Hoe? Het virus wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet dier. Via wondjes in de huid of de slijmvliezen (ogen, mond) dringt het virus het lichaam binnen. Eenmaal in het zenuwstelsel doorgedrongen, zal het virus rabiës veroorzaken en is geen genezing meer mogelijk.
Volgens deskundigen zijn er wereldwijd slechts 5 gevallen bekend van mensen die rabiës hebben overleefd na het optreden van symptomen. In tegenstel- ling tot Jeanna Giese waren deze patiënten echter voordien gevaccineerd.
Deze verlammingsverschijnselen kunnen wel zes dagen aanhouden voor de dieren sterven. Schuimbekken en verlamming treden bij beide vormen van hondsdolheid meestal op; let dus altijd goed op deze signalen. Honden met het hondsdolheidvirus zullen uiteindelijk een pijnlijke dood sterven.
Rabiës is een dodelijke infectieziekte die onder andere voorkomt bij honden en katten. Rabiës komt niet voor in Nederland, maar komt nog wel voor in Oost Europa.
Rabiës begint met griepachtige verschijnselen zoals koorts. Vervolgens kunnen er spierkrampen, stuipen en/of verlammingsverschijnselen optreden. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen en soms watervrees op. Rabiës is een zeer ernstige ziekte die vrijwel altijd tot de dood leidt.
Door het bijten of likken van een dier dat het virus draagt, kan het dier het hondsdolheid-, of rabiësvirus doorgeven. Vaak is dit een hond, maar soms ook een vleermuis of een aap. Zonder de juiste inentingen of medicijnen is de ziekte dodelijk. Jaarlijks sterven meer dan 55.000 mensen aan rabiës.
Besmettingsweg: Via beet, kras, lik of krab van een besmettelijk dier. Incubatietijd: Meestal 20-90 dagen.
Alleen Nieuw-Zeeland, Antarctica, grote delen van Oceanië, Japan, een aantal Europese landen en sommige eilanden zijn vrij van rabiës. In Noord-Amerika en een deel van Oost-Europa komt rabiës alleen bij wilde zoogdieren voor. In andere regio´s, zoals West-Europa, komt het alleen bij vleermuizen voor.
Het rabiës-virus bevindt zich in het speeksel van besmette dieren. Hondsdolheid wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet zoogdier. Dit kunnen naast honden bijvoorbeeld ook katten, apen of vleermuizen zijn.
De ziekte van Weil geeft veelal wel ernstige verschijnselen, die tot in 20% van de gevallen een dodelijke afloop kunnen hebben, indien behandeling niet tijdig wordt gestart.
De vaccinatie biedt vervolgens levenslange bescherming tegen rabiës. Mocht je vervolgens tijdens je reis gebeten of gekrabd worden door een dier dat het virus bij zich kan dragen, dan is het stappenplan dat je daarna moet doorlopen een stuk eenvoudiger.
Alle honden, katten en fretten moeten minstens 21 dagen voor vertrek ingeënt zijn tegen rabiës (hondsdolheid). De dierenarts moet dit aantekenen in het paspoort. Een rabiësvaccinatie is geldig voor 1 tot 3 jaar, afhankelijk van het gebruikte vaccin. Informatie hierover kunt u krijgen via uw dierenarts.
Spoel de wond met lauwwarm water uit de kraan of douche. Ga naar uw huisarts. Een bijtwond kan tot 8 uur later worden gehecht. Uw huisarts controleert of u voldoende tegen tetanus bent ingeënt.
Kosten inenting hondsdolheid / rabiës
De kosten voor het vaccin tegen rabiës kunnen per dierenarts verschillen en liggen tussen de €25,- en €45,-. De geldigheid van de inenting is in de meeste gevallen vastgesteld op 3 jaar.
Hondsdolheid is een dodelijke virusziekte. Als je een hond, kat of fret meeneemt naar het buitenland of vanuit het buitenland meeneemt naar Nederland, dan is vaccinatie tegen rabiës verplicht. Hondsdolheid komt in Nederland alleen voor bij vleermuizen.
Kunnen vleermuizen in Nederland hondsdolheid hebben? Het voorkomen van hondsdolheid wordt in Nederland nauwkeurig gemonitord. Daardoor weten we dat het erg zeldzaam is, en dat het overgrote deel van de vleermuizen in Nederland dit virus niet heeft.
De kans op de infectieziekte is het grootst bij honden die zwemmen of in een waterrijk gebied wonen. Honden kunnen elkaar besmetten en als baasje kun je via de urine van je hond de ziekte ook krijgen. Je kunt je hond inenten tegen de ziekte van Weil. Hierdoor is de kans op besmetting een stuk kleiner.
Veel geïnfecteerde honden tonen helemaal geen symptomen. Honden die de ziekte van Lyme ontwikkelen, hebben in eerste instantie vaak koorts, kunnen wisselend kreupel zijn en vergrote lymfeknopen hebben. Ook neurologische verschijnselen kunnen optreden en in een later stadium nierproblemen.
De diagnose van de ziekte van Weil kan worden gesteld aan de hand van de ziekteverschijnselen. De klassieke tekenen zijn geelzucht, nierfalen en bloedingen. Daarnaast kan bloed of urine afgenomen worden om de leptospiren aan te tonen met behulp van laboratoriumonderzoek.
Wie kan de ziekte van Weil krijgen? Iedereen die in contact komt met vochtige aarde en water waar ratten zitten, kan de ziekte krijgen. Mensen die werken met riool, grond of oppervlaktewater hebben een grotere kans. Iemand die de ziekte van Weil heeft gehad, kan opnieuw ziek worden door deze bacterie.
Leptospiren treden via wondjes of slijmvliezen van mond, neus of ogen, mogelijk door water verweekte huid, actief het lichaam binnen. Daar verspreiden ze zich onmiddellijk in het bloed en de organen.
Bij sommige pups zal uw dierenarts adviseren een extra inenting te geven op 16 weken leeftijd. Volwassen honden worden ieder jaar gevaccineerd tegen de ziekte van Weil en elke drie jaar tegen parvovirus, hondenziekte en besmettelijke leverziekte.