In Nederland kun je alleen gestraft worden voor feiten die op dat moment al in de wet strafbaar gesteld worden. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Dit artikel is het kortste artikel uit de Grondwet.
Vier voorwaarden voor strafbaarheid
menselijke gedraging; 2. delictsomschrijving; 3. wederrechtelijkheid; 4. schuld.
Handeling, of juist nalatigheid om te handelen, die bij wet strafbaar is gesteld. Strafbare feiten worden onderscheiden in overtredingen en misdrijven.
In Nederland zijn die strafbepalingen onder meer vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Ook in andere wetgeving, zoals de Algemene douanewet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zijn strafbepalingen opgenomen. Al deze strafbepalingen vinden hun oorsprong in artikel 16 van de Grondwet.
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
Bewuste en onbewuste schuld
Boven bewuste schuld komt voorwaardelijk opzet, na onbewuste schuld komt (niet strafbare) ongelukkige samenloop van omstandigheden. Bewuste schuld is gedrag waarin iemand de gevolgen van zijn gedrag wel voorzag, maar lichtzinnig meende dat dit wel mee zou vallen.
Bijzondere strafbepalingen: Bijzondere strafbepalingen zijn delictsomschrijvingen die voortbouwen op andere delictsomschrijving. Gekwalificeerd delict ïƒ Extra bestanddeel dat strafverzwarend werkt ten opzichte van het gronddelict.
Een strafbaar feit of een delict is een in het recht omschreven gedraging waarop straf gesteld is. In het dagelijks spraakgebruik en in het Belgische strafrecht is misdrijf een synoniem voor delict. In het Nederlandse recht is een misdrijf echter een specifiek type delict.
Bij overtredingen blijven de gegevens 5 jaar bewaard (als er een taakstraf of vrijheidsstrafvoor is opgelegd blijven ze 10 jaar bewaard). Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.
30 jaar na de einduitspraak of 30 jaar na het volledig voldoen van de strafbeschikking tenzij de duur van de gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel (bijvoorbeeld TBS) langer is dan 20 jaar, dan wordt de termijn van 30 jaar verlengd met 20 jaar (dus verwijdering na 50 jaar).
Met een menselijke gedraging wordt bedoeld dat een persoon een gedraging heeft verricht. Volgens de wetgever van het Wetboek van Strafrecht, betekent dit dat een persoon een gewilde spierbeweging heeft uitgeoefend. Overigens kan die gedraging bestaan uit een doen of een nalaten.
- Element schuld: verwijtbaarheid. Culpa is verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Uit de delictsomschrijving blijkt waar het op gericht moet zijn. - Onvoorzichtigheid: het is te voorzien dat er een gevolg zou ontstaan.
De meeste misdrijven zijn ambtshalve vervolgbaar. Dat wil zeggen dat de verdachte ook zonder dat er aangifte is gedaan vervolgd kan worden.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
Wat gebeurt er nadat ik als verdachte ben gehoord? Na verhoor neemt de officier van justitie een beslissing: Uw zaak wordt geseponeerd. U krijgt een oproep voor een strafzitting.
De rechter kan uw zaak bij verstek behandelen. Hij behandelt uw zaak dan zonder uw aanwezigheid en zonder dat u uw advocaat daartoe heeft gemachtigd. Soms verleent de rechter geen verstek, omdat hij het nodig vindt dat u aanwezig bent. De zaak wordt dan uitgesteld en u wordt nogmaals opgeroepen.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
Voorwaardelijk opzet is de ondergrens van opzet, waarna de schuld begint. In de praktijk is er echter een grijs overgangsgebied tussen het voorwaardelijk opzet (lichtste vorm van opzet) en de bewuste schuld (zwaarste vorm van schuld).
Er is sprake van dood door schuld als door uw handelen of nalaten een ander komt te overlijden. Onder schuld wordt verstaan verwijtbaar gedrag. U heeft geenszins de opzet gehad om de ander van het leven te beroven, maar de dood van een ander is wel aan uw schuld te wijten.
Een voorbeeld van een doleus delict is moord, de delictsomschrijving stelt: ''Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.'' Dit ...