ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het is een aandachtstekortstoornis die gepaard gaat met hyperactiviteit en impulsiviteit. Je kunt niet pas op latere leeftijd ADHD 'krijgen'. Eén van de criteria om aan de diagnose te voldoen, is dat de problemen al sinds de kindertijd spelen.
De belangrijkste kenmerken van ADHD bij mannen en vrouwen zijn: problemen met de aandacht of de concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit.
Je huisarts kan je doorverwijzen naar bijvoorbeeld PsyQ. Daar worden je klachten verder onderzocht en kan een psychiater of psycholoog een diagnose stellen. Of de test lijkt aan te geven dat je geen ADHD hebt. Ook dan is een bezoek aan je huisarts aan te bevelen.
In een diagnostiek traject voor volwassenen wordt een diagnose gesteld, zoals een ADD diagnose. Een diagnose bestaat uit een zogeheten 'DSM classificatie' van de symptomen die je ervaart. Bijvoorbeeld of je klachten vallen binnen het autisme spectrum, of juist passen bij ADD of iets anders.
Out of the box: ADD'ers zijn vaak goed in het oplossen van raadsels. Hierbij komen ze vaak met niet voor de hand liggende, vindingrijke oplossingen. Ze zijn vaak goede brainstormers en beelddenkers. Hyperfocus: Mensen met ADD kunnen zich enorm focussen op een project.
Overige ADD kenmerken bij volwassenen
moeite met snel en adequaat reageren op onverwachte gebeurtenissen door vertraagde informatieverwerking. dit moet niet verward worden met autisme omdat ADD'ers in tegenstelling tot mensen met autisme vaak prima verbanden kunnen leggen.
Een HSP ervaart overprikkeling vaker door externe prikkels, waar ADHD dit voornamelijk door interne prikkels ervaren. Iemand met ADHD vindt het bijna altijd lastig om zich goed te concentreren, terwijl een hoogsensitief persoon zich in de juiste omgeving prima kan concentreren.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
Acceptatie helpt om ermee te leren leven. Medicatie voor ADHD helpt de symptomen te verminderen, coaching helpt om praktisch meer grip te krijgen op je leven, waardoor je minder last hebt van je ADHD. Het wordt wel eens gezegd dat volwassenen met ADHD door behandeling steeds beter met de symptomen kunnen omgaan.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Impulsiviteit: eerst doen en dan denken, anderen veelvuldig in de rede vallen, ongeduldig zijn, impulsief geld uitgeven, impulsief relaties en werk betrekkingen beginnen en beëindigen, voor de omgeving onbegrijpelijke beslissingen nemen.
Dus als je je niet herkent in "druk" zijn kan het toch zijn dat er sprake is van hyperactiviteit. Daarnaast is het zo dat als je ADD hebt (het overwegend onoplettendheidtype), je weinig tot geen hyperactiviteitsklachten zal herkennen, al valt ook dit subtype onder de noemer ADHD.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
De meeste mensen zonder ADHD die de medicijnen nemen krijgen meer energie en zin om te praten. Ze voelen zich wakker en soms een beetje blijer. De pillen met cafeïne en L-theanine geven minder sterke effecten. De meeste mensen ervaren iets minder vermoeidheid als ze de pillen hebben genomen.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Attention Deficit/Hyperactivity Disorder (ook wel ADHD) is meestal aangeboren. Dus het zit vaak in de familie, maar het kan ook wel eens een generatie overslaan. Heel soms krijgen mensen ADHD door zuurstofgebrek bij de geboorte. Je hebt ADHD dus al vanaf de kinderleeftijd, meestal met een begin voor het 12e jaar.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Toch zijn er veel mensen die zich herkennen in de beschrijving van HSP, oftewel Hoog Sensitieve Persoon. Het staat vooral voor overgevoeligheid voor prikkels uit je omgeving. Deze overgevoeligheid kennen ook veel mensen met ADHD of ADD, want als je AD(H)D hebt komen alle prikkels ongefilterd binnen.
Het meest typerende verschil tussen iemand met ADHD en ADD is het hyperactieve gedrag. Als je ADD hebt, dan kom je vaak rustig en dromerig over, in tegenstelling tot iemand met ADHD. Maar jouw hoofd zit echter wel vol met gedachten en ook jij hebt last van concentratieproblemen.
ADHD met comorbiditeit
Voor zowel bij mensen met ADHD als ADD (zonder hyperactief gedrag) geldt dat het in de meest gevallen samengaat met andere psychische aandoeningen en/of andere lichamelijk gezondheidsklachten. Dat noem je comorbiditeit. En dat kan behoorlijk pittig zijn.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.