Voor het slechte LDL-cholesterol is een zo laag mogelijke waarde het beste; het liefst 2,5 mmol/l of lager. Voor mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten is de streefwaarde voor LDL-cholesterol lager: lager dan 2,6 mmol/l bij mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten.
Belangrijke grenswaarden hierbij zijn: LDL-cholesterol: minder dan 2,5 mmol/l = optimaal, meer dan 3,5 mmol/l = te hoog. HDL-cholesterol: minder dan 0,9 mmol/l = te laag. ratio totaal-/HDL-cholesterol: minder dan 5 = goed.
Het HDL-cholesterol is het goede cholesterol. Het helpt bij het opruimen van het cholesterol uit het bloed. Er is geen streefwaarde. Maar een hogere waarde geeft mogelijk een lager risico op hart- en vaatziekten.
Het risico op een hart- en vaatziekte bij het wel of niet behalen van de streefwaarde met een behandeling met een statine is ook onderzocht. De gebruikte streefwaarde voor LDL-C was lager dan 2,6 mmol/l en voor non-HDL-C lager dan 3,4 mmol/l.
Het is mogelijk om je HDL-cholesterol te verhogen dankzij kleine aanpassingen aan je voeding en levensstijl. Meer bewegen, verzadigde vetten vervangen door onverzadigde vetten (bijvoorbeeld boter eten in plaats van margarine) en wat minder alcohol drinken: het kan een groot effect hebben op je HDL-cholesterol.
Het probleem ontstaat echter wanneer er teveel cholesterol is dat opgehoopt blijft in de vaatwand. Dit zorgt voor een vernauwing wat bloed en zuurstoftoevoer verslechterd. Dit zorgt voor bijvoorbeeld het hebben van etalagebenen, sneller moe worden of andere doorbloedingsklachten.
Over een normaal cholesterolgehalte zegt de Hartstichting het volgende: Lager dan 5,0 mmol/l is normaal. Tussen 5,0 en 6,4 mmol/l is licht verhoogd. Tussen 6,5 - 8,0 mmol/l is verhoogd.
Ook door stress kun je een hoge cholesterol hebben. Veel stress verhoogt het hormoon cortisol. Dit heeft op zijn beurt een effect op de verwerking van vet en suikers. Wat daarop volgt is een verhoging van de cholesterolwaarden.
Haver, peulvruchten en fruit die pectine bevatten (zoals citrusvruchten, appels en grapefruits) helpen om je cholesterol te verlagen. In je darmen gaan de pectinevezels een verbinding met gal aan. Daardoor worden er minder vetten door je lichaam opgenomen.
Brood. De meeste soorten brood bevatten weinig verzadigd vet. Alleen aan de luxe broodsoorten wordt vet toegevoegd. Het is wel verstandig om vooral bruine en volkoren soorten te kiezen, omdat deze rijker zijn aan voedingsvezels, vitamines en mineralen.
LDL transporteert cholesterol van de lever naar het lichaam, HDL brengt het overtollige cholesterol weer terug naar de lever om te worden afgebroken. LDL transporteert cholesterol van de lever naar het lichaam, HDL brengt het overtollige cholesterol weer terug naar de lever om te worden afgebroken.
Normaalwaarden cholesterol
Je totale cholesterol zou niet hoger dan 200 tot 238 mg/dl zijn. Wanneer je totale cholesterolgehalte boven de 240 mg/dl is, wordt het zelfs gevaarlijk en met je je cholesterol verlagen. Naast de totale cholesterol waarde heb je ook de LDL en de HDL waarde.
Een langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Het veroorzaakt een hoger totaal cholesterol en een hoger LDL-cholesterol. Soms veroorzaakt het ook een hoger triglyceridengehalte. Dit komt doordat er minder LDL-cholesterol in de lever wordt afgebroken.
Uit onderzoek blijkt dat het eten van noten het LDL-cholesterol verlaagt. Noten behoren daarom tot de cholesterolverlagende voeding. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld: walnoten, amandelen, hazelnoten, cashewnoten, pistachenoten, macadamianoten, paranoten, pecannoten en ook pinda's.
LDL-cholesterol noemen ze ook wel slecht cholesterol. Dat komt omdat je bij een hoog LDL-cholesterol meer kans hebt op vernauwingen in je slagaders. De LDL-deeltjes hopen zich op in de bloedvaten. Dit gebeurt sneller als de wand van het bloedvat beschadigd is.
Om je cholesterol te verlagen, kan het daarom helpen om een ontbijt te maken waarin je wat minder producten met relatief veel verzadigde vetten (boter, volvette kaas en zuivel) eet en wat vaker producten rijk aan onverzadigde vetten (plantaardige margarines, avocado, noten en zalm) in je voeding probeert op te nemen.
Statines zijn de eerste keuze voor artsen. Meestal krijg je simvastatine. Als hiermee het cholesterol niet genoeg daalt, dan kan de arts een andere statine voorschrijven. Bijvoorbeeld atorvastatine of rosuvastatine.
Verschillende onderzoeken hebben laten zien dat met elke één procent verlaging van het cholesterolgehalte, de kans op een hartaanval met twee procent afneemt. 11. Hoe snel na het verlagen van mijn cholesterolgehalte neemt het risico af? Over het algemeen na twee jaar.
HDL (Hoge Dichtheid Lipoproteïne) is het gunstige cholesterol. Je kunt dit gehalte verhogen door (indien je dit doet) te stoppen met roken. Ook raad ik je aan voldoende te bewegen. Daarnaast kun je verzadigde vetten beter laten staan en kiezen voor onverzadigde vetten.
Saris: 'De Gezondheidsraad concludeert dat een effect van totale zuivel op het LDL-cholesterol onwaarschijnlijk is. En er is ook geen verband gevonden tussen het gebruik van totale zuivel en het risico op coronaire hartziekten.
Kies daarom voor halvarine, margarine of vloeibare boter. Deze botersoorten bevatten in verhouding meer onverzadigde vetzuren en minder verzadigde vetzuren dan roomboter, kokosvet, harde margarine of bak- en braadvet uit een pakje.