De tong vormt een bijzonder deel van ons lichaam. Behalve als smaakzintuig wordt dit spierlichaam gebruikt voor eten, drinken, praten, slikken en zoenen.
Overleven zonder tong is erg moeilijk, omdat het orgaan nodig is om te kauwen en slikken.
Inleiding. Er bestaan geen speciale spraakorganen. Je longen, je neusholte, je lippen, je tong, je stembanden zijn helemaal niet exclusief bedoeld om mee te praten.
Slikken doen we zeer vaak: speeksel wordt overdag twee maal per minuut weggeslikt en tijdens slaap ongeveer eenmaal per minuut. Slikken lijkt eenvoudig, maar is in werkelijkheid een zeer ingewikkeld samenspel van diverse spieren en zenuwen. Hierbij spelen timing, coördinatie, gevoel en spierkracht een grote rol.
In het kort
U verslikt zich vaak of het eten blijft 'hangen' in uw mond, keel en/of slokdarm. Slikproblemen komen vooral voor bij spierziekten, na een beroerte, bij de ziekte van Parkinson, bij afwijkingen van de slokdarm en na behandeling van kanker in de mond of keel. Slikproblemen kunnen vanzelf weer over gaan.
Je tong is nodig om te slikken en helpt met kauwen, want hij duwt je gekauwde eten naar achter, de keelholte in. Zonder je tong kan je ook geen letters uitspreken.
Je gebruikt je tong bij eten, drinken, proeven en praten. Op de tong zitten smaakpapillen. Daarmee kun je dingen proeven. De smaakpapillen aan de voorkant van de tong zijn klein.
Door regelmatig met ijsklontjes te blijven koelen is zwelling zo veel mogelijk te voorkomen. Meestal is de wond na vier weken volledig genezen.
Uitzaaiingen bij tongkanker
Tongkanker kan uitzaaien. Vaak is dat als eerste naar de lymfeklieren in de hals. Later kan tongkanker ook uitzaaien naar andere organen, zoals de longen. Lees verder over uitzaaiingen bij tongkanker.
Tong 2: 24-27 cm en 120 - 180 gram. Tong 1: 27-30 cm en 180 - 230 gram. Tong Klein Middel (KM): 30-33 cm en 230 - 300 gram.
De tong is verbonden met de onderkaak, het tongbeen en de schedelbasis. Het slijmvlies van de tong bevat verschillende soorten smaakpapillen en onder de tong zitten een aantal uitgangen van speekselklieren. De tong bestaat vooral uit spieren met ertussen de bloedvaten en zenuwen. De tong is met mondslijmvlies bedekt.
Klachten en symptomen bij ziekten van de tong
De klachten bij tongproblemen zijn verschillend. Vaak is er sprake van pijnklachten, een zwelling of een branderig gevoel. Soms verandert ook het uiterlijk van de tong bijvoorbeeld door een verkleuring (meestal wit of rood) of gladde plekken op de tong.
Bij de afweging om wel of niet te hechten is de volgende achtergrondinformatie van belang. Ten eerste vindt hechten van de tong doorgaans (zeker bij kinderen) plaats onder algehele narcose, wat natuurlijk risico's met zich meebrengt. Ten tweede heeft de tong in het algemeen behoorlijke compensatiemogelijkheden.
De tong groeit door tot het achtste levensjaar en heeft door zijn groei een belangrijke invloed op de directe omgeving en het functioneren van de patiënt. Zo speelt de tong een belangrijke rol in de ontwikkeling van maxilla, mandibula, en de stand van de gebitselementen.
De tong is gemaakt om tegen het gehemelte te rusten. Het puntje van de tong ligt daarbij tegen de 'papilla incisiva', het kleine bolletje in het midden van je gehemelte vlak achter je bovenste snijtanden.
De tong is niet de sterkste spier van het lichaam. De tong is namelijk niet één spier, maar een verzameling spieren. Verder heeft hij niet de meeste kracht, want de kaakspier kan veel meer kracht uitoefenen. Ook levert hij niet het meeste fysieke werk in je leven, want dat doet het hart.
Smaakpapillen zijn zenuwuiteinden op de tong en op het achterste (zachte) deel van het gehemelte die door stoffen in voedsel worden geprikkeld en daarmee de smaakzin vormen. De zenuwen sturen deze informatie door naar de hersenen. De hersenen vertalen dit als een smaakwaarneming, men proeft iets.
Wanneer er voedsel terecht komt op een smaakknop, wordt er een prikkel gestuurd naar je hersenen. Je hersenen zetten deze prikkel om in een smaak en zo proef je of je iets lekker of niet lekker vindt.
Veel mensen krijgen daarbij last van een slechte adem. Dit komt doordat voedsel in de slokdarm blijft steken en kan gaan rotten. Andere klachten die bij achalasie kunnen optreden, zijn: Pijn en/of krampen in de buurt van het borstbeen.
In sommige gevallen sluit de maag niet goed af en komt het voedsel regelmatig omhoog. Men spreekt in dergelijke gevallen van een reflux. Reflux is dus de medische term voor het te vaak terugstromen van de zure maaginhoud, oftewel brandend maagzuur.
De zijranden van de tong liggen tegen de binnenkant van de bovenkiezen. De kiezen raken elkaar net niet en de lippen raken elkaar zonder spanning. Er is op deze manier evenwicht in de spieren. Is de rustpositie van de tong goed, dan zal het slikken ook goed zijn.
Wat blijkt: het openen van de kaak en het uitsteken van de tong worden door dezelfde groep zenuwcellen georganiseerd en weer een andere groep zenuwcellen organiseert het sluiten van de kaak en het intrekken van de tong. Dit gebeurt allemaal zonder door je het echt doorhebt, omdat het kauwen onbewust gebeurt.