Spelen met klanken en klankstructuur van woorden – taalspelletjes, versjes en liedjes – is daarom erg belangrijk. Voor kritisch luisteren is kennis van klanken en klankcombinaties in woorden niet voldoende. Het vraagt om aandacht, focus en gericht nadenken om informatie te kunnen halen uit een voorgelezen tekst.
Zwak auditief geheugen.
Kinderen met een zwak auditief geheugen vinden het moeilijk om informatie die ze te horen krijgen, te onthouden en/of te reproduceren. Zulke informatie kan bijvoorbeeld een cijferreeks zijn, een ingewikkelde instructie, de spelling van een woord of een zin in een dictee.
Onder auditief geheugen vallen het kunnen waarnemen, verwerken en onthouden van mondelinge informatie. Om gesproken taal te begrijpen moet iemand de betekenisvolle klanken van een taal kunnen onderscheiden en de auditieve patronen herkennen.
Het meest effectief is wanneer instructie wordt gegeven in dagelijkse korte en interactieve sessies van tien tot vijftien minuten. Er zou sprake moeten van een duidelijke opbouw in de lessenreeks en de leerkrachten leggen de leerlingen steeds uit wat ze gaan oefenen. Ook worden lesactiviteiten regelmatig herhaald.
Op een speelse manier wordt in de kleutergroepen al gewerkt aan dit 'hakken en plakken' met klanken en lettergrepen en met het herkennen van letters. Naast auditieve vaardigheden zijn ook visuele vaardigheden belangrijk.
Met auditieve vaardigheden bedoelen we: rijmen, horen van de eerste, middelste of laatste klank in een woord, het hakken (auditieve analyse) en plakken (auditieve synthese) van woorden en verschillen horen tussen klanken/woorden (auditieve discriminatie).
Het is een onderdeel van het taalbewustzijn, het vermogen om na te denken over de vorm van woorden, los van hun betekenis. Klankbewustzijn, dat weten we al langer, is een voorspeller voor leren lezen. Door er al op kleuterleeftijd rond te werken, verminder je het risico op latere leesproblemen.
De auditieve synthese is het terug plakken van de gehoorde klanken tot een volledig woord. Spreek de letters uit als klanken zoals ze in het woord uitgesproken worden, dus zeg b-oo-m en niet bee-oo-em. Proficiat, je vond ze allemaal.
Auditieve verwerkingsproblemen hebben niets te maken met het gehoor zelf, maar veel meer met wat je doet met dat wat je hoort: de verwerking van auditieve informatie. Iemand kan een luisterprobleem hebben ondanks een normale gehoordrempel; je kan dan wel horen, maar niet goed verstaan.
Bij het isoleren van klanken leren de kleuters hun aandacht te richten op de klanken aan het begin, in het midden of aan het einde van een woord.
Kinderen hebben vooral baat bij het trainen van het werkgeheugen, bijvoorbeeld door auditieve geheugen spelletjes, breinspelletjes, sudoku of memory . Vraag aan een kind niet wat hij allemaal gaat doen, maar wat hij als eerst gaat doen. Biedt kinderen hulp gericht op verwerken in plaats van onthouden.
Heeft je kind bijvoorbeeld moeite met zich concentreren? Is hij vaak aan het dagdromen of snel afgeleid? Heeft je kind moeite met het oplossen van rekensommen waarbij veel informatie onthouden moet worden in de 'tussenstapjes'? Dit kan allemaal te maken hebben met problemen in het zogenaamde werkgeheugen.
De visueel ruimtelijke leerling (beelddenker) heeft het vaak moeilijk op school. Scholen zijn ingesteld op auditief-sequentiele leerlingen (woorddenkers). De stof wordt in kleine stukjes opgebroken en vaak verbaal en schriftelijk aangeboden. Beelddenkers leren liever vanuit het geheel.
De psycholoog George A. Miller concludeerde, naar aanleiding van een experiment in 1956, dat het kortetermijngeheugen maar zeven dingen tegelijkertijd kan onthouden (met een uitloop naar 8 a 9 dingen). Uit recenter onderzoek blijkt dat het kortetermijngeheugen misschien nog minder dan zeven dingen kan onthouden.
Het werkgeheugen is namelijk een belangrijk onderdeel van je IQ. Het werkgeheugen is de vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken.
Deze kinderen hebben vooral baat bij: - trainen van het werkgeheugen: auditieve geheugen spelletjes, breinspelletjes, sudoku , bordspelletjes, jungle memory (hier zijn veel successen mee) e.a. - vragen aan de leerling wat hij/ zij als eerste gaat doen, niet vragen of de leerling weet wat hij/zij moet doen.
auditieve dyslexie: veroorzaakt moeite met het interpreteren en het begrijpen van geluid. attentionele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen van woorden in zinsverband, doordat er te veel woorden en letters zichtbaar zijn.
Auditieve synthese is de vaardigheid om losse klanken te verbinden tot één woord (bijv. b-a-l tot bal) en is één van de kerncomponenten van fonemisch bewustzijn, oftewel het besef dat woorden uit losse klanken bestaan.
Auditieve discriminatie: het verschil horen tussen verschillende klanken. Een m klinkt anders dan een n en de a klinkt anders dan de aa. Auditieve analyse: een woord in stukjes hakken.
Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. Het is daarom belangrijk om leerlingen vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.
Fonologisch bewustzijn houdt in het kunnen omgaan met klanken. Bijvoorbeeld het opsplitsen van woorden in lettergrepen ('hakken'), het verbinden van lettergrepen tot een woord ('plakken') en het rijmen. Het kind leert naar de vorm van woorden te kijken in plaats van naar de betekenis.
Auditieve functies worden vaak uitgelegd als “wat we doen met wat we horen”. Oftewel: het verwerken van geluiden, klanken en spraak. Kinderen met AVP hebben vooral moeite met allerlei vaardigheden, benodigd voor het verstaan van mondelinge informatie, terwijl het gehoor goed is.
Auditieve waarneming kan worden gedefinieerd als het vermogen om informatie te ontvangen en te interpreteren die de oren heeft bereikt via hoorbare frequentiegolven die via de lucht of andere wegen verstuurd zijn.
De uitdaging van het automatiseren
Veel hoogbegaafde leerlingen hebben hier moeite mee. Dit komt omdat zij hun denken op een heel eigen manier ontwikkelen. De meeste kinderen leren vanuit het onthouden en begrijpen van de stof. Van daaruit kunnen ze de stof ook toepassen in andere contexten.