Wanneer mensen lange tijd heel veel vitamine D innemen, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. Er kunnen dan nierstenen ontstaan en kalkafzetting rondom organen en weefsels.
Dit is de aanvaardbare bovengrens voor inname van vitamine D (voedingscentrum): 100 microgram (µg) per dag voor volwassenen en kinderen van 11 t/m 17 jaar. 50 µg per dag voor kinderen van 1 t/m 10 jaar.
Vitamine D wordt door het lichaam zelf gemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Bij normaal gebruik zal het daarom geen bijwerkingen hebben.
Een teveel ontstaat pas als je voor langere tijd meer dan 100 microgram vitamine D per dag binnenkrijgt. Een te hoge vitamine D inname kan dus alleen voorkomen als gevolg van langdurig te veel supplementen gebruiken.
Hoeveel vitamine D heb je nodig? Voor iedereen geldt een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 10 microgram vitamine D. Alleen mensen van boven de 70 moeten 20 microgram per dag binnen krijgen.
Je zou denken dat fruit een goede bron is van alle vitamines en mineralen. Vitamine D is echter amper of niet in fruit zoals bananen terug te vinden. Ook noten, die heel voedzaam zijn, zijn helaas geen bron van vitamine D.
Gemiddeld daalt de spiegel in de winter met 10 nmol per liter. 8 Sommige laboratoria houden daarom in de zomer een grenswaarde van 70 nmol per liter aan.
Vitamine D tegen schildklier-antistoffen
analyseerden daarom vorig jaar zes studies met in totaal 344 patiënten met een schildklierauto-immuunziekte 4). De resultaten laten zien dat suppletie met vitamine D zorgde voor significant lagere anti-TPO en anti-Tg titers (markers voor schildklierauto-immuunziekten).
Te veel zonlicht? Het is niet zo dat veel zonlicht leidt tot een overmaat aan vitamine D, aangezien de door het lichaam aangemaakte vitamine D weer wordt afgebroken als er teveel van is.
Als je normaal eet komt een gevaarlijk hoge inname niet voor. Te veel vitamines of mineralen krijg je alleen binnen als je lange tijd voedingssupplementen met hoge doseringen hebt geslikt. Of wanneer je heel veel voedingsmiddelen hebt genomen waaraan extra vitamines zijn toegevoegd.
Vitamine D is een vet-oplosbare vitamine die je bij een teveel niet zomaar uit plast. Het kan dus voorkomen dat een bepaalde hoeveelheid vitamine D zich in het lichaam stapelt. Dit heeft niet gauw negatieve effecten. Zo bouw je in de zomer vaak een vitamine D voorraad op voor de winter.
Wanneer te veel vitamine D wordt ingenomen (vooral bij langdurig gebruik) kan hypercalciëmie ontstaan. Door deze verhoogde calciumconcentratie in het bloed, kunnen vervolgens in eerste instantie milde klachten, zoals vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, diarree of obstipatie ontstaan.
In Nederland hebben ongeveer 3 op de 10 mensen een vorm van vitamine D tekort. Klachten als spierpijn, gewrichtsproblemen, vermoeidheid en lusteloosheid kunnen hierdoor ontstaan.
Een vitamine D tekort kan dunner haar en haarverlies veroorzaken, dat moeilijk terug te draaien is. Hier wil je dus op letten. Er is ook een link gevonden tussen lage ijzer- en zinkwaardes en tijdelijk haarverlies, genaamd telogeen effluvium. Naast zonlicht is voeding een belangrijke bron van vitamine D.
Vitamine D, net als de andere vetoplosbare vitamines A, E en K, neem je daarom het beste in bij een maaltijd, omdat in een maaltijd altijd wel een beetje vet zit. Op die manier kan het lichaam de vitamine vervolgens uit het vet in de voeding opnemen.
Vitamine C heeft een positieve invloed op opname van seleen. Vitamine D bevordert calciumopname. Calcium heeft een belemmerende invloed op de opname van fosfor, magnesium, zink en ijzer (zowel heem als non-heem). Magnesium kan zich binden aan fosfor en zo de opname van magnesium belemmeren.
Een tekort aan vitamine D zorgt dat je meer zweet. Je huid is daardoor droger, sneller geïriteerd en je hebt meer last van puistjes.
Het sterkst is het verband bij ouderen. Uit onderzoek waarin een grote groep vrouwen van 50 jaar en ouder (81.189) werd gevolgd bleek dat depressies 21% minder vaak voorkwamen bij vrouwen die dagelijks meer dan 20 microgram vitamine D namen.
Een gebrek aan vitamine B5 komt enkel voor bij ernstige ondervoeding. Hoofdpijn, vermoeidheid en duizeligheid zijn de symptomen. Een tekort aan vitamine B6 wordt vooral vastgesteld bij ouderen en mensen met veel stress.
Magnesium is een belangrijke co-factor in de omzetting van T4 naar T3. Daarnaast speelt magnesium een rol in de energiehuishouding, die weer van invloed is op het functioneren van de schildklier. Er zijn vele vormen van magnesium, maar magnesiumtauraat wordt het beste opgenomen door het lichaam.
Van maart tot november is in ons land de zonkracht tussen 11 uur 's ochtends en 3 uur 's middags sterk genoeg om voldoende vitamine D aan te maken. Daarom is het niet onverstandig om in november te beginnen met het slikken van supplementen. Een supplement van 10 microgram per dag is in de meeste gevallen voldoende.
Vitamine D is van belang voor sterke botten
Vitamine D is samen met calcium belangrijk voor sterke botten en een sterk gebit. Vitamine D bevordert de opname van calcium door het lichaam. Maar dat is niet het enige. Vitamine D is ook van belang voor de weerstand en het goed blijven functioneren van de spieren.
Bij mensen die veel drinken is een verminderde opname van Vitamine B1, vitamine A, D, E, en K. Daarnaast is er een verhoogde uitscheiding van B1 in de urine. Ook kan een tekort aan magnesium, ijzer en foliumzuur ontstaan.