Tijdens een narcose vallen de hoest- en slikreflex weg, waardoor het gevaar bestaat dat maaginhoud in de longen komt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Het is niet wenselijk dat u tijdens en na de operatie moet braken.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen.
Als gevolg van de narcose en de tube kunnen de slijmvliezen irriteren, waardoor er tijdelijk meer slijm wordt geproduceerd. Om te voorkomen dat het slijm zich in de luchtwegen ophoopt, is het belangrijk om na de operatie regelmatig goed door te zuchten.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
Bijwerkingen en complicaties
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
Uiteraard stelt de moderne anesthesie alles in het werk om het gebeuren rond de operatie zo veilig mogelijk te laten verlopen. Daar waar vroeger het risico op overlijden rond 1 op 15.000 lag, is het nu teruggedrongen tot 1 op 400.000.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie. Awareness wordt soms verward met dromen tijdens de narcose.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
In de longen wordt namelijk slijm (sputum) gemaakt. In het sputum zitten afvalstoffen die uit de longen moeten worden verwijderd. Door te hoesten wordt het sputum uit de longen verwijderd. Na de operatie komt de fysiotherapeut bij u aan het bed om de oefeningen nog een keer met u door te nemen.
Keelpijn. Komt voor bij ongeveer 1 op 100 verdovingen, enkel bij algemene anesthesie. Keelpijn treedt soms op na algemene anesthesie omdat een buis in de luchtweg of in de maag werd geplaatst. Dit pijnlijke gevoel kan enkele uren tot dagen duren, maar kan behandeld worden met zuigtabletjes of mondspoelingen.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Sinds kort verstrekt Maasziekenhuis Pantein na een operatie waterijsjes op de verkoeverkamer (zie foto). Waterijsjes hebben een pijnstillend effect en verminderen daarmee de behoefte aan pijnstillers. Ook hebben zij een positief effect op de patiënttevredenheid.
Over het algemeen bent u vrij snel wakker. Als alles stabiel is mag u na een bepaalde tijd (minimaal 30 minuten) terug naar de verpleegafdeling. U kunt hier meer lezen over pijnbestrijding na de operatie.
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
Narcose noemen we ook wel algehele anesthesie. Bij deze vorm van anesthesie wordt het hele lichaam verdoofd en bent u in een diepe slaap. Algehele anesthesie vindt plaats op de operatiekamer zelf. U wordt daar aangesloten op bewakingsapparatuur waarmee onder andere de hartslag en bloeddruk gemeten wordt.
De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.
Overlijden. De kans op overlijden is erg klein en hangt vooral samen met uw gezondheidstoestand en de eventuele complicaties tijdens de ingreep. Dit risico wordt geschat als 1 op 400.000 ingrepen.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
Wat is wakker worden tijdens een operatie? Het betekent dat je bij bewustzijn bent op een moment dat je anesthesist je eigenlijk bewusteloos wil houden. In de meerderheid van de gevallen waarin dit gebeurt voelde men geen pijn, maar kon men zich gebeurtenissen herinneren die tijdens de verdoving gebeurden.