Depressie komt voor bij ongeveer de helft van mensen met MS, zowel als een gevolg van de diagnose als een symptoom bij de ziekte. Angst betreft ook ongeveer 50% van de mensen met MS, ofwel gekoppeld aan depressiviteit ofwel op zichzelf.
Koorts of een infectie kunnen bestaande klachten verergeren, als er sprake is van koorts of een infectie kan niet zomaar gesproken worden van een schub. Door koorts of een infectie kunnen oude klachten opspelen of bestaande klachten verergeren.
Iemand kan bijvoorbeeld snel emotioneel raken, of zich heel boos voelen, depressief raken of zichzelf overschatten. Het gevoel voor humor kan totaal zijn veranderd, en iemand kan heel prikkelbaar zijn. Ook sociaal onaangepast gedrag of agressiviteit komt niet zelden voor. Voor mantelzorgers is dit uiterst moeilijk.
Bij MS is de aansturing van de spieren vanuit de hersenen of het ruggenmerg verstoord. In de hersenen en het ruggenmerg ontstaan ontstekingshaarden. Daardoor kunnen de zenuwbanen op de aangetaste plekken de elektrische signalen niet meer goed geleiden, bijvoorbeeld van en naar de spieren.
Veelvoorkomende klachten bij een schub zijn: verminderd gezichtsvermogen, stoornissen in het gevoel, minder kracht in armen of benen, stuurloosheid, moeite met toiletgang of moeite met praten. De klachten herstellen meestal vanzelf, maar dat heeft tijd nodig, variërend van dagen tot weken en soms zelfs maanden.
Veelvoorkomende klachten zijn vermoeidheid, problemen met bewegen en coördinatie (zoals spierzwakte), zichtproblemen, gevoelsstoornissen en cognitieve veranderingen (waaronder moeite met concentratie, geheugenproblemen en het trager verwerken van informatie).
Regelmatig hebben MS patiënten last van aandrangincontinentie (een overactieve blaas). De blaasspier trekt dan op onverwachte momenten op eigen houtje samen. Vaak is hierbij ook de samenwerking met de sluitspier verstoord. Deze ontspant dan niet goed.
“Als MS onbehandeld blijft, neigt het ertoe progressief te worden, wat betekent dat mensen langzaam achteruitgaan over vele jaren . Dat is iets wat we willen vermijden.” Hoewel er een paar decennia geleden geen nuttige behandelingen voor MS waren, is dat veranderd en hebben artsen nu veel meer hulpmiddelen om aan te bieden.
Multiple Sclerose (MS) is een ernstige auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel. De klassieke symptomen zijn: verlammingen, tintelingen, moeilijk stappen, evenwichtsverlies en vele andere. Het zijn beperkingen die ons onverwachts overkomen, langzaam accumuleren en leiden tot toenemende invaliditeit.
Spierzwakte merk je vooral in je benen. Ze voelen zwaar aan of je hebt een moe gevoel in je heup. Ook kun je je voet moeilijker optillen: je sleept met je been waardoor je gemakkelijk kunt struikelen. Bij spierstijfheid zijn je spieren stijf omdat je ze altijd een beetje aanspant en moeilijk kunt ontspannen.
Je hersenen regelen je gedrag en persoonlijkheid. Als door een hersenaandoening schade ontstaat in de hersenen, kan je gedrag veranderen. Wat dit precies betekent, is voor iedereen anders: de een doet bijvoorbeeld veel minder dan eerst, terwijl een ander plotseling allerlei dingen doet zonder erover na te denken.
Persoonlijkheidsveranderingen (of wat daarop lijkt) komen vaak voor na een traumatisch hersenletsel . Zelfs een hersenschudding kan de hersenen nog lang beïnvloeden nadat ze zijn genezen van het oorspronkelijke letsel. De manier waarop we informatie verwerken en begrijpen, kan veranderen door het letsel, dus het is niet verrassend dat onze emoties ook worden beïnvloed.
Bij ontremd gedrag heeft iemand moeite zijn impulsen en gedrag te controleren, alsof de 'natuurlijke rem' eraf is. De ontremming kan zich op verschillende terreinen uiten: motorisch, emotioneel, verbaal of op het gebied van voeding of seksualiteit.
De meeste mensen met MS krijgen de diagnose als ze tussen de twintig en veertig jaar zijn. Zo'n 65 procent van de patiënten wordt binnen vijf jaar na de diagnose (geheel of gedeeltelijk) arbeidsongeschikt verklaard, vaak naar aanleiding van de achteruitgang op het cognitieve vlak.
Bij multiple sclerose valt het immuunsysteem myeline aan, het vettige eiwit dat de zenuwen in het centrale zenuwstelsel bedekt. Men denkt dat MS bij mensen met een onderliggende genetische aanleg wordt veroorzaakt door andere risicofactoren, zoals een virusinfectie, roken of een tekort aan vitamine D.
Het blijkt dat het eiwit caseïne in koemelk een ontstekingsreactie kan oproepen die inwerkt op de myelineschede, een beschermende laag rond de zenuwen. Om die reden adviseren de onderzoekers dat bepaalde groepen MS-patiënten hun zuivelinname zo veel mogelijk beperken.
Helaas is nog niet bekend wat de aanleiding is om MS te ontwikkelen. Onderzoekers denken dat een combinatie van erfelijke factoren en factoren uit de omgeving de aanleiding zijn voor MS, al dan niet samen. Zo zijn er aanwijzingen dat virusinfecties een rol spelen.
U kunt het CBR op de hoogte stellen dat u MS hebt en dat u wilt (blijven) autorijden. Om veilig te kunnen rijden hebt u niet alleen een rij¬bewijs maar ook een verklaring van geschiktheid van het CBR nodig.
Een sterk progressieve aandoening zoals ALS zal (bijna) altijd leiden tot een erkenning als persoon met een handicap. Bij MS, dat heel wat jaren langer kan aanslepen en in essentie geen invloed heeft op de levensduur, kan niet dezelfde redenering gebruikt worden.
Veel mensen geloven dat MS een meedogenloos progressieve ziekte is die iemand binnen een paar jaar invalide maakt. Dit is echter over het algemeen niet waar. Volgens een ouder artikel uit 2003 kan 60% van de mensen met MS nog steeds lopen en heeft een derde geen significante handicap .
Stress kan klachten van MS erger maken. Een beetje stress is gezond. Het zorgt dat je lichaam goed werkt en dat je alert bent. Bij langdurige stress kun je klachten krijgen, zoals hoofdpijn of vermoeidheid.
De complicaties van MS variëren van mild tot ernstig. Ze kunnen variëren van vermoeidheid tot het onvermogen om te lopen . Andere problemen zijn verlies van zicht, evenwicht en controle over darmen of blaas. Depressie kan het gevolg zijn van de moeilijkheden om te leven met een chronische aandoening.
Obstipatie kan diarree en ontlastingsincontinentie tot gevolg hebben. MS kan de darmactiviteit hebben verminderd. Bovendien zorgt beperkte mobiliteit voor een trage werking van de darm. Bepaalde geneesmiddelen die gewoonlijk worden voorgeschreven voor MS, kunnen ook de kans op obstipatie verhogen.
Het gebied van uw ruggenmerg dat de blaaslegingsreflex regelt, kan beschadigd zijn door uw MS . Omdat er geen signaal is om te plassen, raakt uw blaas erg vol, maar u bent zich er niet van bewust hoe vol hij is, waardoor urineverlies kan optreden.