Het najaar is het perfecte moment om je vlinderstruik te vermeerderen. Wanneer de plant in rust is, kun je eenvoudig houtachtige takken stekken. Het enige wat je hiervoor nodig hebt, is een goede snoeischaar.
Je kunt in de vroege zomer stekken, met jonge takjes of 'zachte' stekken, ofwel tussen juli en september, na de bloei, met half-houterige stekken. Die takjes zijn dan wat steviger. De manier van stekken is dezelfde. Knip, liefst 's ochtends, takjes van minstens 10 cm, zonder bloemen.
Wil je de bloemen en de vlinders die deze struik aantrekt liever op ooghoogte, dan moet je de plant jaarlijks drastisch snoeien. Door de snoei zal de struik ook grondscheuten vormen en in de breedte uitgroeien. Daardoor wordt jouw vlinderstruik voller, compacter en mooier.
Buddleia zijn bladverliezende sierheesters. In de handel worden voornamelijk soorten aangeboden die relatief eenvoudig vegetatief vermeerderd kunnen worden door middel van stekken. Stevige scheutuiteinden, die in de vroege zomer of zelfs midden in de zomer kunnen worden geknipt, zijn geschikt.
Vlinderstruik stekken door de wortels te splitsen
Dit kan in het voorjaar of in de herfst, afhankelijk van waar je woont en je persoonlijke voorkeur. Graaf rijpe vlinderstruiken voorzichtig op en verwijder overtollige grond. Scheid dan de wortels met de hand of gebruik een spade schep om de planten te verdelen.
Buddleja is een sterke struik die het best groeit op een goed doorlatende, vruchtbare grond die kalkhoudend is. Het is een heester die goed in de kuststreek groeit. De bloei zal het rijkst zijn op een beschutte, zonnige plek. Als de vlinderstruik het naar zijn zin heeft kan hij zich zelfs uitzaaien in uw tuin.
Wat gebeurt er als je de de vlinderstruik niet snoeit? Als je de vlinderstruik niet helemaal snoeit, zal deze op een geraamte van kale takken een tijd door kunnen groeien. De plant maakt dan wel veel minder bloemen aan en het geraamte van kale takken ziet er niet echt mooi uit.
Er is niet één manier van stekken die het beste is voor alle planten. Veel planten kun je zowel in het water als in de grond laten wortelen. Sommige planten wortelen iets makkelijker op de ene of de andere manier, maar het is ook belangrijk wat je zelfs het fijnst vindt werken.
De standplaats van een Vlinderstruik is toch wel een plek in de zon of halfschaduw. De plant houdt namelijk van veel warmte en een goede vochtige grond welke ook nog eens waterdoorlatend is. Extreme hitte is in principe geen enkel probleem voor de heester maar heeft daar tegenover wel voldoende water nodig.
In het vroege voorjaar, na de nachtvorsten, snoeit u Buddleja sterk terug. Na de bloei kunt u de uitgebloeide bloemen wegknippen maar nodig is het niet. Er zijn verschillende snoeiwijzen.
De Vlinderstruik gedijt goed op vochtige grond, maar wateroverlast kunnen ze over het algemeen niet verdragen. Zorg voor voldoende mulch bij het planten op de grond en trap nooit in de val van te weinig water geven.
Staat de vlinderstruik in de volle grond, dan hoef je zelden extra water te geven.De struik kan prima eventjes zonder water zolang het niet te extreem is. Staat de Buddleja davidii in een pot, dan is het goed om de tuinplant wekelijks water te geven. Let er wel op dat de struik niet al te natte voeten krijgt.
op grond van mijn eigen waarnemingen zou ik zeggen: maximaal 20 jaar ....
Het beste kun je twijgjes of bast gebruiken van de schietwilg (Salix alba), maar andere wilgensoorten voldoen ook. Knip de twijgjes in kleine stukjes en stop ze in een pot. Giet er kokend water overheen en laat het afkoelen. Zo simpel is het.
Stap 2: Vlinderstruik hard snoeien
Snoei door de dikke houtige takken, ongeveer 30 cm boven de grond, met een takkenschaar of snoeizaag. Snoei het liefst net boven een oog of een nieuwe scheut. Wil je dat de plant hoger wordt dan 3 m (bijvoorbeeld achterin een border), snoei dan terug tot circa 60 cm.
Als de Vlinderstruik zoveel mogelijk bloemen moet vormen, is een sterke snoeibeurt aan te raden. Alle scheuten van het voorgaande jaar worden ingekort zodat er tussen de één en drie zogenaamde ogen overblijven. Dit zijn de verdikkingen op de tak waaruit de nieuwe bladeren ontstaan.
Ook de vlinderstruik lokt vlinders, nachtvlinders en hommels weg van andere planten. De vlinderstruik (Buddleja davidii) levert veel suikerrijke nectar. Die is aantrekkelijk voor vlinders, maar daarom niet noodzakelijk ook beter voor ze.
Vlinderstruiken hebben een gemiddelde groeisnelheid van 20 tot 30 cm per jaar. Zij zijn daarom goed geschikt als halfhoge informele hagen.
Afhankelijk van je stek, het licht, de tijd in het jaar, zie je na een paar weken (dit kan ook een maand zijn) wortels ontwikkelen. Als de wortels minstens vijf centimeter lang zijn, kun je je stek overzetten in de aarde zodat de stek uit kan gaan groeien tot een hele plant.
De onderkant van de stek knip je af tussen twee bladknopen, dus de nieuwe wortels groeien uit de 'normale' stengel. Het voordeel van tussenstekken is dat je meer stekjes kunt nemen uit één langere stengel, maar ze wortelen vaak wat minder snel dan veel andere stekken, dus ze zijn niet geschikt voor alle planten.
Strooi wat kaneel op en rondom de planten om fruitvliegjes op afstand te houden. Extra voordeel: muizen, mieren en ander ongedierte houden er ook niet van.
Sterke bodembedekkers die het vaak goed doen onder of in de buurt van vlinderstruiken zijn de kleine maagdenpalm (Vinca minor), de gele aardbei (Waldsteinia ternata) en het wintergroene dikkemanskruid (Pachysandra terminalis).
Je hoeft geen schrik te hebben dat je geen bloemen zal zien door te snoeien, want deze vlinderstruik bloeit op de jonge takken die vanaf het voorjaar verschijnen of dus na de snoei worden gevormd. Indien u niet snoeit dan bloeit de struik jaarlijks minder en minder en verschijnen de bloemen ook steeds hoger.
Vlinderstruiken trekken in de zomerperiode veel hommels, bijen en natuurlijk vlinders aan. De hoogte van de meeste vlinderstruiken bedragen meestal tussen de 200 en 250 cm, maar er zijn ook een aantal soorten die niet veel hoger worden dan 150 cm. De vlinderstruik is ook wat kleiner te houden door snoei.