Na een echtscheiding of scheiding van tafel en bed kunnen ex-echtgenoten geen aanspraak meer maken op een erfenis of een deel er van dat de ex-partner ontvangt, tenzij daar expliciet afspraken over zijn gemaakt. De gemeenschap van goederen wordt bij een scheiding en scheiding van tafel en bed beëindigd.
Nadat de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand heb je geen recht meer op de erfenis van je overleden ex-echtgenoot. Dit wijkt af als jullie iets anders in een testament of convenant zijn overeengekomen.
Wanneer uw ene schoonouder tijdens het huwelijk, en de andere (ex)schoon-ouder (de langstlevende) na de echtscheiding komt te overlijden, dan maakt u geen aanspraak op de erfenis van de langstlevende, maar maakt u mogelijk wél aanspraak op een deel van de erfenis van de schoonouder die tijdens het huwelijk overleed.
Bij de wettelijke verdeling in het erfrecht krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner de erfenis. De wettelijke verdeling geldt als er geen testament is gemaakt. Sinds 2018 gelden er nieuwe regels die bepalen dat erfenissen en schenkingen niet meer automatisch in de gemeenschap van goederen vallen.
Alleen uw eigen kinderen en niet hun aangetrouwde partners zijn op grond van de wet uw erfgenamen. U hoeft 'de koude kant' dus niet specifiek te onterven. Toch kan uw (voormalige) schoondochter of schoonzoon recht hebben op een deel van uw erfenis.
Alleen eigen familie kan dus volgens de wet erven. Schoondochters, schoonzonen, schoonzussen en zwagers zijn geen bloedverwanten van de overledene en kunnen daarom niet volgens de wettelijke regels van de overledene erven.
Met koude uitsluiting wordt een type huwelijksvoorwaarden bedoeld, waarbij de echtgenoten bepalen dat hun vermogen geheel privé blijft en ook niet gedeeld wordt bij het einde van het huwelijk (door overlijden of echtscheiding).
Als je gescheiden bent en je ex-partner overlijdt, heb je nog steeds recht op (een deel van) zijn of haar nabestaandenpensioen. Na een scheiding wordt dit pensioen een bijzonder nabestaandenpensioen genoemd. Dit pensioen bestaat uit het bedrag dat is opgebouwd tijdens jullie huwelijk.
Of u nu gehuwd bent onder een gemeenschapsstelsel of een stelsel van scheiding van goederen, hetgeen u uit erfenis verkrijgt behoort steeds tot uw eigen vermogen. Uw partner krijgt dus geen eigendomsrechten in de goederen die u uit erfenis verkrijgt.
Rechtbank heeft meer informatie over erfenissen
In een openbaar boedelregister staan bijvoorbeeld: gegevens over het ongedaan maken van de wettelijke verdeling door de langstlevende echtgenoot; verklaringen van erfgenamen die de erfenis hebben aanvaard of hebben verworpen; de aanwijzing van een boedelnotaris.
Na een echtscheiding of scheiding van tafel en bed kunnen ex-echtgenoten geen aanspraak meer maken op een erfenis of een deel er van dat de ex-partner ontvangt, tenzij daar expliciet afspraken over zijn gemaakt. De gemeenschap van goederen wordt bij een scheiding en scheiding van tafel en bed beëindigd.
De meeste stellen zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Dat betekent dat bij de scheiding alle goederen en bezittingen gelijk moeten worden verdeeld. Als één van de partners tijdens het huwelijk een erfenis of schenking heeft ontvangen, valt dit in beginsel binnen de gemeenschap van goederen.
De erfgenamen van uw schoonmoeder zijn haar echtgenoot en haar kinderen. Als een van de kinderen is overleden, dan nemen zijn of haar kinderen de plaats in. Hebt u kinderen met uw vrouw of heeft uw vrouw kinderen uit een eerdere relatie, dan erven deze kinderen dus wel.
Het kindsdeel van de erfenis is pas opeisbaar op het moment dat beide ouders overleden zijn. Dit geldt bijvoorbeeld ook als uw biologische ouder overleden is, maar hij of zij opnieuw getrouwd was. Zolang de stiefouder in leven is, dan maakt u nog geen aanspraak op uw kindsdeel van de erfenis.
Een tweetrapsmaking of een tweetrapstestament is kort gezegd een bepaling in het testament waarin staat dat enkel de partner tot erfgenaam wordt benoemd en de kinderen pas erven van hun eerst overleden ouder op het moment dat beide ouders zijn overleden.
Wettelijke erfgenamen
Partner, kinderen en hun afstammelingen. Ouders, broers, zussen en afstammelingen. Grootouders met hun (klein)kinderen, ooms, tantes, neven, nichten. Overgrootouders en hun afstammelingen.
U kunt uw kind echter nooit voor 100% onterven. Dit komt omdat een kind altijd aanspraak kan maken op de legitieme portie. Dat is de helft van het deel waar uw kind normaal gesproken ontvangt. Een testament heeft geen invloed op de legitieme portie.
Als u een erfenis ontvangt en de overledene heeft bepaald dat de goederen uitsluitend voor u bestemd zijn (uitsluitingsclausule) dan vallen die goederen buiten de gemeenschap van goederen. Een voorbeeld. Lieke en Tim zijn in gemeenschap van goederen getrouwd.
De weduwe of weduwnaar krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Concreet krijgt de langstlevende het eigen vermogen van zijn overleden partner en de helft van het gemeenschappelijk vermogen in vruchtgebruik. De kinderen erven de blote eigendom.
Wanneer ontvangt u pensioen van uw ex
Voorbeeld: een 50-jarige vrouw krijgt al ouderdomspensioen uitgekeerd als haar 15 jaar oudere ex-partner met pensioen gaat. Omgekeerd zal mogelijk de 67-jarige man maar beperkt kunnen delen in het ouderdomspensioen van de vrouw.
Na huwelijk of geregistreerd partnerschap
De gemeente geeft het overlijden van uw ex-partner door aan het pensioenfonds. U ontvangt daarna automatisch bericht van het pensioenfonds. Bijzonder nabestaandenpensioen is meestal 70% van het pensioen dat is opgebouwd tijdens uw huwelijk of partnerschap.
Ben je de ex-partner en krijg je een pensioen van je ex-uitgekeerd? Op het moment dat je ex-partner overlijdt, stopt het pensioen dat je via hem of haar ontvangt. Vaak heeft een pensioenfonds ook een nabestaandenpensioen of partnerpensioen in de pensioenregeling opgenomen.
Meestal wordt de uitsluiting aangevuld aan met verrekenbedingen: bij het aangaan en tijdens het huwelijk blijven de vermogens gescheiden, maar tussentijds en/of aan het einde wordt onderling afgerekend. Door deze “warme uitsluiting” ontstaat een evenwichtiger systeem, waarbij men zelf kan bepalen hoe ver dat gaat.
Echtgenoten kunnen in de huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding vastleggen met een vervalbeding. Een vervalbeding voorkomt dat aan het einde van het huwelijk een vordering tot verrekening ontstaat voor de periode waarin geen uitvoering is gegeven aan de periodieke verrekening.