In het voorjaar, wanneer het gevaar voor de vorst is geweken, kun je het beste siergras verplaatsen of herplanten. Geef het gras na het verplanten ruimschoots water. Siergrassen kunnen vanaf het voorjaar (maart) tot aan de late herfst (oktober), behalve in droge perioden en wanneer het vriest, worden aangeplant.
Niet snoeien in het najaar
Dat is echter onnodig, zelfs niet slim om te doen. In de halmen slaat de plant voeding op die zorgt dat ze de winter goed doorkomt. Ook kan siergras beschutting bieden aan vogels en andere dieren wanneer er in de koude wintermaanden weinig groeit.
Wintergroene siergrassen hoef je in de regel niet te snoeien. Verwijder aan het eind van de winter de beschadigde en lelijke bladeren. Sommige wintergroene siergrassen zoals Festuca, mag je eventueel wel helemaal afknippen. Begin door met één hand het dode blad opzij houden.
De plantdiepte is afhankelijk van de pothoogte. Grassen mogen zeker niet te diep worden geplant. Na het planten moet de bodem doordringend worden gegoten. Belangrijk is het altijd om de plant heen te gieten en niet direct tussen het gras.
Siergrassen splitsen of verplanten
Hak de plant met een scherpe spade in twee of drie stukken. Maak de stukken niet te klein. Is het hart van de plant kaal, dan gooi je dat deel beter weg. Plant de gesplitste pollen op enige afstand van elkaar opnieuw uit.
Siergrassen delen in het voorjaar
U kunt ze in vroege voorjaar delen om ze te verjongen en te vermeerderen. Graaf de hele pol op, knip het oude blad af en deel de wortelkluit in stukken. Dit delen gaat makkelijk met een scherpe spade. Het hart is vaak niet meer zo vitaal, dit kunt u weggooien.
De standplaats is te nat. In natte grond kan het langer duren, voordat het siergras opnieuw uitloopt. Als de grond in de winter lang erg nat is (en blijft), kan siergras makkelijk wegrotten.
De beste tijd om siergrassen te snoeien is na de winter, in het vroege voorjaar. Eind februari of begin maart is een goede periode om de snoeischaar erbij te pakken. Het is belangrijk om dat in deze tijd (einde winter) te doen.
Siergrassen die in de tuin zijn aangeplant, hebben meestal weinig extra water nodig. We raden aan om het gras alleen tijdens lange droge periodes in de zomer goed water te geven.
Onderhoud van siergrassen is niet zo moeilijk. Na het aanplanten een beetje bemesten, het eerste jaar regelmatig water geven en éénmaal per jaar de siergrassen snoeien volstaat bij de meeste siergras soorten. In extreem droge tijden is wat extra water nodig.
Bemesting. Van zodra jouw siergrassen hun draai gevonden hebben in de tuin, vergeet dan niet om ze af en toe te verwennen met een aangepaste voeding. DCM Meststof Siergrassen & Bamboe heeft een zachte, lange werking en een specifieke samenstelling met veel kalium, die zorgt voor stevige stengels en bladeren.
Siergrassen planten kan je het hele jaar door. Het voorjaar is de beste periode omdat de grond dan warmer en losser is. We geven nog enkele tips mee om je siergrassen correct te planten: Siergrassen kan je in verschillende soorten grond planten.
Gebruik bij het snoeien van de siergrassen handschoenen, omdat enkele grassen erg scherpe bladeren hebben. Snoeien van kleinere grassen gaat het best met een keukenschaar of snoeischaar, de grotere grassen kun je beter met een heggenschaar of elektrische heggenschaar snoeien.
Siergrassen kunnen het hele jaar door geplant worden. Het voorjaar is echter een goede periode omdat de bodem dan voldoende opgewarmd is, wat de inworteling ten goede komt. Als je in het voorjaar plant, kan je ook reeds in de nazomer van de eerste bloei genieten.
Winter. Lampenpoetser verliest blad in de winter maar is wel goed winterhard. Loopt dus gewoon weer uit in het voorjaar. Hoe snel Pennisetum alopecuroides in de winter blad verliest hangt af van de temperatuur.
Wie deze siergrassen te vroeg afknipt, loopt het risico dat ze kapotvriezen, want de bloeiwijzen, bladeren en halmen beschermen ze tegen ijzige vorst. Bovendien kunnen de wortels van te vroeg afgeknipte grassen gaan rotten.
Combineer ze daarin bijvoorbeeld een mooi siergras als lampenpoetsergras (Pennisetum alopecuroides) of bamboe voor een luchtig accent. Maar ook verwilderingsbolletjes – die gewoon in de grond kunnen blijven – staan er leuk tussen, zoals sneeuwklokjes, sneeuwroem, krokusjes en allerlei narcissen.
Hij doet het op zowat elke plek goed, nat maar ook wat droger, zon of volle schaduw.
Nadat de bloemen zijn uitgebloeid, laat je de stengel aan de plant zitten. Want hier verschijnen de stekjes. Laat ze nog een tijdje aan de moederplant zitten, totdat je kleine wortels aan de stekjes ziet groeien. Als dat zover is, kun je de stekjes losknippen en in de grond zetten.
Niet alle soorten siergrassen moet je snoeien. We maken een onderscheid in siergrassen die in de winter bovengronds afsterven en wintergroene soorten. De siergrassen die afsterven in de winter moet je snoeien, de wintergroene soorten niet.