Op een hartfilmpje (ECG) ziet een arts of er afwijkingen zijn in je hartritme en of je eerder een hartinfarct hebt gehad. Een afwijking op het hartfilmpje kan aanwijzingen geven dat je hartfalen hebt.
Een ECG-apparaat registreert deze stroompjes en zet ze om in een hartfilmpje, een soort grafiek. De letters ECG staan voor ElektroCardioGram. Aan de loop van deze grafiek kan de arts van het Catharina Hart- en Vaatcentrum uw hartritme en de manier waarop uw hart samentrekt bekijken.
Gaat het niet goed, dan ontstaat er een hartritmestoornis. De meeste hartziekten hebben gevolgen voor het prikkelgeleidingssysteem en laten daarom sporen na op een ECG. Om een hartinfarct snel te kunnen herkennen, is een ECG een belangrijk onderzoek. Het grafiekje van een ECG kun je vergelijken met een bergetappe.
"Een hartfilmpje filmt dus niets, maar geeft wel belangrijke informatie over de elektrische activiteit van de hartspiertjes. Aan de hand van een ECG kan een arts hartziektes uitsluiten en aantonen. Het geeft echter niet altijd een antwoord, waardoor er soms toch extra onderzoek nodig is."
Bij de verdenking op een hartinfarct, wordt er een buisje bloed afgenomen. Hierin wordt de waarde van het troponine bepaald. Troponine is een eiwit dat er normaal voor zorgt dat de hartspier kan samentrekken. Als het hart en hartweefsel gezond zijn, is de hoeveelheid troponine in het bloed laag.
Wanneer bij de beschrijving van een ECG de term 'oud infarct' wordt gebruikt, zijn er afwijkingen in de QRS-complexen die kunnen zijn veroorzaakt door de aanwezigheid van een transmuraal litteken in de ventrikelwand.
Bij een geleidingsstoornis wordt ergens in het hart het stroomstootje opgehouden. Dit wordt vastgesteld op een hartfilmpje (ECG). Geleidingsstoornissen kunnen op verschillende plaatsen in het hart ontstaan en vaak als iemand ouder wordt.
Een ECG is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft. Hoe werkt dat omzetten van elektrische signalen? Elke hartslag verloopt op dezelfde manier: eerst trekken de boezems van het hart samen, dan de hartkamers. De hartspier krijgt een elektrisch signaal voordat deze samentrekt.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Bij ritmestoornissen klopt het hart te snel, te langzaam of onregelmatig. Dit vraagt meer inspanning van het hart. Bij langdurige ritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren, kan dit leiden tot hartfalen.
Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik. Vocht in de lever of maag geeft klachten zoals misselijkheid en gebrek aan eetlust. Op den duur neemt het lichaam het voedsel niet meer goed op en verlies je gewicht en spiermassa.
De systole is de fase van de hartslag waarin het hart zich samentrekt. Bij systolisch hartfalen trekt de hartspier niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Pijn op de borst en steken in de bovenarm zijn bij mannen vaak het teken dat er iets mis is, bij vrouwen treden die signalen vaak niet eens op. Vrouwen hebben bijvoorbeeld last van moeheid, kortademigheid bij het sporten of pijn in de schouderbladen.
ECG staat voor elektrocardiogram, dat wil zeggen: hartfilmpje. Het doel van het maken van een ECG is het registreren van de elektrische activiteit van het hart.
De echo-laborant kijkt vanaf de buitenkant naar de functie van het hart en de hartkleppen. Ook kan hij zien of er ontstekingen in het hart zijn. Het onderzoek is niet pijnlijk.
Kenmerken van het normale ecg:
Hartfrequentie: 60-100/min. Geleidingstijden: PQ-interval 120-200 ms. QRS-breedte 60-100 ms.
Schade aan hart door virus
Bekend is al dat zich onder de ernstige zieke COVID-19-patiënten, veel hart- en vaatpatiënten bevinden. Zij kunnen ernstige complicaties zoals hartfalen of een ontstoken hartspier oplopen en zelfs overlijden.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
een licht gevoel in het hoofd. pijn in de nek. gevoel dat het hart heel snel of heel hard klopt. pijn in de rechterschouder of rechterarm.
Stil infarct: U ervaart geen duidelijke (pijn)klachten. Op een hartfilmpje is te zien dat een hartinfarct heeft plaatsgevonden, terwijl u het niet heeft gemerkt. Een stil infarct komt vaker voor bij vrouwen.