meter, peter, meme, pepe, bomma of bompa.
In het Vlaams bestaan onder andere de synoniemen: bompa, pepe,petje (of petjen of petj'n), pit, vava, vake en vokke.
Daaruit blijkt dat 'opa' en 'oma' veruit de meest gebruikte roepnamen blijven. Minder populair zijn 'bompa' en 'bomma' of 'vake' en 'moeke'. Er zijn ook regionale verschillen: 'bompa's' en 'bomma's' wonen vooral in de provincie Antwerpen, 'vakes' en 'moekes' komen dan weer minder voor in West- en Oost-Vlaanderen.
Papi/pappy/pappie. Papoe. Peetje.
Oma, bompa, meme, vake …
In het Vlaams bestaan onder andere: bomma, meme, metje, metjen of metj'n, mit, moemoe en moeke. In het Fries wordt beppe gebruikt en in het Gronings opoe.
Nonna is Italiaans voor grootmoeder. Het klinkt leuk, lief en dynamisch. Nana is een makkelijke en frisse naam voor grootmoeder in Spanje. Mutti is eigenlijk Duits voor mama, maar bij ons is het ook een populaire naam voor oma's.
Bij het doopsel leggen de meter en peter de belangrijkste belofte af: als een of beide ouders vroeg zouden sterven, nemen zij de zorg voor het kind op zich. Daarom werd vaak voor dichte familieleden gekozen als meter of peter, denk maar aan een zus, een broer of een van de ouders van de mama of papa.
Grootouders, ooms (in Vlaanderen: nonkels) en tantes wordt meestal gevraagd peter of meter te zijn. Bij een rooms-katholieke doop worden doorgaans twee getuigen gevraagd: een (mannelijke) peter of peetoom en een (vrouwelijke) meter of peettante. Deze peetouders zijn samen de doopborgen.
Bonus grootouders in opkomst
Kinderen hebben vaak baat bij een goed contact met hun grootouders. Helaas hebben ze niet allemaal een opa of oma met wie ze een band kunnen opbouwen. Gelukkig bestaat er nu zoiets als surrogaat grootouder-schap.
opa (zn): جد
oma (zn): تِيتَة (en) colloquial: grandmother., جدة
De fi... Grootmoeder = ... aams bestaan onder andere: bomma, meme, metje (of metjen of metj`n), moemoe en moeke, in het Fries: beppe en in nog andere dialecten best......
grandfather {znw.}
oma (zn): お婆さん (en) colloquial: grandmother.
Petekind is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis 'jongen of meisje van wie iemand meter of peter is'.
Het woord peter komt van het Latijnse woord Pater, wat vader betekent. Meter komt van het Latijnse Mater, dus moeder. Het gebruik van een meter en peter kiezen komt uit de religie. Tijdens het doopsel beloven meter en peter aan de ouders om het kind bij te staan in de geloofsopvoeding.
Toelichting. Petekind wordt in de standaardtaal in het hele taalgebied gebruikt voor 'het kind voor wie men samen met de ouders de doopbelofte aflegt'.
Grootouders, ooms en tantes worden meestal gevraagd peter of meter te zijn. Bij een katholieke doop worden doorgaans twee getuigen gevraagd: een (mannelijke) peter of peetoom en een (vrouwelijke) meter of peettante. Deze peetouders zijn samen de doopborgen.
Elke werkgever is verplicht om een peter of meter aan te stellen voor nieuwkomers. Maar ook voor medewerkers die intern van job veranderen is een on-the-jobtraining met een peter of meter zeker nuttig.
grandma, or grandmother.