Een amputatie is ingrijpend. In sommige gevallen is het echter de enige oplossing. Het amputeren van een teen kan nodig zijn bij een ernstige wond die waarschijnlijk niet zelf meer kan genezen of die erg veel pijn doet. De wond kan gaan infecteren en dat kan tot bloedvergiftiging leiden.
Tenen zorgen voor de balans
Dit is onmogelijk zonder tenen. Je tenen helpen je dus efficiënt van de grond te komen.
De grote teen is een belangrijk deel van ons lijf. We wikkelen de voet ermee af, waardoor wee kunnen lopen. Hij zorgt voor het evenwicht. Zonder grote teen is het lopen moeilijk.
Het is in bijna alle gevallen beter om de kleine teen niet te amputeren. Als de kleine teen namelijk wel geamputeerd zou worden, ontstaat een zogenaamde 'schouder' aan de buitenkant van de voet (zie onderstaande foto's).
Een goede functie van onze grote teen is van groot belang tijdens wandelen en hardlopen. Het grote teengewricht dient voldoende beweeglijkheid te hebben om normaal te kunnen afwikkelen.
De tenen fungeerden vroeger niet alleen voor stabiliteit, maar werden ook gebruikt – in combinatie met de nagels- om te graven en te kunnen grijpen. In de decennia die volgden begon men steeds meer de voet te beschermen en ontwikkelde de schoen zich. Hierdoor veranderde de voet ook.
Tot amputatie van een of meerdere tenen of de voorvoet kan overgegaan worden als er door ernstige slagaderverkalking of diabetes mellitus een wond is ontstaan die niet wil genezen of tot op het bot zit.
De bij de amputatie doorgesneden zenuwen blijven prikkels doorgeven naar de hersenen alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is. Het geamputeerde lichaamsdeel kan vreemd aanvoelen of pijn doen.
Als u weet welke factoren bij u de pijn beïnvloeden, kunt u hier rekening mee houden. Vlak na de amputatie komt fantoompijn heel veel voor. Meestal vermindert de fantoompijn in de loop van een jaar. Bij ongeveer één op de tien geamputeerden blijft de fantoompijn echter langer bestaan en soms zelfs altijd.
Een amputatie is ingrijpend. In sommige gevallen is het echter de enige oplossing. Het amputeren van een teen kan nodig zijn bij een ernstige wond die waarschijnlijk niet zelf meer kan genezen of die erg veel pijn doet. De wond kan gaan infecteren en dat kan tot bloedvergiftiging leiden.
Vaak zult u de eerste tijd na de ingreep last houden van pijn. U mag pijnstilling innemen volgens afspraak. Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel van belang dat u actief blijft, maar uzelf niet overbelast. Het is daarom belangrijk om goed te luisteren naar de signalen die uw lichaam geeft.
Zeker in het begin, net na uw amputatie, kan ontkenning een grote rol spelen. In de periode dat het tot u door begint te dringen dat uw amputatie definitief is, kan het zijn dat u zich extra moe voelt. U heeft dan veel behoefte aan slaap en u kunt het besef van tijd kwijt zijn.
Tijdens de operatie wordt de teen rechtgezet. De orthopedisch chirurg maakt een snee aan de bovenkant van de teen en verwijdert een stukje bot. Daardoor wordt de teen iets korter en rechter. Soms is het ook nodig om de pees die over te teen loopt, wat te verlengen omdat deze te strak staat.
Het gewricht tussen het eerste en tweede kootje van de teen is gebogen, waardoor een kromming van de teen optreedt, en de teen hamer-vormig vergroeid. Het gewricht voelt pijnlijk aan. De teen is stijf en minder beweeglijk dan zou moeten. Het bewegen is ook extra vaak pijnlijk.
De functie van de grote teen is belangrijk bij de afwikkeling van de voet. De grote teen, met name het gewricht tussen de grote teen en het eerste middenvoetsbeentje, vangt de grootste druk op bij de afwikkeling van de voet.
Het amputeren van een onderbeen is ingrijpend. In 90 procent van de gevallen is amputatie nodig vanwege problemen met de bloedvaten. De andere 10 procent komt door een ongeluk, na een infectie, een tumor, een verbranding of bevriezing. U ligt 7 tot 10 dagen in het ziekenhuis.
Wanneer de meeste zwelling uit de stomp is verdwenen (na enkele weken), bekijkt de revalidatiearts de mogelijkheid van een ZIP. Dit is een tijdelijke prothese waarmee de knie weer kan buigen. Deze ZIP kan soms tot een half jaar na de operatie worden gebruikt.
De orthopedisch chirurg is meestal voor de amputatie al betrokken bij uw behandeling. Als een amputatie onvermijdbaar is, voert de orthopedisch chirurg deze bij u uit. De orthopedisch chirurg is eindverantwoordelijk voor de gehele zorg tijdens de operatie.
Hoe lang de revalidatie duurt verschilt per persoon. Dit hangt bijvoorbeeld af van hoe de wond van de stomp geneest, uw conditie en de hoe snel u leert omgaan met uw stomp, prothese of andere hulpmiddelen.
Elk jaar zijn er in Nederland ongeveer 3.200 mensen die een amputatie van een arm of been moeten ondergaan. Een amputatie is in de meeste gevallen voor de geamputeerde, maar zeker ook voor zijn of haar directe omgeving een trauma ervaring.
Bij een amputatie wordt een deel van het lichaam afgezet, bijvoorbeeld een teen, voet, been, vinger of arm. Dit gebeurt alleen als er sprake van zodanige weefselschade dat niet amputeren levensbedreigend is. Met een amputatie zult u afstand moeten doen van een deel van uw lichaam.
Eén op de vijf mensen met diabetes krijgt voetproblemen. De helft hiervan krijgt een voetinfectie, die soms te langzaam geneest. Dit kan ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld een amputatie. Jaarlijks worden er 2.500 amputaties gedaan bij mensen met diabetes.
Fantoompijn is een normaal en veelvoorkomend verschijnsel na een amputatie. Na amputatie komt fantoompijn bij globaal 70% van de patiënten voor. Fantoompijn doet zich het meest voor in aanvallen die in ernst en frequentie kunnen verschillen, maar kan ook chronisch optreden en dus altijd aanwezig zijn.
Door diabetes kunnen de bloedvaten en zenuwen in uw voeten beschadigen. Het bloed stroomt dan minder makkelijk naar uw voeten en tenen. U krijgt minder gevoel in uw voeten en tenen. Zo kunt u ongemerkt wondjes en blaren krijgen.