Het lichaam produceert dagelijks kankercellen die weer door het lichaam zelf worden opgeruimd.
Als je afweercellen uit het lichaam haalt, activeert en tot grote hoeveelheden laat groeien (zoals Rosenberg deed), kan je daarmee kankercellen aanvallen en opruimen. Net zoals het lichaam bij virussen en bacteriën doet.
Ook dat kan het lichaam meestal zelf herstellen. Maar helaas is dat niet altijd zo. De genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen, kunnen fouten gaan vertonen. Als er meerdere fouten optreden in dezelfde cel, blijft die cel zich ongecontroleerd delen.
Kunnen tumoren zonder behandeling stoppen met groeien of zelfs krimpen? Het wellicht enigszins verrassende antwoord op die vraag is: ja.
De T-cellen proberen de kankercellen in je lichaam op te ruimen. Ze herkennen de kankercellen met hun 'voelspriet', de T-celreceptor. De voelspriet op de T-cel controleert of cellen er anders uitzien dan normaal. Als de voelspriet een kankercel herkent, maakt de T-cel stoffen aan om de kankercel te doden.
Tumoren kunnen aanzienlijk slinken, of verdwijnen in heel korte tijd. Het eigen afweersysteem heeft de kankercellen opgeruimd. Dit blijkt uit de NICHE-studie van het Antoni van Leeuwenhoek, een vernieuwende klinische fase II studie.
Soms wordt een desmoïd vanzelf kleiner of verdwijnt de tumor vanzelf. Daarom kan je arts voorstellen om eerst af te wachten en niet gelijk te behandelen. Dit heet ook wel 'afwachtend beleid'. Je komt dan regelmatig op controle.
Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 25% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Het hangt bijvoorbeeld af van hoeveel uitzaaiingen u heeft en hoe groot ze zijn. Als u in verschillende organen uitzaaiingen heeft, kunt u meestal niet genezen. U kunt ook kiezen om geen behandeling te krijgen die kans geeft om te genezen. U kunt dan wel behandelingen krijgen tegen uw klachten.
Mensen kunnen – vaak jarenlang – te maken krijgen met uiteenlopende gevolgen van een behandeling tegen kanker. Denk aan chronische vermoeidheid, relationele en seksuele problemen, depressie, de angst voor terugkeer van de ziekte, problemen bij de terugkeer naar werk en sociale isolatie.
Voorbeelden van kankers die via het bloed kunnen uitzaaien en de plaatsen waar de uitzaaiingen meestal voorkomen: borstkanker: botten, lever, longen, huid, hersenen. dikkedarmkanker: lever, buikvlies, longen. longkanker: botten, bijnieren, lever, hersenen, longen.
Door te wandelen kunt u uw fysieke fitheid behouden of vergroten.Hoe fitter u bent, hoe beter u bent opgewassen tegen de kankerbehandeling. Concreet betekent dat: minder last van bijwerkingen, kleiner risico op complicaties en sneller herstel.
Lichaamsbeweging vermindert de kans op bepaalde kankers
Mensen die voldoende bewegen in hun dagelijkse leven, of aan sport doen, hebben een duidelijk lager risico om te sterven aan kanker dan mensen die inactief zijn. Lichaamsbeweging verlaagt het risico op: kanker van de dikke darm. borstkanker.
Een gezonde leefstijl en de kans op kanker
Wie genoeg beweegt, gezond en gevarieerd eet, een normaal gewicht heeft, niet rookt, weinig alcohol drinkt en met mate in de zon zit, verkleint het risico op het krijgen van kanker. Een gezonde leefstijl is in relatie tot kanker van grote betekenis.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
Doelgerichte therapie is een behandeling bij kanker. De behandeling heet doelgericht omdat de medicijnen recht op hun doel afgaan: direct naar de kankercellen. Daar zorgen ze ervoor dat de kankercellen stoppen met groeien.
Een wekedelentumor is bijna altijd goedaardig, maar kan ook kwaadaardig zijn. Ondanks dat deze tumoren meestal goedaardig zijn, moeten ze soms wel behandeld worden.
Borderline-tumoren
De tumor kan op een agressieve manier groeien, maar zaait niet vaak uit. Een eierstoktumor of een wekedelensarcoom kunnen borderline-tumoren zijn.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Een patiënt kan genezen worden verklaard als er na vijf jaar geen nieuwe tumor wordt gevonden.Voor sommige tumoren geldt een langere termijn, vaak dan 10 jaar. Het is in ieder geval wel duidelijk dat des te langer er geen uitzaaiingen worden aangetroffen, des te beter de prognose is.
Van sommige typen kanker geneest bijna iedereen.Van andere typen vrijwel niemand. Maar ook dan is er niets met zekerheid te zeggen, omdat een bepaald type kanker zich bij de ene persoon heel anders ontwikkelt dan bij de andere. Belangrijk voor de kans op genezing is vooral het stadium waarin de tumor verkeert.