Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
Kenmerken die zowel voorkomen bij autisme als bij ADHD
Behoefte aan structuur : geeft letterlijk houvast en er ontstaat minder chaos in denken en doen. Angsten: vaak ontstaan er angsten die overlap hebben zowel bij autisme als ADHD. (Plotselinge) veranderingen zorgen voor chaos en onduidelijk.
ADD (Attention Deficit Disorder)
ADD is een aandachtstekortstoornis waarbij kinderen concentratieproblemen hebben. Het lijkt erg op ADHD, alleen vertonen kinderen met ADD geen uitgesproken druk, hyperactief of impulsief gedrag.
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Maar oud worden is bij uitstek een onvoorspelbaar proces en daardoor lopen senioren met autisme vaak vast. Zij merken het bijvoorbeeld sneller op wanneer hun hoofd of lijf achteruitgaan. En maken zich vervolgens drukker dan mensen met een niet-autistisch brein over het onvoorspelbare verloop van die aftakeling.
De meest gebruikte geneesmiddelgroepen zijn antipsychotica (met name Risperdal en Dipiperon) en het anti-ADHD middel Ritalin. Maar ook homeopathie, vitamines, clonidine (een middel tegen migraine en hoge bloeddruk), het antidepressivum paroxetine en het rustgevende middel oxazepam werden vaak genoemd.
De belangrijkste kenmerken van ADHD bij mannen en vrouwen zijn: problemen met de aandacht of de concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit. Symptomen die vaak voorkomen zijn: snel afgeleid zijn. vergeetachtigheid.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70.
Autisme is chronisch en dus niet te genezen. De meeste mensen met autisme leren wel naarmate ze ouder worden beter te compenseren, waardoor hun beperkingen door de tijd heen milder kunnen worden.
In veel gevallen gaat ADHD samen met andere (psychiatrische) stoornissen. Enkele voorbeelden zijn: stoornissen in het autistisch spectrum (zoals PDD-NOS), agressieve gedragsstoornissen, motorische stoornissen, angst- en stemmingsstoornissen, tics, en leerproblemen.
ADHD is een psychische stoornis die begint in de jeugd en die vaak persisteert tot in de volwassenheid. De kernsymptomen van ADHD zijn: aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Natuurlijk kán er bij een hoogbegaafde ook daadwerkelijk sprake zijn van ADHD, die kansen zijn gelijk aan die van een regulier ontwikkelend persoon. In dat geval doen de signalen zich doorgaans voor in verschillende situaties (school, thuis, elders, niet maar binnen 1 omgeving).
De partner met ADHD had aan het begin van de relatie heel veel aandacht voor de ander. Deze 'hyperaandacht' is plotseling gestopt. Hierdoor voelt de ander zich onzeker, verwaarloosd of eenzaam. De partner zonder ADHD voelt zich erg verantwoordelijk en neemt veel praktische taken in het huishouden op zich.
Onderzoekers gaan ervan uit dat erfelijkheid de grootste rol speelt bij ADHD. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het lijkt erop dat meerdere genen er samen voor zorgen dat je aanleg hebt voor ADHD. Dit houdt in dat ADHD kan ontstaan wanneer verschillende genen en omgevingsfactoren op elkaar reageren.
De persoon die als eerste de diagnose autisme kreeg, de Amerikaan Donald Triplett, is overleden. Triplett werd 89 jaar oud. Als 5-jarige werd Triplett voor het eerst onderzocht door een onderzoeker van de Johns Hopkins-universiteit, kinderpsychiater Leo Kanner.
Er bestaat geen biomarker voor autisme, zoals een bloed- of dna-test. De diagnose wordt gesteld door een psychiater of een gz-psycholoog aan de hand van een aantal gedragskenmerken. Iedere persoon met autisme is anders.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS).
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij je niet aankijkt. Verwacht niet een reactie op jouw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking of gebaren. Als je wilt dat iemand reageert op wat je zegt, vraag er dan specifiek om ('luister naar wat ik vertel').
ADHD en overprikkeling. Als je ADHD hebt, kan je moeite hebben om prikkels die op je afkomen te verwerken. Dit kunnen externe prikkels zijn maar ook interne prikkels. Externe prikkels zijn indrukken die via de zintuigen binnenkomen zoals geluiden, beelden, geuren, smaken, en lichamelijke sensaties.
niet stil kunnen zitten, steeds met handen of voeten bewegen; een gevoel van continue innerlijke rusteloosheid; niet kunnen stoppen met praten, niet te stuiten zijn of doordraven; moeite hebben met ontspannen.