek de juiste plek voor je tong. Als je de juiste plek voor je tong hebt gevonden, dan moet je je tong 'leren' om altijd op deze plek te liggen. Dit kun je oefenen door er zo vaak mogelijk aan te denken.
Bij last van stress kunt u de volgende klachten ervaren:
Versnelde afbraak van het steunweefsel van tanden en kiezen. Mondzweren. Mondbranden. Droge mond.
Vaak zien we ook daar een lage tongligging oftewel een 'luie' tong. Doordat de tong niet in de bovenkaak ligt (wat normaal wenselijk is), kan de bovenkaak te smal blijven, waardoor er onvoldoende ruimte is voor het 'grote' gebit.
De tong groeit door tot het achtste levensjaar en heeft door zijn groei een belangrijke invloed op de directe omgeving en het functioneren van de patiënt. Zo speelt de tong een belangrijke rol in de ontwikkeling van maxilla, mandibula, en de stand van de gebitselementen.
Meestal is het voldoende als 1 werkend gen aanwezig is in de cellen. Er is geen verschil waarneembaar tussen iemand met twee keer gen voor tongrollen en iemand met één keer het gen voor tongrollen. Beide personen kunnen evengoed hun tong dubbel vouwen.
Slikken doen we zeer vaak; zo'n 3000 keer per dag. Naast het doorslikken van eten en drinken, slikken we ons speeksel weg. Overdag doen we dit zo'n twee keer per minuut, 's nachts een keer per minuut. Slikken is voor een groot deel een reflexmatig proces.
Voedselresten en de daarbij behorende bacteriën kunnen namelijk gemakkelijk op de tong blijven zitten wegens de structuur van de tong. Deze aanwezige bacteriemassa zal minder worden wanneer de tong goed gereinigd wordt. Wanneer er minder bacteriën op de tong zitten zal de kans op een slechte adem verminderen.
Regelmatig tongschrapen is zinvol
Maar het is wél zeker dat regelmatige reiniging zinvol is bij een slechte adem. Tongschrapen verwijdert de stankproducerende bacteriën niet alleen; er ontstaat ook een nieuw evenwicht waarbij de 'goede' bacteriën de kans krijgen om de veroorzakers van slechte adem terug te dringen.