Wanneer mensen lange tijd heel veel vitamine D innemen, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. Er kunnen dan nierstenen ontstaan en kalkafzetting rondom organen en weefsels.
Symptomen van een teveel aan vitamine D zijn hartritmestoornissen, mentale stoornissen en verward-zijn, pijn, conjunctivitis (oogbindvliesontsteking), anorexia (geen eetlust), koorts, rillingen, dorst, braken en gewichtsverlies.
Dit is de aanvaardbare bovengrens voor inname van vitamine D (voedingscentrum): 100 microgram (µg) per dag voor volwassenen en kinderen van 11 t/m 17 jaar. 50 µg per dag voor kinderen van 1 t/m 10 jaar.
Vitamine D wordt door het lichaam zelf gemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Bij normaal gebruik zal het daarom geen bijwerkingen hebben.
Vitamine D is een vet-oplosbare vitamine die je bij een teveel niet zomaar uit plast. Het kan dus voorkomen dat een bepaalde hoeveelheid vitamine D zich in het lichaam stapelt. Dit heeft niet gauw negatieve effecten. Zo bouw je in de zomer vaak een vitamine D voorraad op voor de winter.
De duur van het herstel is afhankelijk van je leeftijd en hoe laag het vitamine D gehalte in het bloed is. Bij het innemen van suppletie, zal de arts de dosis vitamine D na zes tot acht weken behandeling verlagen. Naar schatting zal het dan 3 tot 4 maanden duren om weer op het goede niveau te komen.
Vitamine D tegen schildklier-antistoffen
analyseerden daarom vorig jaar zes studies met in totaal 344 patiënten met een schildklierauto-immuunziekte 4). De resultaten laten zien dat suppletie met vitamine D zorgde voor significant lagere anti-TPO en anti-Tg titers (markers voor schildklierauto-immuunziekten).
Wanneer te veel vitamine D wordt ingenomen (vooral bij langdurig gebruik) kan hypercalciëmie ontstaan. Door deze verhoogde calciumconcentratie in het bloed, kunnen vervolgens in eerste instantie milde klachten, zoals vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, diarree of obstipatie ontstaan.
In Nederland hebben ongeveer 3 op de 10 mensen een vorm van vitamine D tekort. Klachten als spierpijn, gewrichtsproblemen, vermoeidheid en lusteloosheid kunnen hierdoor ontstaan.
Een gebrek aan vitamine D veroorzaakt rachitis bij kinderen. Bij volwassenen leidt een langdurig ernstig gebrek aan vitamine D door onvoldoende mineralisatie van het bot tot osteomalacie met diffuse bot- en spierpijnen en proximale spierzwakte (pijn in de bovenbenen en heupen, moeite met overeind komen, waggelgang).
Je zou denken dat fruit een goede bron is van alle vitamines en mineralen. Vitamine D is echter amper of niet in fruit zoals bananen terug te vinden. Ook noten, die heel voedzaam zijn, zijn helaas geen bron van vitamine D.
Een vitamine D tekort kan dunner haar en haarverlies veroorzaken, dat moeilijk terug te draaien is. Hier wil je dus op letten. Er is ook een link gevonden tussen lage ijzer- en zinkwaardes en tijdelijk haarverlies, genaamd telogeen effluvium. Naast zonlicht is voeding een belangrijke bron van vitamine D.
Vitamine D, net als de andere vetoplosbare vitamines A, E en K, neem je daarom het beste in bij een maaltijd, omdat in een maaltijd altijd wel een beetje vet zit. Op die manier kan het lichaam de vitamine vervolgens uit het vet in de voeding opnemen.
Het gewenste vitamine D gehalte in het bloed is 75-80 nmol/l. (makkelijker te onthouden is: tachtig is prachtig!). Men is het er in Europa over eens dat de minimumwaarde 50 nmol/l is en de streefwaarde 75 nmol/l. De (serum)calcidiolspiegel is een goede maat voor de vitamine D status.
Hoewel het in de praktijk per persoon zal verschillen, schatten experts dat je minstens 3 tot 4 maanden nodig hebt om een opgelopen vitamine D-tekort weer aan te vullen.
Hoge dosis kan schadelijk zijn
Vastgesteld is dat een te hoge inname van vitamine A, vitamine D, vitamine E, vitamine B6, niacine, foliumzuur, calcium, magnesium, jodium, koper, selenium en zink schadelijk kan zijn voor de gezondheid.
Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat vitamine D mogelijk een ontstekingsremmende werking bij ontstekingsreuma heeft en misschien ook bij artrose. Maar dit verband is nog niet bewezen. Het slikken van vitamine D kan het risico op botontkalking en botbreuken verkleinen.
Bij een ernstig gebrek aan vitamine D kan bij volwassenen osteomalacie ontstaan. Deze aandoening gaat gepaard met zwakke en pijnlijke botten. Vitamine D is dus een belangrijke vitamine voor de spieren, botten en gewrichten.
Welke vitamine D wordt het beste opgenomen? De vorm van vitamine D die het best door het lichaam wordt opgenomen, is vitamine D3 of cholecalciferol. Dit is namelijk de meest natuurlijke vorm van vitamine D en hetzelfde als de vitamine D die ons lichaam onder invloed van zonlicht aanmaakt.
Kun je te veel vitamine D binnenkrijgen? De aanvaardbare bovengrens van de vitamine D-inname voor volwassenen en kinderen van 11 t/m 17 jaar is 100 microgram per dag. Voor kinderen van 1 t/m 10 jaar is de grens 50 microgram per dag en voor kinderen tot 1 jaar is de bovengrens 25 microgram.
Bij ernstig vitamine D-gebrek en gerelateerde klachten kunnen patiënten een oplaaddosering krijgen van 10.000 IE (250 microg) per dag gedurende 10 dagen of 25.000 IE (625 microg) per week gedurende 6 tot 8 weken.
Een gebrek aan vitamine B5 komt enkel voor bij ernstige ondervoeding. Hoofdpijn, vermoeidheid en duizeligheid zijn de symptomen. Een tekort aan vitamine B6 wordt vooral vastgesteld bij ouderen en mensen met veel stress.
Magnesium is een belangrijke co-factor in de omzetting van T4 naar T3. Daarnaast speelt magnesium een rol in de energiehuishouding, die weer van invloed is op het functioneren van de schildklier. Er zijn vele vormen van magnesium, maar magnesiumtauraat wordt het beste opgenomen door het lichaam.
Het sterkst is het verband bij ouderen. Uit onderzoek waarin een grote groep vrouwen van 50 jaar en ouder (81.189) werd gevolgd bleek dat depressies 21% minder vaak voorkwamen bij vrouwen die dagelijks meer dan 20 microgram vitamine D namen.