De manchet van de bloeddrukmeter mag niet over de kleding worden aangebracht.
Een laag kleding onder de manchet heeft bij oscillometrische bloeddrukmetingen dus geen invloed op de uitkomst. De conclusie van het onderzoek luidt dat de bloeddruk gemeten met een oscillometrische bloeddrukmeter over één laag kleding van de patiënt even betrouwbaar is als een meting over de blote arm.
Het is belangr k om minstens een half uur vóór het meten van de bloeddruk geen inspannende activiteiten te doen. Daarnaast is het belangr k om voor het meten niet te roken en geen koffie te drinken. De bloeddruk wordt weergegeven in de bovendruk en de onderdruk. De bovendruk wordt ook wel de systolische druk genoemd.
Conclusie: Er werd vastgesteld dat kleding geen statistisch significant effect heeft op de systolische/diastolische bloeddrukmetingen .
- De bloeddruk wordt aan de linkerarm gemeten. De kleding van de deelnemer moet dusdanig zijn dat de linker bovenarm ontbloot kan worden. (jas, vest ed uit). - Na de bloeddrukmeting aan de arm zal de bloeddrukmeting aan de enkel plaats vinden.
Een 3-voudige bloeddrukmeting met korte tussenpozen verbetert de nauwkeurigheid, maar moet met zorg worden uitgevoerd. Te vaak achter elkaar meten kan ongemak en schade aan de bovenarm veroorzaken, afhankelijk van de conditie van de arm en het type bloeddrukmeter.
Metingen met één arm, vergeleken met metingen met twee armen, kunnen de prevalentie van hypertensie onderschatten. Als metingen met twee armen echter niet beschikbaar zijn, wordt de voorkeur gegeven aan de rechterarm voor het meten van de bloeddruk, vooral bij vrouwen.
Uit de resultaten van dit onderzoek bleek dat het dragen van kleding op de arm, de dikte van de kleding of de huidplooien geen invloed had op de systolische en diastolische bloeddruk en de hartslag, maar dat nauwsluitende mouwen en de dikte van de armomtrek wel van invloed waren op de metingen en hogere waarden opleverden.
Wanneer meten? Je gaat twee keer per dag je bloeddruk meten: 's ochtends tussen 6-9 uur en 's avonds tussen 18-21 uur. Buiten deze tijden zal de bloeddrukmeter niet meten. Zorg ervoor dat je geplast hebt, zodat je blaas leeg is, want een volle blaas kan de bloeddruk verhogen.
Interessant genoeg nam de omvang van de meetfout toe met toenemende manchetmaat . Bijvoorbeeld, de bloeddruk was ongeveer 3 mm Hg hoger wanneer een kleine bloeddrukmanchet werd gebruikt voor degenen die een normale bloeddrukmanchet nodig hadden, maar was ongeveer 10 mm Hg hoger wanneer een grote bloeddrukmanchet werd gebruikt voor degenen die een extra grote bloeddrukmanchet nodig hadden.
Minder zout eten verlaagt je bloeddruk. Je let op zout door bijvoorbeeld kant-en-klaarmaaltijden, eten uit pakjes en zakje en zoute snacks zoveel mogelijk te laten staan. In verse, onbewerkte producten zit geen zout. En het zout dat je zelf over het eten strooit kun je vervangen door (verse) kruiden.
In de Europese richtlijn (Visseren, 2021) wordt een systolische bloeddruk < 140 mmHg geadviseerd bij ouderen > 70 jaar en tot 130 mmHg als het goed verdragen wordt.
Een volle blaas kan een tijdelijke verhoging van de bloeddruk veroorzaken , dus ga naar het toilet voordat u begint. Ontspan. Stress kan ervoor zorgen dat uw bloeddruk stijgt, dus beschouw dit als een dagelijkse taak die u moet voltooien en neem de tijd om vooraf te ontspannen.
Een onderzoek van Kahan et al, 4 met 201 patiënten, vergeleek bloeddrukmetingen die werden uitgevoerd over een mouwarm, een blote arm en onder een opgerolde mouw. Ze ontdekten dat de mate van kleding onder de manchet van de bloeddrukmeter geen klinisch belangrijk effect had op de meting.
Hoe is de omgeving tijdens de meting? De omgeving tijdens het meten is zo rustig en ontspannen mogelijk. Daarom mag u niet praten tijdens de meting. Er mag geen begeleider naast u zitten tijdens het onderzoek.
Je bloedvaten worden nauwer, en de kans op een hartinfarct of beroerte neemt toe. Hartfalen: bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan.
Vaker op een dag meten is meestal niet nodig. Als u bij een bloeddrukmeting thuis een keer een wat hogere bloeddruk meet, bijvoorbeeld 160/100, is dat niet erg.
Bij zeer hoge waarden kun je last hebben van hoofdpijn in het achterhoofd, sneller vermoeid geraken en vlugger kortademig. Je kunt wel symptomen hebben van de aandoeningen die aan de basis liggen van de hypertensie zoals algemene zwakte, misselijkheid, obstipatie, hartkloppingen, warmteopstoten.
Bloeddruk per leeftijd meten
Een normale bloeddruk bij volwassenen ligt dus tussen de 120/80 en 130/89 mmHg. Dit getal kan variëren, soms ook afhankelijk van de leeftijd. Bij oudere volwassenen kan een iets hogere bloeddruk acceptabel zijn, waar een lagere bloeddruk bij kinderen vaker voorkomt.
Het dragen van een buikband verhoogde ook de staande systolische bloeddruk met 11 mmHG en de diastolische bloeddruk met 6 mmHG . Om deze resultaten in perspectief te plaatsen: zwaartekrachtpakken die door gevechtspiloten worden gedragen om flauwvallen tijdens extreme vliegomstandigheden te voorkomen, hebben een vergelijkbaar effect op de bloeddruk.
Als u een te hoog lichaamsgewicht hebt, is de kans op hart- en vaatziekten groter. Vooral de kans dat u een hartinfarct krijgt is groter, omdat uw hart harder moet werken door het overgewicht. Maar ook het cholesterolgehalte en de bloeddruk stijgen vaak door het overgewicht.
De bloeddruk stijgt ook tijdens het sporten of bij stress, heftige emoties of pijn.
Thuismeting is voldoende betrouwbaar in vergelijking met ambulante bloeddrukmeting en is minder bewerkelijk en goedkoper. Of achterblijvende nachtelijke bloeddrukdaling ('non-dipper') vaatschade voorspelt, is nog onduidelijk.
Een verschil van 10mmHg in de bovendruk blijkt verband te houden met een verhoogde kans op perifeer arterieel vaatlijden. Een verschil van 15mmHg in de bovendruk in de linker- en rechterarm bleek een verband te hebben met schade aan de hersenvaten en een groter overlijdensrisico.
De beste positie om uw bloeddruk te meten is zittend in een stoel met uw voeten op de vloer en uw arm ondersteund zodat uw elleboog zich ongeveer op harthoogte bevindt . U moet in deze positie blijven tijdens de meting.