Bloedonderzoek. Bij hartfalen zijn de waardes van bepaalde stofjes verhoogd (BNP en NT pro-BNP). Deze stofjes komen vrij als de hartspier lang onder hoge druk staat. De klachten bij hartfalen zijn niet heel specifiek.
Door die beschadiging worden stofjes in het bloed afgegeven. Dat zijn zogenaamde hartenzymen. De hartenzymen geven de schade aan de hartspier weer. Met een bloedonderzoek kun je deze hartenzymen opsporen en een hartinfarct met zekerheid vaststellen.
Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed door het lichaam kan pompen. Als gevolg daarvan hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het lichaam.
Hartfalen: Bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan. Schade aan andere organen: ook je ogen en nieren kunnen bijvoorbeeld schade oplopen.
De meest gehoorde klachten zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden. Doordat vocht in het lichaam ophoopt. Het verzwakte hart kan de bloedsomloop minder in beweging houden, waardoor vocht niet goed wordt afgevoerd. Op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaat vochtophoping.
Klachten bij hartfalen
De klachten die u merkt, zijn vooral kortademigheid en kriebelhoest. Ook bij zitten en liggen kunt u kortademig worden. Misschien slaapt u op meerdere kussens om wat meer lucht te krijgen. Als het hart minder goed pompt, komt het lichaam zuurstofrijkbloed te kort.
röntgenfoto van hart en longen: aan de vorm en grootte van het hart is de ernst van hartfalen te zien en door de foto kan de arts longproblemen uitsluiten. inspanningstest (fietstest): onderzoek of het hart zich goed kan inspannen. hartkatheterisatie: vernauwingen in de kransslagaders opsporen.
Waarden die ook nagekeken worden in het bloed bij hartklachten zijn de BNP en NT pro-BNP. Deze stofjes komen vrij als de hartspier lang onder hoge druk staat. Een verhoogde waarde van deze stofjes in het bloed kan wijzen op hartfalen en is altijd een reden om aanvullend onderzoek te verrichten.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden.
Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik. Vocht in de lever of maag geeft klachten zoals misselijkheid en gebrek aan eetlust. Op den duur neemt het lichaam het voedsel niet meer goed op en verlies je gewicht en spiermassa.
Systolisch hartfalen
De systole is de fase van de hartslag waarin het hart zich samentrekt. Bij systolisch hartfalen trekt de hartspier niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
Hartfalen is meestal chronisch. De klachten worden vaak erger in de loop van de tijd. Hartfalen is over het algemeen niet te genezen. Soms is het mogelijk om met een ingreep de oorzaak van het hartfalen weg te nemen.
De meest voorkomende bloedonderzoeken zijn om te zien of er ontstekingen zijn (BSE of bezinking), om vast te stellen of er een ontsteking is en hoe hoog de ontstekingswaarde in het bloed is (CRP), een Hb-test om een algemene indruk van je gezondheid te krijgen en om te bepalen of er sprake is van bloedarmoede, een ...
Hartfilmpje (ECG)
De arts kan met een hartfilmpje een hartinfarct opsporen. Op het hartfilmpje zijn de elektrische stroompjes te zien die over het hart lopen. Bij een hartinfarct worden deze stroompjes niet meer normaal doorgegeven, wat meestal op het hartfilmpje te zien is.
Een stil infarct is een hartinfarct dat helemaal niet is herkend. Het is vaker een kleiner infarct. De klachten kunnen dan minder duidelijk zijn. Iemand denkt niet aan hartklachten of vindt de klachten niet ernstig genoeg om naar de dokter te gaan.
Het lukt uw hart 's nachts ook beter om dat extra vocht naar uw nieren te pompen. Uw nieren halen daar plas uit (water en afvalstoffen). Daarom moet u vaker plassen. Bij ernstig hartfalen kunt u ook moe en benauwd zijn zonder dat u zich inspant.
Hartfalen kan acuut ontstaan of chronisch zijn. Bij acuut hartfalen komen de symptomen plotseling, zoals bij een hartaanval. Bij chronisch hartfalen gaat het hart meestal langzaam achteruit en ontstaan de klachten later. Omdat we hartfalen niet kunnen genezen, gaan deze klachten meestal niet meer over.
Bij ritmestoornissen klopt het hart te snel, te langzaam of onregelmatig. Dit vraagt meer inspanning van het hart. Bij langdurige ritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren, kan dit leiden tot hartfalen.
Stil infarct: U ervaart geen duidelijke (pijn)klachten. Op een hartfilmpje is te zien dat een hartinfarct heeft plaatsgevonden, terwijl u het niet heeft gemerkt. Een stil infarct komt vaker voor bij vrouwen.
Wat merk ik bij een hartaanval? 3 van de 4 mensen met een hartaanval hebben een drukkend gevoel op de borst of pijn in de borst. Dit gaat niet weg bij rustig zitten of liggen. Het drukkende gevoel en de pijn zijn na 15 minuten nog niet weg.
Zo krijgt de arts onmisbare informatie over het ritme van het hart, en kan hij aanwijzingen krijgen over eventuele onderliggende aandoeningen. Zo kan men zien of er zuurstofnood aan de hartspier is, of er ooit een hartinfarct geweest is, of er aandoeningen van de hartspier zijn en nog tal van andere zaken.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Bij hoesten verhoog je de druk in de borstkas. Dit verbetert de bloedstroom en zo kan een hartstilstand worden voorkomen. Bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft hoesten geen zin.
Bij hartfalen pompt uw hart minder goed. Het bloed wordt daardoor minder goed door uw lichaam gepompt. De organen en spieren in uw lichaam krijgen daardoor minder bloed. En dus ook minder zuurstof en minder voeding uit het bloed.