De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
De maximale stroom door de nulleider
meest ongunstigste situatie en die is dan 16,3A.
Ik meet bij een kennis tussen nul en aarde 50V en tussen fase en aarde 180V. Tussen de fase en nul normaal 220V.
De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
Omdat het gaat om wisselstroom spreken we niet van + en - maar van Live en Neutraal. De bruine is dus Live en de blauwe is de neutraal draad. In oudere huizen loopt de blauwe draad vaak direct vanuit de meterkast naar de lamp - en dus niet via de schakelaar - omdat dit niet echt nodig is.
De NUL-draad heeft dus gedurende een dag op basis van de mechanische spanning van de draad contact gemaakt. Door aanraking van die draad begon deze te vonken. Het ontbreken van de (gemeenschappelijke) NUL in een 3 x 25 A installatie kan er voor zorgen dat er een zogenaamde 'zwevende NUL' ontstaat.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
De spanning tussen de nuldraad en de aarde is op elk tijdstip nul volt (tenzij defecten, aansluitfouten,...). De spanning tussen de fasedraad en de aarde wisselt van +230 naar –230volt en terug.
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
Kortsluiting ontstaat wanneer één of meer elektrische draden elkaar raken. Dat kan zijn als gevolg van een kapot apparaat of een beschadigde kabel. Natuurlijk zijn deze stroomdraden meestal voorzien van een isolatielaag, maar deze kan beschadigd raken door water, warmte, stof of andere zaken.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Een aardingstransformator is een transformator die een geaard sterpunt creëert in een geïsoleerd driefasennet. Zonder geaard sterpunt spreken we van een IT-net en zal bij een eerste aardingsfout geen foutstroom vloeien en zal de beveiliging het net niet uitschakelen.
Het elektrische potentiaal van onze planeet is 0 volt. In elektrische installaties in woonhuizen moet om veiligheidsredenen aarde aanwezig zijn. Aarde wordt vanuit een aardpen naar de meterkast geleverd.
Krachtstroom werkt met een driefase-aansluiting
Eén draad heeft spanning en de andere draad is een nuldraad. De draad waar spanning op staat heet de fase. Krachtstroom werkt iets anders dan de normale stroom, namelijk met een driefase-aansluiting. Bij krachtstroom worden geen twee, maar wel vier draden gebruikt.
Krachtstroom wordt gebruikt omdat daar meer elektrisch vermogen mee kan worden overgedragen dan met het lichtnet. Het gaat bij krachtstroom altijd om wisselstroom. In Vlaanderen wordt krachtstroom ook wel drijfkracht genoemd.
Bij een 3-fasenaansluiting komt er via drie kabels (fasen) 230 volt binnen. De 3-fasenaansluiting heeft meer capaciteit dan een 1-faseaansluiting. U kunt uw energieverbruik verdelen over de 3 fasen. Dit is handig als u apparaten hebt met een hoger energieverbruik.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
De bruine fasedraad of zwarte schakeldraad koppel je aan het schroefje waar 'L1' boven staat. Vervolgens zijn er nog twee zwarte draden over die naar de tweede schakelaar gaan. Deze sluit je aan op de schroeven 1 en 1'.
In tegenstelling tot de nuldraad is de fasedraad zeer gevaarlijk. Wanneer je bijvoorbeeld een spijker in één van de twee gaatjes van een stopcontact steekt, heb je 50% kans dat je een schok krijgt. Je hebt dus 50% kans dat je de fasedraad raakt met de spijker. De fasedraad mag daarom dan ook niet worden aangeraakt.
Wanneer je de primaire van de trafo kant bedoelt: N=nuldraad. Lichtblauw L=Fasedraad. Bruin (spanning) Vermoedelijk heb je een een niet standaard kleur gecodeerd snoer.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
Een schakeldraad mag namelijk zwart of grijs zijn. En dus niet bruin.
De fasedraad kan ook grijs zijn, dan is het een driefasige installatie. De zwarte schakeldraad zorgt vanaf de schakelaar voor de stroomtoevoer van het apparaat. Blauw, de nuldraad, is de draad die over het algemeen elektrisch gekoppeld is met de aarde.