Sarcomen of ook wel wekedelentumoren genoemd, zijn kwaadaardige tumoren in de weke delen van het lichaam. Deze kankervormen kunnen bijvoorbeeld voorkomen in spieren, zenuwen, vet, bloedvaten, kraakbeen, bot en het weefsel tussen organen.
Wat is een spiergezwel? Het meest bekende spiergezwel is een vleesboom in de baarmoeder, maar ook op spieren van de armen, benen en romp kunnen gezwellen voorkomen. Een vleesboom is een goedaardig spierweefselgezwel dat meestal in de baarmoeder groeit. Vleesbomen worden ook wel 'myomen' genoemd.
Hoe kun je ze herkennen? In de beginfase treden er bij sarcomen weinig tot geen symptomen op. Botsarcomen veroorzaken pijn, zwelling en warmte van de huid boven het gezwel. Als ze in de buurt liggen van een gewricht, kan de beweeglijkheid ervan verminderen.
Effectiviteit. De verschillende typen sarcoom hebben verschillende prognoses en een verschillend verloop. Met een optimale lokale behandeling is de kans op succesvolle controle meer dan 80%. Dit is mede afhankelijk van de plaats, de uitgebreidheid en de agressiviteit van de tumor.
De herkenning van een weke delen tumor is vaak moeilijk. Een zwelling kan lang onopgemerkt blijven als deze diep in het lichaam of in elastisch weefsel zit. Vage pijnklachten kunnen dan de eerste klachten zijn. Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Een Ewing sarcoom is een kwaadaardige tumor die ontstaat in het bot maar ook kan voorkomen in de weke delen (spieren en bindweefsel). Een osteosarcoom is een kwaadaardige tumor uitgaande van het bot. De tumor komt het meest voor bij mensen tussen de 10 en 30 jaar en na 60 jaar.
Je kunt problemen krijgen met je evenwicht en je gehoor en pijn in het gezicht. Dit komt meestal door uitzaaiingen van een tumor ergens anders in het lichaam. Je kunt hierdoor pijn in je rug krijgen, maar ook problemen met voelen of bewegen.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Vaak kun je het knobbeltje met je vingers op en neer bewegen. Ook bij een kwaadaardige tumor kan er een zwelling ontstaan. Is er sprake van een verlamming in het gezicht?
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Als kanker is uitgezaaid naar de wervels, is de eerste klacht meestal pijn in de rug of de nek. De pijn voelt vaak 'zeurend' aan. Dat betekent dat de pijn niet heel heftig is, maar wel aanhoudt. De pijn kan soms ook aanvoelen alsof er een 'band' om je borst of buik zit, die steeds strakker wordt.
Bij een goedaardige wekedelentumor is meestal alleen een operatie nodig. Er is dan geen vervolgbehandeling nodig. Soms hoort bestraling ook bij de behandeling, bijvoorbeeld bij een desmoïd of reusceltumor. Bij een kwaadaardige wekedelentumor (wekedelensarcoom) is bijna altijd een operatie nodig.
Klachten van een wekedelensarcoom in de buik
Pas als het sarcoom tegen een orgaan of zenuwen gaat drukken, kun je klachten krijgen. Je kunt dan last hebben van een vol gevoel, een opgezette buik, darmklachten of bloed bij de ontlasting. Een wekedelensarcoom dat tegen organen aandrukt, kan pijn veroorzaken.
De term 'in situ' is Latijn voor 'op zijn plek'. De afwijkende cellen zitten op een bepaalde plaats en hebben het omliggende weefsel nog niet aangetast. Ze kunnen ook nog niet doorgroeien in de omgeving of uitzaaien. Een carcinoom in situ wordt daarom anders behandeld dan een kwaadaardige tumor.
Een behandeling voor een bottumor kan bedoeld zijn om u te genezen. Als genezing niet meer mogelijk is, kunnen we u behandelen om uw levenskwaliteit te verbeteren. En als dat kan, om uw leven te verlengen.
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'. Tumoren en uitzaaiingen scheiden ook chemische stoffen af die soms ook rechtstreeks pijnzenuwen prikkelen en dus pijn veroorzaken.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Hoe worden uitzaaiingen ontdekt? Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Knobbeltjes kunnen heel verschillend aanvoelen. Het kan een plek zijn die niet echt rond is en wat stugger en harder aanvoelt dan de rest van het klierweefsel. Het kan ook een kogelrond knobbeltje zijn dat als een knikker onder de vingers wegglijdt. In de meeste gevallen doet een knobbeltje geen pijn.